Psalms 86:13 Cross References - DSV_Strongs

  13 H2617 Want Uw goedertierenheid H1419 is groot H5315 over mij; en Gij hebt mijn ziel H8482 uit het onderste H7585 des grafs H5337 H8689 uitgerukt.

Job 33:18

  18 H5315 Dat Hij zijn ziel H4480 van H7845 het verderf H2820 H8799 afhoude H2416 ; en zijn leven H7973 , dat het door het zwaard H4480 niet H5674 H8800 doorga.

Job 33:22

  22 H5315 En zijn ziel H7126 H8799 nadert H7845 ten verderve H2416 , en zijn leven H4191 H8688 tot de dingen, die doden.

Job 33:24

  24 H2603 H8799 Zo zal Hij hem genadig zijn H559 H8799 , en zeggen H6308 H8798 : Verlos H7845 hem, dat hij in het verderf H4480 niet H3381 H8800 nederdale H3724 , Ik heb verzoening H4672 H8804 gevonden.

Job 33:28

  28 H5315 [Maar] [God] heeft mijn ziel H6299 H8804 verlost H4480 , dat zij niet H5674 H8800 voere H7845 in het verderf H2416 , zodat mijn leven H216 het licht H7200 H8799 aanziet.

Psalms 16:10

  10 H5315 Want Gij zult mijn ziel H7585 in de hel H5800 H8799 niet verlaten H5414 H8799 ; Gij zult niet toelaten H2623 , dat Uw Heilige H7845 de verderving H7200 H8800 zie.

Psalms 30:3

  3 H3068 [030:4] HEERE H5315 ! Gij hebt mijn ziel H7585 uit het graf H5927 H8689 opgevoerd H2421 H8765 ; Gij hebt mij bij het leven behouden H953 , dat ik in den kuil H3381 H8800 H8675 H3381 H8802 niet ben nedergedaald.

Psalms 56:13

  13 H5315 [056:14] Want Gij hebt mijn ziel H5337 H8689 gered H4194 van den dood H7272 ; ook niet mijn voeten H1762 van aanstoot H430 , om voor Gods H6440 aangezicht H1980 H8692 te wandelen H216 in het licht H2416 der levenden?

Psalms 57:10

  10 H2617 [057:11] Want Uw goedertierenheid H1419 is groot H8064 tot aan de hemelen H571 , en Uw waarheid H7834 tot aan de bovenste wolken.

Psalms 88:6

  6 H8482 [088:7] Gij hebt mij in den ondersten H953 kuil H7896 H8804 gelegd H4285 , in duisternissen H4688 , in diepten.

Psalms 103:8-12

  8 H7349 Barmhartig H2587 en genadig H3068 is de HEERE H750 H639 , lankmoedig H7227 en groot H2617 van goedertierenheid.
  9 H5331 Hij zal niet altoos H7378 H8799 twisten H5769 , noch eeuwiglijk H5201 H8799 [den] [toorn] behouden.
  10 H6213 H8804 Hij doet H2399 ons niet naar onze zonden H1580 H8804 , en vergeldt H5771 ons niet naar onze ongerechtigheden.
  11 H1361 H0 Want zo hoog H8064 de hemel H1361 H8800 is H776 boven de aarde H2617 , is Zijn goedertierenheid H1396 H8804 geweldig H3373 over degenen, die Hem vrezen.
  12 H7368 H8800 Zo ver H4217 het oosten H4628 is van het westen H7368 H8689 , zo ver doet Hij H6588 onze overtredingen van ons.

Psalms 108:4

  4 H2617 [0108:5] Want Uw goedertierenheid H1419 is groot H8064 tot boven de hemelen H571 , en Uw waarheid H7834 tot aan de bovenste wolken.

Psalms 116:8

  8 H5315 Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel H2502 H8765 gered H4194 van den dood H5869 , mijn ogen H1832 van tranen H7272 , mijn voet H1762 van aanstoot.

Isaiah 38:17

  17 H7965 Zie, in vrede H4751 is mij de bitterheid H4843 H8804 bitter geweest H5315 ; maar Gij hebt mijn ziel H2836 H8804 liefelijk omhelsd H7845 , dat zij in de groeve H1097 der vertering H2399 niet kwame; want Gij hebt al mijn zonden H310 achter H1460 Uw rug H7993 H8689 geworpen.

Jonah 2:3-6

  3 H7993 H8686 Want Gij hadt mij geworpen H4688 [in] de diepte H3824 , in het hart H3220 der zeeen H5104 , en de stroom H5437 H8779 omving H3605 mij; al H4867 Uw baren H1530 en Uw golven H5674 H8804 gingen H5921 over mij henen.
  4 H589 En ik H559 H8804 zeide H1644 H8738 : Ik ben uitgestoten H4480 van H5048 voor H5869 Uw ogen H389 ; nochtans H413 zal ik den H1964 tempel H6944 Uwer heiligheid H3254 H8686 weder H5027 H8687 aanschouwen.
  5 H4325 De wateren H661 H8804 hadden mij omgeven H5704 tot H5315 de ziel H8415 toe, de afgrond H5437 H8779 omving H5488 mij; het wier H7218 was aan mijn hoofd H2280 H8803 gebonden.
  6 H3381 H8804 Ik was nedergedaald H7095 tot de gronden H2022 der bergen H1280 ; de grendelen H776 der aarde H1157 waren om H5769 mij henen in eeuwigheid H2416 ; maar Gij hebt mijn leven H7845 uit het verderf H5927 H8686 opgevoerd H3068 , o HEERE H430 , mijn God!

Luke 1:58

  58 G2532 En G4040 die daar rondom woonden G2532 , en G846 haar G4773 magen G191 G5656 hoorden G3754 , dat G2962 de Heere G846 Zijn G1656 barmhartigheid G3326 grotelijks G846 aan haar G3170 G5707 bewezen had G2532 , en G846 waren met haar G4796 G5707 verblijd.

1 Thessalonians 1:10

  10 G2532 En G846 Zijn G5207 Zoon G1537 uit G3772 de hemelen G362 G5721 te verwachten G3739 , Denwelken G1537 Hij uit G3498 de doden G1453 G5656 verwekt heeft G2424 , [namelijk] Jezus G3588 , Die G2248 ons G4506 G5740 verlost G575 van G2064 G5740 den toekomenden G3709 toorn.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.