Malachi 1:2 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 25:23
23
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H8147
tot haar: Twee
H1471
volken
H990
zijn in uw buik
H8147
, en twee
H3816
natien
H4480
zullen zich uit
H4578
uw ingewand
H6504 H8735
van een scheiden
H3816
; en het ene volk
H553 H8799
zal sterker zijn
H4480
dan
H3816
het andere volk
H7227
; en de meerdere
H6810
zal den mindere
H5647 H8799
dienen.
Genesis 27:27-30
27
H5066 H8799
En hij kwam bij
H5401 H8799
, en hij kuste
H7306 H8686
hem; toen rook hij
H7381
de reuk
H899
zijner klederen
H1288 H8762
, en zegende
H559 H8799
hem; en hij zeide
H7200 H8798
: Zie
H7381
, de reuk
H1121
mijns zoons
H7381
is als de reuk
H7704
des velds
H834
, hetwelk
H3068
de HEERE
H1288 H8765
gezegend heeft.
28
H5414 H8799
Zo geve
H430
u dan God
H4480
van
H2919
den dauw
H8064
des hemels
H4480
, en
H4924
de vettigheid
H776
der aarde
H7230
, en menigte
H1715
van tarwe
H8492
en most.
29
H5971
Volken
H5647 H8799
zullen u dienen
H3816
, en natien
H7812 H8691
zullen zich voor u nederbuigen
H1933 H8798
; wees
H1376
heer
H251
over uw broederen
H1121
, en de zonen
H517
uwer moeder
H7812 H8691
zullen zich voor u nederbuigen
H779 H8803
! Vervloekt moet hij zijn
H779 H8802
, wie u vervloekt
H1288 H8764
; en wie u zegent
H1288 H8803
, zij gezegend!
30
H1961 H8799
En het geschiedde
H834
, als
H3327
Izak
H3615 H8765
voleindigd had
H3290
Jakob
H1288 H8763
te zegenen
H1961 H8799
, zo geschiedde het
H3290
, toen Jakob
H389
maar
H3318 H8800
even
H4480
van
H6440
het aangezicht
H1
van zijn vader
H3327
Izak
H3318 H8804
uitgegaan was
H6215
, dat Ezau
H251
, zijn broeder
H4480
, van
H6718
zijn jacht
H935 H8804
kwam.
Genesis 27:33
33
H2729 H8799
Toen verschrikte
H3327
Izak
H1419
met zeer grote
H2731
verschrikking
H5704
, gans
H3966
zeer
H559 H8799
, en zeide
H645
: Wie
H1931
[is] hij
H375
dan
H6718
, die het wildbraad
H6679 H8801
gejaagd
H935 H8686
en tot mij gebracht heeft
H4480
? en ik heb van
H398 H8799
alles gegeten
H2962
, eer
H935 H8799
gij kwaamt
H1288 H8762
, en heb hem gezegend
H1571
; ook
H1288 H8803
zal hij gezegend
H1961 H8799
wezen.
Genesis 28:3-4
Genesis 28:13-14
13
H2009
En ziet
H3068
, de HEERE
H5324 H8737
stond
H5921
op
H559 H8799
dezelve en zeide
H589
: Ik ben
H3068
de HEERE
H430
, de God
H1
van uw vader
H85
Abraham
H430
, en de God
H3327
van Izak
H776
; dit land
H834 H5921
, waarop
H859
gij
H7901 H8802
ligt te slapen
H5414 H8799
, zal Ik aan u geven
H2233
, en aan uw zaad.
14
H2233
En uw zaad
H1961 H8804
zal wezen
H6083
als het stof
H776
der aarde
H6555 H8804
, en gij zult uitbreken
H3220
[in] [menigte], westwaarts
H6924
en oostwaarts
H6828
, en noordwaarts
H5045
en zuidwaarts
H2233
; en in u, en in uw zaad
H3605
zullen alle
H4940
geslachten
H127
des aardbodems
H1288 H8738
gezegend worden.
