7
H7233
Ik heb u tot tien duizend
H6780
, als het gewas
H7704
des velds
H5414 H8804
, gemaakt
H7235 H8799
; en gij zijt gegroeid
H1431 H8799
, en groot geworden
H935 H8799
, en zijt gekomen
H5716
tot grote sierlijkheid
H7699
; [uw] borsten
H3559 H8738
zijn vast geworden
H8181
, en uw haar
H6779 H8765
is gewassen
H5903
, doch gij waart naakt
H6181
en bloot.
Ezekiel 16:7 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 22:17
17
H3588
Voorzeker
H1288 H8763
zal Ik u grotelijks
H1288 H8762
zegenen
H2233
, en uw zaad
H7235 H8687
zeer
H7235 H8686
vermenigvuldigen
H3556
, als de sterren
H8064
des hemels
H2344
, en als het zand
H834
, dat
H5921
aan
H8193
den oever
H3220
der zee
H2233
is; en uw zaad
H8179
zal de poort
H341 H8802
zijner vijanden
H3423 H8799
erfelijk bezitten.
Exodus 1:7
Exodus 3:22
22
H802
Maar [elke] vrouw
H7934
zal van haar naburin
H1481 H8802
, en van de waardin
H1004
haars huizes
H7592 H8804
, eisen
H3701
zilveren
H3627
vaten
H2091
, en gouden
H3627
vaten
H8071
, en klederen
H1121
; die zult gijlieden op uw zonen
H1323
, en op uw dochteren
H7760 H8804
leggen
H4714
, en gij zult Egypte
H5337 H8765
beroven.
Exodus 12:37
Deuteronomy 1:10
Deuteronomy 4:8
Deuteronomy 32:10-14
10
H4672 H8799
Hij vond
H776
hem in een land
H4057
der woestijn
H8414
, en in een woeste
H3214
huilende
H3452
wildernis
H5437 H8779
; Hij voerde hem rondom
H995 H8787
, Hij onderwees
H5341 H8799
hem, Hij bewaarde
H380 H5869
hem als Zijn oogappel.
11
H5404
Gelijk een arend
H7064
zijn nest
H5782 H8686
opwekt
H1469
, over zijn jongen
H7363 H8762
zweeft
H3671
, zijn vleugelen
H6566 H8799
uitbreidt
H3947 H8799
, ze neemt
H5375 H8799
en ze draagt
H84
op zijn vlerken;
12
H5148 H8686
[Zo] leidde
H3068
hem de HEERE
H910
alleen
H5236
, en er was geen vreemd
H410
god met hem.
13
H7392 H8686
Hij deed hem rijden
H1116
op de hoogten
H776
der aarde
H398 H8799
, dat hij at
H8570
de inkomsten
H7704
des velds
H1706
; en Hij deed hem honig
H3243 H8686
zuigen
H5553
uit de steenrots
H8081
, en olie
H2496
uit den kei
H6697
der rots;
14
H2529
Boter
H1241
van koeien
H2461
, en melk
H6629
van klein vee
H2459
, met het vet
H3733
der lammeren
H352
en der rammen
H1316
, die in Bazan
H1121
weiden
H6260
, en der bokken
H2459
, met het vette
H3629
der nieren
H2406
van tarwe
H1818
; en het druivenbloed
H2561
, reinen
H6025
wijn
H8354 H8799
, hebt gij gedronken.
Deuteronomy 33:26-29
26
H410
Niemand is er gelijk God
H3484
, o Jeschurun
H8064
! Die op den hemel
H7392 H8802
vaart
H5828
tot uw hulp
H1346
, en met Zijn hoogheid
H7834
op de bovenste wolken.
27
H6924
De eeuwige
H430
God
H4585
zij u een woning
H5769
, en van onder eeuwige
H2220
armen
H1644 H8762
; en Hij verdrijve
H341 H8802
den vijand
H6440
voor uw aangezicht
H559 H8799
, en zegge
H8045 H8685
: Verdelg!
28
H3478
Israel
H983
dan zal zeker
H910
alleen
H7931 H8799
wonen
H3290
, [en] Jakobs
H5869
oog
H776
zal zijn op een land
H1715
van koren
H8492
en most
H8064
; ja, zijn hemel
H2919
zal van dauw
H6201 H8799
druipen.
