Exodus 2:21 Cross References - DSV_Strongs

  21 H4872 En Mozes H2974 H8686 bewilligde H376 bij den man H3427 H8800 te wonen H5414 H8799 ; en hij gaf H4872 Mozes H1323 zijn dochter H6855 Zippora;

Genesis 31:38-40

  38 H2088 Deze H6242 twintig H8141 jaren H595 ben ik H5973 bij H7353 u geweest; uw ooien H5795 en uw geiten H3808 hebben niet H7921 H8765 misdragen H352 , en de rammen H6629 uwer kudde H3808 heb ik niet H398 H8804 gegeten.
  39 H2966 Het verscheurde H595 heb ik H413 tot H3808 u niet H935 H8689 gebracht H2398 H8762 ; ik heb het geboet H4480 ; gij hebt het van H3027 mijn hand H1245 H8762 geeist H3117 , het ware des daags H1589 H8803 gestolen H3915 , of des nachts H1589 H8803 gestolen.
  40 H1961 H8804 Ik ben geweest H3117 , dat mij bij dag H2721 de hitte H398 H8804 verteerde H3915 , en bij nacht H7140 de vorst H8142 , en dat mijn slaap H4480 van H5869 mijn ogen H5074 H8799 week.

Exodus 2:10

  10 H3206 En toen het knechtje H1431 H8799 groot geworden was H935 H8686 , zo bracht zij H6547 het tot Farao's H1323 dochter H1121 , en het werd haar ten zoon H7121 H8799 ; en zij noemde H8034 zijn naam H4872 Mozes H559 H8799 , en zeide H4325 : Want ik heb hem uit het water H4871 H8804 getogen.

Exodus 4:20-25

  20 H4872 Mozes H3947 H8799 dan nam H802 zijn vrouw H1121 , en zijn zonen H7392 H8686 , en voerde H2543 hen op een ezel H7725 H8799 , en keerde weder H776 H4714 in Egypteland H4872 ; en Mozes H3947 H8799 nam H4294 den staf H430 Gods H3027 in zijn hand.
  21 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H4872 tot Mozes H3212 H8800 : Terwijl gij heentrekt H4714 , om weder in Egypte H7725 H8800 te keren H7200 H8798 , zie toe H4159 , dat gij al de wonderen H6213 H8804 doet H6440 voor H6547 Farao H3027 , die Ik in uw hand H7760 H8804 gesteld heb H3820 ; doch Ik zal zijn hart H2388 H8762 verstokken H5971 , dat hij het volk H7971 H8762 niet zal laten gaan.
  22 H6547 Dan zult gij tot Farao H559 H8804 zeggen H559 H8804 : Alzo zegt H3068 de HEERE H1121 : Mijn zoon H1060 , Mijn eerstgeborene H3478 , is Israel.
  23 H559 H8799 En Ik heb tot u gezegd H1121 : Laat Mijn zoon H7971 H8761 trekken H5647 H8799 , dat hij Mij diene H3985 H8762 ! maar gij hebt geweigerd H7971 H8763 hem te laten trekken H1121 ; zie, Ik zal uw zoon H1060 , uw eerstgeborene H2026 H8802 doden!
  24 H1870 En het geschiedde op den weg H4411 , in de herberg H3068 , dat de HEERE H6298 H8799 hem tegenkwam H1245 H8762 , en zocht H4191 H8687 hem te doden.
  25 H3947 H8799 Toen nam H6855 Zippora H6864 een stenen H3772 H8799 [mes] en besneed H6190 de voorhuid H1121 haars zoons H5060 H8686 , en wierp H7272 die voor zijn voeten H559 H8799 , en zeide H1818 H2860 : Voorwaar, gij zijt mij een bloedbruidegom!

Exodus 18:2-6

  2 H3947 H8799 Zo nam H3503 Jethro H4872 , Mozes' H2859 H8802 schoonvader H6855 , Zippora H4872 , Mozes' H802 huisvrouw H310 (nadat H7964 hij haar wedergezonden had),
  3 H8147 Met haar twee H1121 zonen H259 , welker enes H8034 naam H1647 was Gersom H559 H8804 (want hij zeide H1616 : Ik ben een vreemdeling geweest H5237 in een vreemd H776 land);
  4 H8034 En de naam H259 des anderen H461 was Eliezer H430 , want, [zeide] [hij], de God H1 mijns vaders H5828 is tot mijn Hulpe H5337 H8686 geweest, en heeft mij verlost H6547 van Farao's H2719 zwaard.
  5 H3503 Toen nu Jethro H4872 , Mozes' H2859 H8802 schoonvader H1121 , met zijn zonen H802 en zijn huisvrouw H4872 , tot Mozes H935 H8799 kwam H4057 , in de woestijn H2022 , aan den berg H430 Gods H2583 H8802 , waar hij zich gelegerd had,
  6 H559 H8799 Zo zeide hij H4872 tot Mozes H2859 H8802 : Ik, uw schoonvader H3503 Jethro H935 H8802 , kom H802 tot u, met uw huisvrouw H8147 , en haar beide H1121 zonen met haar.

Numbers 12:1

  1 H4813 Mirjam H1696 H8762 nu sprak H175 , en Aaron H4872 , tegen Mozes H182 , ter oorzake H802 der vrouw H3571 , der Cuschietische H3947 H8804 , die hij genomen had H3571 ; want hij had een Cuschietische H802 ter vrouw H3947 H8804 genomen.

Philippians 4:11-12

  11 G3756 Niet G3004 G5719 dat ik [dit] zeg G3754 G2596 vanwege G5304 gebrek G1063 ; want G1473 ik G3129 G5627 heb geleerd G842 vergenoegd G1511 G5750 te zijn G1722 in G3739 hetgeen G1510 G5748 ik ben.
  12 G1161 En G1492 G5758 ik weet G5013 G5745 vernederd te worden G1492 G5758 , ik weet G2532 ook G4052 G5721 overvloed te hebben G1722 G3956 ; alleszins G2532 en G1722 in G3956 alles G3453 G5769 ben ik onderwezen G2532 , beide G5526 G5745 verzadigd te zijn G2532 en G3983 G5721 honger te lijden G2532 , beide G4052 G5721 overvloed te hebben G2532 en G5302 G5745 gebrek te lijden.

1 Timothy 6:6

  6 G1161 Doch G2150 de godzaligheid G2076 G5748 is G3173 een groot G4200 gewin G3326 met G841 vergenoeging.

Hebrews 11:25

  25 G138 G5642 Verkiezende G3123 liever G2992 met het volk G2316 van God G4778 G5738 kwalijk gehandeld te worden G2228 , dan G4340 voor een tijd G619 de genieting G266 der zonde G2192 G5721 te hebben;

Hebrews 13:5

  5 G5158 [Uw] wandel G866 zij zonder geldgierigheid G714 G5746 ; en zijt vergenoegd G3918 G5752 met het tegenwoordige G1063 ; want G846 Hij G2046 G5758 heeft gezegd G4571 : Ik zal u G3364 niet G447 G5632 begeven G4571 , en Ik zal u G3761 G3364 niet G1459 G5632 verlaten.

James 1:10

  10 G1161 En G4145 de rijke G1722 in G846 zijn G5014 vernedering G3754 ; want G5613 hij zal als G438 een bloem G5528 van het gras G3928 G5695 voorbijgaan.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.