Genesis 32:28-30
28
H559 H8799
Toen zeide Hij
H8034
: Uw naam
H5750
zal voortaan
H3808
niet
H3290
Jakob
H559 H8735
heten
H3588 H518
, maar
H3478
Israel
H3588
; want
H8280 H8804
gij hebt u vorstelijk gedragen
H5973
met
H430
God
H5973
en met
H582
de mensen
H3201 H8799
, en hebt overmocht.
Genesis 48:4
4
H413
En Hij heeft tot
H559 H8799
mij gezegd
H2009
: Zie
H6509 H8688
, Ik zal u vruchtbaar maken
H7235 H8689
, en u vermenigvuldigen
H6951
, en u tot een hoop
H5971
van volken
H5414 H8804
stellen
H2233
; en Ik zal aan uw zaad
H310
na u
H2063
dit
H776
land
H5769
tot een eeuwige
H272
bezitting
H5414 H8804
geven.
Deuteronomy 4:37
Deuteronomy 7:6-8
6
H6918
Want gij zijt een heilig
H5971
volk
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H3068
; u heeft de HEERE
H430
, uw God
H977 H8804
, verkoren
H5971
, dat gij Hem tot een volk
H5459
des eigendoms
H5971
zoudt zijn uit alle volken
H6440 H127
, die op den aardbodem zijn.
7
H3068
De HEERE
H2836 H8804
heeft geen lust tot u gehad
H977 H8799
, noch u verkoren
H7230
, om uw veelheid
H5971
boven alle andere volken
H4592
; want gij waart het weinigste
H5971
van alle volken.
8
H3068
Maar omdat de HEERE
H160
ulieden liefhad
H8104 H8800
, en opdat Hij hield
H7621
den eed
H1
, dien Hij uw vaderen
H7650 H8738
gezworen had
H3068
, heeft u de HEERE
H2389
met een sterke
H3027
hand
H3318 H8689
uitgevoerd
H6299 H8799
, en heeft u verlost
H1004 H5650
uit het diensthuis
H3027
, uit de hand
H6547
van Farao
H4428
, koning
H4714
van Egypte.
Deuteronomy 10:15
Deuteronomy 32:8-14
8
H5945
Toen de Allerhoogste
H1471
aan de volken
H5157 H8687
de erfenis uitdeelde
H120
, toen Hij Adams
H1121
kinderen
H6504 H8687
vaneen scheidde
H1367
, heeft Hij de landpalen
H5971
der volken
H5324 H8686
gesteld
H4557
naar het getal
H1121
der kinderen
H3478
Israels.
9
H3068
Want des HEEREN
H2506
deel
H5971
is Zijn volk
H3290
, Jakob
H2256
is het snoer
H5159
Zijner erve.
10
H4672 H8799
Hij vond
H776
hem in een land
H4057
der woestijn
H8414
, en in een woeste
H3214
huilende
H3452
wildernis
H5437 H8779
; Hij voerde hem rondom
H995 H8787
, Hij onderwees
H5341 H8799
hem, Hij bewaarde
H380 H5869
hem als Zijn oogappel.
11
H5404
Gelijk een arend
H7064
zijn nest
H5782 H8686
opwekt
H1469
, over zijn jongen
H7363 H8762
zweeft
H3671
, zijn vleugelen
H6566 H8799
uitbreidt
H3947 H8799
, ze neemt
H5375 H8799
en ze draagt
H84
op zijn vlerken;
12
H5148 H8686
[Zo] leidde
H3068
hem de HEERE
H910
alleen
H5236
, en er was geen vreemd
H410
god met hem.
13
H7392 H8686
Hij deed hem rijden
H1116
op de hoogten
H776
der aarde
H398 H8799
, dat hij at
H8570
de inkomsten
H7704
des velds
H1706
; en Hij deed hem honig
H3243 H8686
zuigen
H5553
uit de steenrots
H8081
, en olie
H2496
uit den kei
H6697
der rots;
14
H2529
Boter
H1241
van koeien
H2461
, en melk
H6629
van klein vee
H2459
, met het vet
H3733
der lammeren
H352
en der rammen
H1316
, die in Bazan
H1121
weiden
H6260
, en der bokken
H2459
, met het vette
H3629
der nieren
H2406
van tarwe
H1818
; en het druivenbloed
H2561
, reinen
H6025
wijn
H8354 H8799
, hebt gij gedronken.
