Jeremiah 5:5 Cross References - DSV_Strongs
Psalms 2:2-3
Jeremiah 2:20
20
H5769
Als Ik van ouds
H5923
uw juk
H7665 H8804
verbroken
H4147
, [en] uw banden
H5423 H8765
verscheurd had
H559 H8799
, zo zeidet gij
H5674 H8799 H8675 H5647 H8799
: Ik zal niet dienen
H1364
; maar op allen hogen
H1389
heuvel
H7488
en onder allen groenen
H6086
boom
H6808 H8802
loopt gij om
H2181 H8802
, hoererende.
Jeremiah 6:13
Ezekiel 22:6-8
6
H5387
Ziet, de vorsten
H3478
Israels
H376
zijn in u geweest, een ieder
H2220
naar zijn kracht
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten.
Ezekiel 22:25-29
25
H7195
De verbintenis
H5030
harer profeten
H8432
is in het midden
H7580 H8802
van haar als een brullende
H738
leeuw
H2964
, die een roof
H2963 H8802
rooft
H398 H8804
; zij eten
H5315
de zielen
H2633
op, den schat
H3366
en het kostelijke
H3947 H8799
nemen zij weg
H490
; haar weduwen
H7235 H8689
vermenigvuldigen zij
H8432
in het midden van haar.
26
H3548
Haar priesters
H8451
doen Mijn wet
H2554 H8804
geweld aan
H2490 H8762
, en zij ontheiligen
H6944
Mijn heilige dingen
H6944
; tussen het heilige
H2455
en het onheilige
H914 H8689
maken zij geen onderscheid
H2931
, en [het] [verschil] tussen het onreine
H2889
en reine
H3045 H8689
geven zij niet te kennen
H5956 H8689
; daartoe verbergen zij
H5869
hun ogen
H7676
van Mijn sabbatten
H8432
; ja, Ik word in het midden
H2490 H8735
van hen ontheiligd.
27
H8269
Haar vorsten
H7130
zijn in het midden
H2061
van haar als wolven
H2964
, die een roof
H2963 H8802
roven
H1818
, om bloed
H8210 H8800
te vergieten
H5315
, [en] om zielen
H6 H8763
te verderven
H1215
; opdat zij gierigheid
H1214 H8800
zouden plegen.
Amos 4:1
1
H8085 H8798
Hoort
H2088
dit
H1697
woord
H6510
, gij koeien
H1316
van Basan
H834
! gij, die
H2022
op den berg
H8111
van Samaria
H1800
zijt, die de armen
H6231 H8802
verdrukt
H34
, die de nooddruftigen
H7533 H8802
verplettert
H113
; gij, die tot hunlieder heren
H559 H8802
zegt
H935 H8685
: Brengt aan
H8354 H8799
, opdat wij drinken.
Micah 3:1-4
1
H559 H8799
Voorts zeide ik
H8085 H8798
: Hoort
H4994
nu
H7218
, gij hoofden
H3290
Jakobs
H7101
, en gij oversten
H1004
van het huis
H3478
Israels
H3808
! Betaamt het ulieden niet
H4941
het recht
H3045 H8800
te weten?
2
H8130 H8802
Zij haten
H2896
het goede
H157 H0
, en hebben
H7451
het kwade
H157 H8802
lief
H1497 H8802
; zij roven
H5785
hun huid
H4480 H5921
van
H7607
hen af, en hun vlees
H4480 H5921
van
H6106
hun beenderen.
3
H834
Ja, zij zijn het, die
H7607
het vlees
H5971
mijns volks
H398 H8804
eten
H4480 H5921
, en
H5785
hun huid
H6584 H8689
afstropen
H6106
, en hun beenderen
H6476 H8765
verbreken
H6566 H8804
; en vaneen leggen
H834
, gelijk als
H5518
in een pot
H1320
, en als vlees
H8432
in het midden
H7037
eens ketels.
Micah 3:11
11
H7218
Haar hoofden
H8199 H8799
rechten
H7810
om geschenken
H3548
, en haar priesters
H3384 H8686
leren
H4242
om loon
H5030
, en haar profeten
H7080 H8799
waarzeggen
H3701
om geld
H8172 H8735
; nog steunen zij
H5921
op
H3068
den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H3068
: Is de HEERE
H3808
niet
H7130
in het midden
H5921
van ons?
