11 H8055 H8799 [05:12] Maar laat verblijd zijn H3605 allen H2620 H8802 , die op U betrouwen H5769 , tot in eeuwigheid H7442 H8762 ; laat hen juichen H5921 , omdat Gij hen H5526 H8686 overdekt H5970 H8799 ; en laat in U van vreugde opspringen H8034 , die Uw Naam H157 H8802 liefhebben. 12 H3588 [05:13] Want H3068 Gij, HEERE H6662 , zult den rechtvaardige H1288 H8762 zegenen H7522 ; Gij zult hem met goedgunstigheid H5849 H8799 kronen H6793 , als met een rondas.
5 H982 H8804 [013:6] Maar ik vertrouw H2617 op Uw goedertierenheid H3820 ; mijn hart H1523 H8799 zal zich verheugen H3444 in Uw heil;
10 H7563 De goddeloze H7227 heeft veel H4341 smarten H3068 , maar die op den HEERE H982 H8802 vertrouwt H2617 , dien zal de goedertierenheid H5437 H8779 omringen.
49 H2142 H8798 Zain. Gedenk H1697 des woords H5650 , tot Uw knecht H3176 H8765 [gesproken], op hetwelk Gij mij hebt doen hopen.
76 H2617 Laat toch Uw goedertierenheid H5162 H8763 zijn om mij te troosten H565 , naar Uw toezegging H5650 aan Uw knecht.
29 G5119 Toen G680 G raakte G846 Hij hun G3788 ogen G680 G5662 aan G3004 G5723 , zeggende G5213 : U G1096 G5676 geschiede G2596 naar G5216 uw G4102 geloof.