29
H835
Welgelukzalig
H3478
zijt gij, o Israel
H5971
! wie is u gelijk? gij zijt een volk
H3467 H8737
, verlost
H3068
door den HEERE
H4043
, het Schild
H5828
uwer hulp
H2719
, en Die een Zwaard
H1346
is uwer hoogheid
H341 H8802
; daarom zullen zich uw vijanden
H3584 H8735
geveinsdelijk aan u onderwerpen
H1116
, en gij zult op hun hoogten
H1869 H8799
treden!
Nehemiah 9:18-25
18
H637
Zelfs
H3588
, als
H4541
zij zich een gegoten
H5695
kalf
H6213 H8804
gemaakt hadden
H559 H8799
, en gezegd
H2088
: Dit
H430
is uw God
H834
, Die
H4480
u uit
H4714
Egypte
H5927 H8689
heeft opgevoerd
H1419
; en grote
H5007
lasteren
H6213 H8799
gedaan hadden;
19
H859
Hebt Gij
H7227
hen nochtans door Uw grote
H7356
barmhartigheid
H3808
niet
H5800 H8804
verlaten
H4057
in de woestijn
H5982 H6051
; de wolkkolom
H5493 H8804
week
H3808
niet
H4480 H5921
van
H3119
hen des daags
H1870
, om hen op den weg
H5148 H8687
te leiden
H5982 H784
, noch de vuurkolom
H3915
des nachts
H215 H8687
, om hen te lichten
H1870
, en dat, op den weg
H834
, waarin
H3212 H8799
zij zouden wandelen.
20
H2896
En Gij hebt Uw goeden
H7307
Geest
H5414 H8804
gegeven
H7919 H8687
om hen te onderwijzen
H4478
; en Uw Manna
H3808
hebt Gij niet
H4513 H8804
geweerd
H4480
van
H6310
hun mond
H4325
, en water
H5414 H8804
hebt Gij hun gegeven
H6772
voor hun dorst.
21
H705
Alzo hebt Gij hen veertig
H8141
jaren
H3557 H8773
onderhouden
H4057
in de woestijn
H3808
; zij hebben geen
H2637 H8804
gebrek gehad
H8008
; hun klederen
H3808
zijn niet
H1086 H8804
veroud
H7272
, en hun voeten
H3808
niet
H1216 H8804
gezwollen.
22
H4467
Voorts hebt Gij hun koninkrijken
H5971
en volken
H5414 H8799
gegeven
H2505 H8799
, en hebt hen verdeeld
H6285
in hoeken
H3423 H8799
. Alzo hebben zij erfelijk bezeten
H776
het land
H5511
van Sihon
H776
, te weten, het land
H4428
des konings
H2809
van Hesbon
H776
, en het land
H5747
van Og
H4428
, koning
H1316
van Basan.
23
H1121
Gij hebt ook hun kinderen
H7235 H8689
vermenigvuldigd
H3556
, als de sterren
H8064
des hemels
H935 H8686
; en Gij hebt hen gebracht
H413
in
H776
het land
H834
, waarvan
H1
Gij tot hun vaderen
H559 H8804
hadt gezegd
H935 H8800
, dat zij zouden ingaan
H3423 H8800
om het erfelijk te bezitten.
24
H1121
Alzo zijn de kinderen
H935 H8799
daarin gekomen
H776
, en hebben dat land
H3423 H8799
erfelijk ingenomen
H3427 H8802
; en Gij hebt de inwoners
H776
des lands
H3669
, de Kanaanieten
H6440
, voor hun aangezicht
H3665 H8686
ten ondergebracht
H3027
, en hebt hen in hun hand
H5414 H8799
gegeven
H4428
, mitsgaders hun koningen
H5971
en de volken
H776
des lands
H6213 H8800
, om daarmede te doen
H7522
naar hun welgevallen.
25
H1219 H8803
En zij hebben vaste
H5892
steden
H8082
en een vet
H127
land
H3920 H8799
ingenomen
H3423 H8799
, en erfelijk bezeten
H1004
, huizen
H4392
, vol
H3605
van alle
H2898
goed
H2672 H8803
, uitgehouwen
H953
bornputten
H3754
, wijngaarden
H2132
, olijfgaarden
H6086
en bomen
H3978
van spijze
H7230
, in menigte
H398 H8799
; en zij hebben gegeten
H7646 H8799
, en zijn zat
H8080 H8686
en vet geworden
H5727 H8691
, en hebben in wellust geleefd
H1419
, door Uw grote
H2898
goedigheid.