H3808
Ons zal geen
H7451
kwaad
H935 H8799
overkomen.
Micah 7:3-4
3
H5921
Om
H3709
[met] beide handen
H3190 H0
wel dapper
H7451
kwaad
H3190 H8687
te doen
H7592 H8802
, zo eist
H8269
de vorst
H8199 H8802
, en de rechter
H7966
[oordeelt] om vergelding
H1419
; en de grote
H1696 H8802
spreekt
H1942
de verderving
H5315 H1931
zijner ziel
H5686 H8762
, en zij draaien ze dicht ineen.
Zephaniah 3:3-5
3
H8269
Haar vorsten
H7580 H8802
zijn brullende
H738
leeuwen
H7130
in het midden
H8199 H8802
van haar; haar rechters
H6153 H2061
zijn avondwolven
H3808
, die de beenderen niet
H1633 H8804
breken
H1242
tot aan den morgen.
4
H5030
Haar profeten
H6348 H8802
zijn lichtvaardig
H900
, gans trouweloze
H582
mannen
H3548
; haar priesters
H2490 H8765
verontreinigen
H6944
het heilige
H8451
, zij doen der wet
H2554 H8804
geweld aan.
5
H6662
De rechtvaardige
H3068
HEERE
H7130
is in het midden
H6213 H8799
van haar, Hij doet
H3808
geen
H5766
onrecht
H1242 H1242
; allen morgen
H5414 H8799
geeft Hij
H4941
Zijn recht
H216
in het licht
H5737 H8738
, er ontbreekt
H3808
niet
H5767
; doch de verkeerde
H3045 H8802
weet
H3808
van geen
H1322
schaamte.
Malachi 2:7
Matthew 19:23-26
23
G1161
En
G2424
Jezus
G2036 G5627
zeide
G846
tot Zijn
G3101
discipelen
G281
: Voorwaar
G3004 G5719
, Ik zeg
G5213
u
G3754
, dat
G4145
een rijke
G1423
bezwaarlijk
G1519
in
G932
het Koninkrijk
G3772
der hemelen
G1525 G5695
zal ingaan.
24
G1161
En
G3825
wederom
G3004 G5719
zeg Ik
G5213
u
G2076 G5748
: Het is
G2123
lichter
G2574
, dat een kemel
G1330 G5629
ga
G1223
door
G5169
het oog
G4476
van een naald
G2228
, dan
G4145
dat een rijke
G1525 G5629
inga
G1519
in
G932
het Koninkrijk
G2316
Gods.
Luke 18:24
Luke 19:14
Acts 4:26-27
26
G935
De koningen
G1093
der aarde
G3936 G5656
zijn [te] [zamen] opgestaan
G2532
, en
G758
de oversten
G4863 G5681 G1909 G846
zijn bijeenvergaderd
G2596
tegen
G2962
den Heere
G2532
, en
G2596
tegen
G846
Zijn
G5547
Gezalfde.
27
G1063
Want
G1909
in
G225
der waarheid
G4863 G5681
zijn vergaderd
G1909
tegen
G4675
Uw
G40
heilig
G3816
Kind
G2424
Jezus
G3739
, Welken
G5548 G5656
Gij gezalfd hebt
G5037
, beiden
G2264
Herodes
G2532
en
G4194
Pontius
G4091
Pilatus
G4862
, met
G1484
de heidenen
G2532
en
G2992
de volken
G2474
Israels;
James 2:5-7
5
G191 G5657
Hoort
G3450
, mijn
G27
geliefde
G80
broeders
G2316
, heeft God
G3756
niet
G1586 G5668
uitverkoren
G4434
de armen
G5127
dezer
G2889
wereld
G4145
, [om] rijk
G1722
[te] [zijn] in
G4102
het geloof
G2532
, en
G2818
erfgenamen
G932
des Koninkrijks
G3739
, hetwelk
G1861 G5662
Hij belooft
G846
dengenen, die Hem
G25 G5723
liefhebben?