Psalms 93:4 Cross References - DSV_Strongs

  4 H3068 [Doch] de HEERE H4791 in de hoogte H117 is geweldiger H6963 dan het bruisen H7227 van grote H4325 wateren H117 , [dan] de geweldige H4867 baren H3220 der zee.

Job 38:11

  11 H559 H8799 En zeide H5704 : Tot H6311 hiertoe H935 H8799 zult gij komen H3808 , en niet H3254 H8686 verder H6311 , en hier H7896 H8799 zal hij zich stellen H1347 tegen den hoogmoed H1530 uwer golven.

Psalms 65:7

  7 H7588 [065:8] Die het bruisen H3220 der zeeen H7623 H8688 stilt H7588 , het bruisen H1530 harer golven H1995 , en het rumoer H3816 der volken.

Psalms 89:6

  6 H7834 [089:7] Want wie mag in den hemel H3068 tegen den HEERE H6186 H8799 geschat worden H3068 ? [Wie] is den HEERE H1819 H8799 gelijk H1121 , onder de kinderen H410 der sterken?

Psalms 89:9

  9 H4910 H8802 [089:10] Gij heerst H1348 over de opgeblazenheid H3220 der zee H1530 ; wanneer haar baren H7721 H8800 zich verheffen H7623 H8762 , zo stilt Gij ze.

Psalms 92:8

  8 H4791 [092:9] Maar Gij zijt de Allerhoogste H5769 in eeuwigheid H3068 de HEERE!

Psalms 114:3-5

  3 H3220 De zee H7200 H8804 zag H5127 H8799 het, en vlood H3383 ; de Jordaan H5437 H8735 keerde H268 achterwaarts.
  4 H2022 De bergen H7540 H8804 sprongen H352 als rammen H1389 , de heuvelen H1121 H6629 als lammeren.
  5 H3220 Wat was u, gij zee H5127 H8799 ! dat gij vloodt H3383 ? gij Jordaan H268 ! dat gij achterwaarts H5437 H8735 keerdet?

Jeremiah 5:22

  22 H3372 H8799 Zult gijlieden Mij niet vrezen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE H6440 ; zult gij voor Mijn aangezicht H2342 H8799 niet beven H3220 ? Die der zee H2344 het zand H1366 tot een paal H7760 H8804 gesteld heb H5769 , met een eeuwige H2706 inzetting H5674 H8799 , dat zij daarover niet zal gaan H1530 ; ofschoon haar golven H1607 H8691 zich bewegen H3201 H8799 , zo zullen zij toch niet vermogen H1993 H8804 , ofschoon zij bruisen H5674 H8799 , zo zullen zij toch daarover niet gaan.

Mark 4:37-39

  37 G2532 En G1096 G5736 er werd G3173 een grote G2978 storm G417 van wind G1161 , en G2949 de baren G1911 G5707 sloegen over G1519 in G4143 het schip G5620 , alzo dat G846 het G2235 nu G1072 G5745 vol werd.
  38 G2532 En G2258 G5713 Hij was G1909 in G4403 het achterschip G2518 G5723 , slapende G1909 op G4344 een oorkussen G2532 ; en G1326 G zij wekten G846 Hem G1326 G5719 op G2532 , en G3004 G5719 zeiden G846 tot Hem G1320 : Meester G3199 G5719 , bekommert het G4671 U G3756 niet G3754 , dat G622 G5731 wij vergaan?
  39 G2532 En G1326 G5685 Hij opgewekt zijnde G2008 G5656 , bestrafte G417 den wind G2532 , en G2036 G5627 zeide G2281 tot de zee G4623 G5720 : Zwijg G5392 G5770 , wees stil G2532 ! En G417 de wind G2869 G5656 ging liggen G2532 , en G1096 G5633 er werd G3173 grote G1055 stilte.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.