Genesis 3:5 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 2:17
Genesis 3:7
Genesis 3:10
Genesis 3:22
22
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H430
God
H2005
: Ziet
H120
, de mens
H1961 H8804
is geworden
H4480
als Onzer
H259
een
H3045 H8800
, kennende
H2896
het goed
H7451
en het kwaad
H6258
! Nu dan
H6435 H0
, dat
H3027
hij zijn hand
H6435
niet
H7971 H8799
uitsteke
H3947 H8804
, en neme
H1571
ook
H4480
van
H6086
den boom
H2416
des levens
H398 H8804
, en ete
H2425 H8804
, en leve
H5769
in eeuwigheid.
Exodus 5:2
Exodus 20:7
1 Kings 22:6
6
H6908 H8799
Toen vergaderde
H4428
de koning
H3478
van Israel
H5030
de profeten
H702 H3967
, omtrent vierhonderd
H376
man
H559 H8799
, en hij zeide
H413
tot
H5921
hen: Zal ik tegen
H7433
Ramoth
H1568
in Gilead
H4421
ten strijde
H3212 H8799
trekken
H518
, of
H2308 H8799
zal ik het nalaten
H559 H8799
? En zij zeiden
H5927 H8798
: Trek op
H136
, want de HEERE
H3027
zal ze in de hand
H4428
des konings
H5414 H8799
geven.
2 Chronicles 32:15
15
H6258
Nu dan
H2396
, dat Jehizkia
H853
ulieden
H408
niet
H5377 H8686
bedriege
H853
, en dat hij u
H2063
op zulk een wijze
H408
niet
H5496 H8686
opruie
H539 H8686
, en gelooft
H408
hem niet
H3588
; want
H3808 H3605
geen
H433
god
H3605
van enige
H1471
natie
H4467
en koninkrijk
H5971
heeft zijn volk
H4480
uit
H3027
mijn hand
H1
en mijner vaderen
H3027
hand
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H637 H3588
; hoeveel
H3808
te min
H430
zal uw God
H853
u
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
kunnen redden?
Psalms 12:4
Isaiah 14:14
Jeremiah 14:13-14
13
H559 H8799
Toen zeide ik
H162
: Ach
H136
, Heere
H3069
HEERE
H5030
! zie, die profeten
H559 H8802
zeggen
H2719
hun: Gij zult geen zwaard
H7200 H8799
zien
H7458
, en gij zult geen honger
H571
hebben; maar Ik zal u een gewissen
H7965
vrede
H5414 H8799
geven
H4725
in deze plaats.
14
H3068
En de HEERE
H559 H8799
zeide
H5030
tot mij: Die profeten
H5012 H8737
profeteren
H8267
vals
H8034
in Mijn Naam
H7971 H8804
; Ik heb hen niet gezonden
H6680 H8765
, noch hun bevel gegeven
H1696 H8765
, noch tot hen gesproken
H5012 H8693
; zij profeteren
H8267
ulieden een vals
H2377
gezicht
H7081
, en waarzegging
H457 H8675 H434
, en nietigheid
H8649
, en bedriegerij
H3820
huns harten.
Jeremiah 28:2-3
2
H559 H8804
Zo spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H5923
: Ik heb het juk
H4428
des konings
H894
van Babel
H7665 H8804
verbroken.
3
H3117
In nog twee volle
H8141
jaren
H4725
zal Ik tot deze plaats
H7725 H8688
wederbrengen
H3627
al de vaten
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H5019
, die Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H4725
, uit deze plaats
H3947 H8804
heeft weggenomen
H894
, en dezelve [naar] Babel
H935 H8686
gebracht.
Ezekiel 13:2-6
2
H1121 H120
Mensenkind
H5012 H8734
, profeteer
H5030
tegen de profeten
H3478
Israels
H5012 H8737
, die profeteren
H559 H8804
, en zeg
H3820
tot degenen, die uit hun hart
H5030
profeteren
H8085 H8798
: Hoort
H3068
des HEEREN
H1697
woord.
3
H559 H8804
Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H1945
: Wee
H5036
over die dwaze
H5030
profeten
H7307
, die hun geest
H1980 H8802 H310
nawandelen
H7200 H8804
, en hetgeen zij niet gezien hebben!
Ezekiel 13:22
22
H3820
Omdat gijlieden het hart
H6662
des rechtvaardigen
H8267
[door] valsheid
H3512 H8687
hebt bedroefd gemaakt
H3510 H8689
, daar Ik hem geen smart aangedaan heb
H3027
; en omdat gij de handen
H7451
des goddelozen
H2388 H8763
gesterkt hebt
H7563
, opdat hij zich van zijn bozen
H1870
weg
H7725 H8800
niet afkeren zou
H2421 H8687
, dat Ik hem in het leven behield;
Ezekiel 28:2
2
H1121 H120
Mensenkind
H559 H8798
! zeg
H5057
tot den vorst
H6865
van Tyrus
H559 H8804
: Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H3820
: Omdat uw hart
H1361 H8804
zich verheft
H559 H8799
en zegt
H410
: Ik ben God
H3427 H8804
, ik zit
H430
in Godes
H4186
stoel
H3820
, in het hart
H3220
der zeeen
H120
! daar gij een mens
H410
en geen God
H5414 H8799
zijt, stelt gij
H3820
nochtans uw hart
H430
, als Gods
H3820
hart.