Job 1:21
21
H559 H8799
En hij zeide
H6174
: Naakt
H4480
ben ik uit
H517
mijner moeders
H990
buik
H3318 H8804
gekomen
H6174
, en naakt
H8033
zal ik daarhenen
H7725 H8799
wederkeren
H3068
. De HEERE
H5414 H8804
heeft gegeven
H3068
, en de HEERE
H3947 H8804
heeft genomen
H8034
; de Naam
H3068
des HEEREN
H1961 H8799
zij
H1288 H8794
geloofd!
Psalms 135:4
Psalms 147:20
Psalms 148:14
Psalms 149:2-4
2
H3478
Dat Israel
H8055 H8799
zich verblijde
H6213 H8802
in Dengene, Die hem gemaakt heeft
H1121
; dat de kinderen
H6726
Sions
H1523 H8799
zich verheugen
H4428
over hun Koning.
Song of Songs 4:5
Isaiah 61:10
10
H7797 H8800
Ik ben zeer
H7797 H8799
vrolijk
H3068
in den HEERE
H5315
, mijn ziel
H1523 H8799
verheugt zich
H430
in mijn God
H3847 H8689
, want Hij heeft mij bekleed
H899
met de klederen
H3468
des heils
H4598
, den mantel
H6666
der gerechtigheid
H3271 H8804
heeft Hij mij omgedaan
H2860
; gelijk een bruidegom
H6287
zich met priesterlijk sieraad
H3547 H8762
versiert
H3618
, en als een bruid
H5710 H8799
zich versiert
H3627
met haar gereedschap.
Isaiah 62:3
Ezekiel 16:10-13
10
H3847 H8686
Ik bekleedde
H7553
u ook met gestikt werk
H5274 H8799
, en Ik schoeide
H8476
u met dassenvellen
H2280 H8799
, en omgordde
H8336
u met fijn linnen
H3680 H8762
, en bedekte
H4897
u met zijde.
11
H5710 H8799
Ook versierde Ik
H5716
u met sieraad
H5414 H8799
, en deed
H6781
armringen
H3027
aan uw handen
H7242
, en een keten
H1627
aan uw hals.
12
H5414 H8799
Desgelijks deed Ik
H5141
een voorhoofdsiersel
H639
aan uw aangezicht
H5694
, en oorringen
H241
aan uw oren
H5850
, en een kroon
H8597
der heerlijkheid
H7218
op uw hoofd.
13
H5710 H8799
Zo waart gij versierd
H2091
met goud
H3701
en zilver
H4403
, en uw kleding
H8336 H8675 H8336
was fijn linnen
H4897
, en zijde
H7553
, en gestikt werk
H398 H8804
; gij at
H5560
meelbloem
H1706
, en honig
H8081
, en olie
H3302 H0
, en gij waart
H3966
gans zeer
H3302 H8799
schoon
H6743 H8799
, en waart voorspoedig
H4410
, dat gij een koninkrijk werdt.
Ezekiel 16:16
Ezekiel 16:22
Hosea 2:3
Hosea 2:9-10
Acts 7:17
Revelation 3:17-18
17
G3754
Want
G3004 G5719
gij zegt
G3754
:
G1510 G5748
Ik ben
G4145
rijk
G2532
, en
G4147 G5758
verrijkt geworden
G2532
, en
G2192 G5719
heb
G3762
geens dings
G5532
gebrek
G2532
; en
G1492 G5758
gij weet
G3756
niet
G3754
, dat
G4771
gij
G1488 G5748
zijt
G5005
ellendig
G2532
, en
G1652
jammerlijk
G2532
, en
G4434
arm
G2532
, en
G5185
blind
G2532
, en
G1131
naakt.
18
G4823 G5719
Ik raad
G4671
u
G3844
dat gij van
G1700
Mij
G59 G5658
koopt
G5553
goud
G4448 G5772
, beproefd
G1537
komende uit
G4442
het vuur
G2443
, opdat
G4147 G5661
gij rijk moogt worden
G2532
; en
G3022
witte
G2440
klederen
G2443
, opdat
G4016 G5643
gij moogt bekleed worden
G2532
, en
G152
de schande
G4675
uwer
G1132
naaktheid
G3361
niet
G5319 G5686
geopenbaard worde
G2532
; en
G1472 G5657
zalf
G4675
uw
G3788
ogen
G2854
met ogenzalf
G2443
, opdat
G991 G5725
gij zien moogt.