14
H7971 H8799
Zij zonden dan henen
H3947 H8799
en namen
H3414
Jeremia
H2691
uit het voorhof
H4307
der bewaring
H5414 H8799
, en gaven hem over
H1436
aan Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H3318 H8687
, dat hij hem henen uitbracht
H1004
naar huis
H3427 H8799
; alzo bleef hij
H8432
in het midden
H5971
des volks.
Jeremiah 39:14 Cross References - DSV_Strongs
2 Kings 22:12
2 Kings 25:22-25
22
H5971
Maar aangaande het volk
H776
, dat in het
H3063
land van Juda
H7604 H8737
overgebleven was
H834
, dat
H5019
Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H7604 H8689
, had laten overblijven
H5921
, daarover
H6485 H8686
stelde hij
H1436
Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan.
23
H3605
Toen nu al
H8269
de oversten
H2428
der heiren
H1992
, zij
H582
en hun mannen
H8085 H8799
, hoorden
H3588
, dat
H4428
de koning
H894
van Babel
H1436
Gedalia
H6485 H8689
tot overste gesteld had
H935 H8799
, kwamen zij
H413
tot
H1436
Gedalia
H4709
naar Mizpa
H3458
; namelijk, Ismael
H1121
, de zoon
H5418
van Nethanja
H3110
, en Johanan
H1121
, de zoon
H7143
van Kareah
H8304
, en Seraja
H1121
, de zoon
H8576
van Tanhumeth
H5200
, de Netofathiet
H2970
, en Jaazanja
H1121
, de zoon
H4602
van den Maachathiet
H1992
, zij
H582
en hun mannen.
24
H1436
En Gedalia
H7650 H8735
zwoer
H582
hun en hun mannen
H559 H8799
, en zeide
H3372 H8799
tot hen: Vreest
H408
niet
H4480
van
H5650
te zijn knechten
H3778
der Chaldeen
H3427 H8798
, blijft
H776
in het land
H5647 H8798
, en dient
H4428
den koning
H894
van Babel
H3190 H8799
, zo zal het u wel gaan.
25
H1961 H8799
Maar het geschiedde
H7637
in de zevende
H2320
maand
H3458
, dat Ismael
H1121
, de zoon
H5418
van Nethanja
H1121
, den zoon
H476
van Elisama
H4410
, van koninklijk
H2233
zaad
H935 H8804
, kwam
H6235
, en tien
H582
mannen
H854
met
H5221 H8686
hem; en zij sloegen
H1436
Gedalia
H4191 H8799
, dat hij stierf
H3064
; mitsgaders de Joden
H3778
en de Chaldeen
H834
, die
H4709
met hem te Mizpa
H1961 H8804
waren.
Psalms 105:19
Jeremiah 26:24
Jeremiah 37:21
21
H6680 H0
Toen gaf
H4428
de koning
H6667
Zedekia
H6680 H8762
bevel
H6485 H8686
; en zij bestelden
H3414
Jeremia
H2691
in het voorhof
H4307
der bewaring
H5414 H8800
, en men gaf
H3117
hem des daags
H3603
een bol
H3899
broods
H644 H8802 H2351
uit de Bakkerstraat
H3899
, totdat al het brood
H5892
van de stad
H8552 H8800
op was
H3427 H8799
. Alzo bleef
H3414
Jeremia
H2691
in het voorhof
H4307
der bewaring.
Jeremiah 38:13
Jeremiah 38:28
Jeremiah 39:15
Jeremiah 40:1-41:3
1
H1697
Het woord
H3068
, dat van den HEERE
H3414
geschied is tot Jeremia
H310
, nadat
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H7971 H8763
, hem had laten gaan
H7414
van Rama
H3947 H8800
; als hij hem had laten halen
H246
, daar hij met ketenen
H631 H8803
gebonden was
H8432
in het midden
H1546
aller gevangenen
H3389
van Jeruzalem
H3063
en Juda
H894
, die naar Babel
H1540 H8716
gevankelijk werden weggevoerd.
Jeremiah 41:1-3
1
H7637
Maar het geschiedde in de zevende
H2320
maand
H3458
, [dat] Ismael
H1121
, de zoon
H5418
van Nethanja
H1121
, den zoon
H476
van Elisama
H4410
, van koninklijken
H2233
zade
H7227
, en de oversten
H4428
des konings
H6235
, te weten tien
H582
mannen
H935 H8804
, met hem kwamen
H1436
tot Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H4709
, te Mizpa
H398 H8799
; en zij aten
H3899
aldaar brood
H3162
te zamen
H4708
, te Mizpa.
2
H3458
En Ismael
H1121
, de zoon
H5418
van Nethanja
H6965 H8799
, maakte zich op
H6235
, mitsgaders de tien
H582
mannen
H5221 H8686
, die met hem waren, en zij sloegen
H1436
Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H2719
, met het zwaard
H4191 H8686
; alzo doodde hij
H4428
hem, dien de koning
H894
van Babel
H776
over het land
H6485 H8689
gesteld had.