Ezekiel 28:9
Ezekiel 29:3
3
H1696 H8761
Spreek
H559 H8804
en zeg
H559 H8804
: Zo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H6547
: Zie, Ik [wil] aan u, o Farao
H4428
, koning
H4714
van Egypte
H1419
! dien groten
H8577
zeedraak
H8432
, die in het midden
H2975
zijner rivieren
H7257 H8802
ligt
H559 H8804
; die daar zegt
H2975
: Mijn rivier
H6213 H8804
is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt.
Daniel 4:30
Daniel 6:7
7
H3606
[06:8] Al
H5632
de vorsten
H4437
des rijks
H5460
, de overheden
H324
en stadhouders
H1907
, de raadsheren
H6347
en landvoogden
H3272 H8724
hebben zich beraadslaagd
H4430
een koninklijke
H7010
ordonnantie
H6966 H8742
te stellen
H8631 H8742
, en een sterk
H633
gebod
H5705
te maken, dat al wie in
H8533
dertig
H3118
dagen
H1159
een verzoek
H1156 H8748
zal doen
H4481
van
H3606
enigen
H426
god
H606
of mens
H3861
, behalve
H4481
van u
H4430
, o koning
H1358
! die zal in den kuil
H744
der leeuwen
H7412 H8729
geworpen worden.
Matthew 6:23
23
G1161
Maar
G1437
indien
G4675
uw
G3788
oog
G4190
boos
G5600 G5753
is
G3650
, zo zal geheel
G4675
uw
G4983
lichaam
G4652
duister
G2071 G5704
zijn
G1487
. Indien
G3767
dan
G5457
het licht
G1722
, dat in
G4671
u
G2076 G5748
is
G4655
, duisternis
G4214
is, hoe groot
G4655
[zal] de duisternis [zelve] [zijn]!
Acts 12:22-23
Acts 26:18
18
G846
Om hun
G3788
ogen
G455 G5658
te openen
G1994 G5658
, en [hen] te bekeren
G575
van
G4655
de duisternis
G1519
tot
G5457
het licht
G2532
, en
G1849
[van] de macht
G4567
des satans
G1909
tot
G2316
God
G846
; opdat
G859
zij vergeving
G266
der zonden
G2983 G5629
ontvangen
G2532
, en
G2819
een erfdeel
G1722
onder
G37 G5772
de geheiligden
G4102
, door het geloof
G1519
in
G1691
Mij.
2 Corinthians 4:4
4
G1722
In
G3739
dewelke
G2316
de god
G5127
dezer
G165
eeuw
G3540
de zinnen
G5186 G5656
verblind heeft
G571
, [namelijk] der ongelovigen
G1519
, opdat
G846
hen
G3361
niet
G826 G5658
bestrale
G5462
de verlichting
G2098
van het Evangelie
G1391
der heerlijkheid
G5547
van Christus
G3739
, Die
G1504
het Beeld
G2316
Gods
G2076 G5748
is.
2 Corinthians 11:3
3
G1161
Doch
G5399 G5736
ik vrees
G3361
, dat niet
G4458
enigszins
G5613
, gelijk
G3789
de slang
G2096
Eva
G1722
door
G846
haar
G3834
arglistigheid
G1818 G5656
bedrogen heeft
G3779
, alzo
G5216
uw
G3540
zinnen
G5351 G5652
bedorven worden
G575
, [om] [af] [te] [wijken] van
G572
de eenvoudigheid
G1519
, die in
G5547
Christus is.
2 Corinthians 11:13-15
13
G1063
Want
G5108
zulke
G5570
valse apostelen
G1386
zijn bedriegelijke
G2040
arbeiders
G3345 G5734
, zich veranderende
G1519
in
G652
apostelen
G5547
van Christus.
2 Thessalonians 2:4
4
G3588
Die
G480 G5740
zich tegenstelt
G2532
, en
G5229 G5746
verheft
G1909
boven
G3956
al
G2316
wat God
G3004 G5746
genaamd
G2228
, of
G4574
[als] [God] geeerd wordt
G5620
, alzo dat
G846
hij
G1519
in
G3485
den tempel
G2316
Gods
G5613
als
G2316
een God
G2523 G5658
zal zitten
G1438
, zichzelven
G584 G5723
vertonende
G3754
, dat
G2316
hij God
G2076 G5748
is.
Revelation 13:4
4
G2532
En
G4352 G5656
zij aanbaden
G1404
den draak
G3739
, die
G2342
het beest
G1849
macht
G1325 G5656
gegeven had
G2532
; en
G4352 G5656
zij aanbaden
G2342
het beest
G3004 G5723
, zeggende
G5101
: Wie
G2342
is dit beest
G3664
gelijk
G5101
? wie
G1410 G5736
kan
G4170 G5658
krijg voeren
G3326
tegen
G846
hetzelve?
Revelation 13:14
14
G2532
En
G4105 G5719
verleidt
G1909
degenen, die op
G1093
de aarde
G2730 G5723
wonen
G1223
, door
G4592
de tekenen
G3739
, die
G846
aan hetzelve
G4160 G5658
te doen
G1325 G5681
gegeven zijn
G1799
in de tegenwoordigheid
G2342
van het beest
G3004 G5723
; zeggende
G1909
tot degenen, die op
G1093
de aarde
G2730 G5723
wonen
G2342
, dat zij het beest
G3739
, dat
G4127
de wond
G3162
des zwaards
G2192 G5719
had
G2532
, en
G2198 G5656
[weder] leefde
G1504
, een beeld
G4160 G5658
zouden maken.