Bible verses about "barrenness" | DSV

Genesis 11:30

30 En Sarai was onvruchtbaar; zij had geen kind.

Genesis 29:31

31 Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar.

1 Samuel 2:5

5 Die verzadigd waren, hebben zich verhuurd om brood, en die hongerig waren, zijn het niet meer; totdat de onvruchtbare zeven heeft gebaard, en die vele kinderen had, krachteloos is geworden.

Luke 1:7

7 En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.

Luke 23:29

29 Want ziet, er komen dagen, in welke men zeggen zal: Zalig zijn de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben.

Galatians 4:27

27 Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt, want de kinderen der eenzame zijn veel meer, dan dergene, die den man heeft.

Exodus 23:26

26 Er zal geen misdrachtige, noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik zal het getal uwer dagen vervullen.

Deuteronomy 7:14

14 Gezegend zult gij zijn boven alle volken; er zal onder u noch man noch vrouw onvruchtbaar zijn, ook niet onder uw beesten;

Isaiah 54:1

1 Zing vrolijk, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, die geen barensnood gehad hebt! want de kinderen der eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde, zegt de HEERE.

Genesis 25:21

21 En Izak bad den HEERE zeer in de tegenwoordigheid van zijn huisvrouw; want zij was onvruchtbaar; en de HEERE liet zich van hem verbidden, zodat Rebekka, zijn huisvrouw, zwanger werd.

Psalms 113:9

9 Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!

Topical data is from OpenBible.info, retrieved November 11, 2013, and licensed under a Creative Commons Attribution License.