Isaiah 41:8-9
Isaiah 43:4
Jeremiah 2:5
Jeremiah 2:31
31
H1755
O geslacht
H7200 H8798
, aanmerkt [toch] gijlieden
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H3478
! Ben Ik Israel
H4057
een woestijn
H776
geweest, of een land
H3991
der uiterste donkerheid
H559 H8804
? Waarom zegt
H5971
[dan] Mijn volk
H7300 H8804
: Wij zijn heren
H935 H8799
, wij zullen niet meer tot U komen?
Jeremiah 31:3
Malachi 1:6-7
6
H1121
Een zoon
H1
zal den vader
H3513 H8762
eren
H5650
, en een knecht
H113
zijn heer
H518
;
H589
ben Ik
H1
dan een Vader
H346
, waar
H3519
is Mijn eer
H518
?
H589
En ben Ik
H113
een Heere
H346
, waar
H4172
is Mijn vreze
H559 H8804
? zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H3548
tot u, o priesters
H959 H8802
, verachters
H8034
Mijns Naams
H559 H8804
! Maar gij zegt
H4100
: Waarmede
H959 H8804
verachten wij
H8034
Uw Naam?
Malachi 2:17
17
H3021 H8689
Gij vermoeit
H3068
den HEERE
H1697
met uw woorden
H559 H8804
; nog zegt gij
H4100
: Waarmede
H3021 H8689
vermoeien wij
H559 H8800
[Hem]? Daarmede, dat gij zegt
H3605
: Al
H7451
wie kwaad
H6213 H8802
doet
H2896
, is goed
H5869
in de ogen
H3068
des HEEREN
H1931
, en Hij
H2654 H8804
heeft lust
H176
aan zodanigen; of
H346
, waar
H430
is de God
H4941
des oordeels?
Malachi 3:7-8
7
H4480
Van
H1
uwer vaderen
H3117
dag
H5493 H8804
af, zijt gij afgeweken
H2706
van Mijn inzettingen
H3808
, en hebt ze niet
H8104 H8804
bewaard
H7725 H8798
; keert weder
H413
tot
H413
Mij, en Ik zal tot
H7725 H8799
u wederkeren
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H559 H8804
; maar gij zegt
H4100
: Waarin
H7725 H8799
zullen wij wederkeren?
Malachi 3:13-14
13
H1697
Uw woorden
H5921
zijn tegen
H2388 H8804
Mij te sterk geworden
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H559 H8804
; maar gij zegt
H4100
: Wat
H5921
hebben wij tegen
H1696 H8738
U gesproken?
14
H559 H8804
Gij zegt
H7723
: Het is tevergeefs
H430
God
H5647 H8800
te dienen
H4100
; want wat
H1215
nuttigheid
H3588
is het, dat
H4931
wij Zijn wacht
H8104 H8804
waarnemen
H3588
, en dat
H6941
wij in het zwart
H1980 H8804
gaan
H4480
, voor
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen?
Luke 10:29
Romans 9:10-13
10
G1161
En
G3756
niet
G3440
alleenlijk
G235
[deze], maar
G2532
ook
G4479
Rebekka
G1537
[is] [daarvan] [een] [bewijs], als zij uit
G1520
een
G2845
bevrucht
G2192 G5723
was
G2464
, [namelijk] Izaak
G2257
, onzen
G3962
vader.
11
G1063
Want
G3380
als [de] [kinderen] nog niet
G1080 G5685
geboren waren
G3366
, noch
G5100
iets
G18
goeds
G2228
of
G2556
kwaads
G4238 G5660
gedaan hadden
G2443
, opdat
G4286
het voornemen
G2316
Gods
G2596
, dat naar
G1589
de verkiezing
G3306 G5725
is, [vast] bleve
G3756
, niet
G1537
uit
G2041
de werken
G235
, maar
G1537
uit
G2564 G5723
den Roepende;