Deuteronomy 26:14 Cross References - DSV_Strongs

  14 H398 H8804 Ik heb daarvan niets gegeten H205 in mijn leed H1197 H8765 , en heb daarvan niets weggenomen H2931 tot iets onreins H5414 H8804 , noch daarvan gegeven H4191 H8801 tot een dode H6963 ; ik ben der stem H3068 des HEEREN H430 , mijns Gods H8085 H8804 , gehoorzaam geweest H6213 H8804 , ik heb gedaan H6680 H8765 naar alles, wat Gij mij geboden hebt.

Leviticus 7:20

  20 H5315 Doch als een ziel H1320 het vlees H2077 H8002 van het dankoffer H3068 , hetwelk des HEEREN H398 H8799 is, gegeten zal hebben H2932 , en haar onreinigheid H5315 aan haar is, zo zal die ziel H5971 uit haar volken H3772 H8738 uitgeroeid worden.

Leviticus 21:1

  1 H559 H8799 Daarna zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8798 : Spreek H3548 tot de priesters H1121 , de zonen H175 van Aaron H559 H8804 , en zeg H5315 tot hen: Over een dode H2930 H8691 zal [een] [priester] zich niet verontreinigen H5971 onder zijn volken.

Leviticus 21:11

  11 H4191 H8801 Hij zal ook bij geen dode H5315 lichamen H935 H8799 komen H1 ; [zelfs] over zijn vader H517 en over zijn moeder H2930 H8691 zal hij zich niet verontreinigen.

Deuteronomy 16:11

  11 H8055 H8804 En gij zult vrolijk zijn H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H1121 , gij, en uw zoon H1323 , en uw dochter H5650 , en uw dienstknecht H519 , en uw dienstmaagd H3881 , en de Leviet H8179 , die in uw poorten H1616 is, en de vreemdeling H3490 , en de wees H490 , en de weduwe H7130 , die in het midden H4725 van u zijn; in de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , zal verkiezen H8034 , om Zijnen Naam H7931 H8763 aldaar te doen wonen.

Psalms 106:28

  28 H6775 H8735 Ook hebben zij zich gekoppeld H1187 aan Baal-peor H2077 , en zij hebben de offeranden H4191 H8801 der doden H398 H8799 gegeten.

Ezekiel 24:17

  17 H1826 H8798 Houd stil H602 H8736 van kermen H60 H4191 H8801 , gij zult geen dodenrouw H6213 H8799 maken H2280 H8798 , bind H6287 uw hoed H7760 H8799 op u, en doe H5275 uw schoenen H7272 aan uw voeten H8222 ; en de bovenste lip H5844 H8799 zult gij niet bewinden H582 , en zult der lieden H3899 brood H398 H8799 niet eten.

Hosea 9:4

  4 H3068 Zij zullen den HEERE H5258 geen drankofferen H3196 doen van wijn H6149 , ook zouden zij Hem niet zoet H2077 zijn, hun offeranden H3899 H205 zouden hun zijn als treurbrood H398 ; allen, die dat zouden eten H2930 , zouden onrein H3899 worden; want hun brood H5315 zal voor hun ziel H3068 zijn, het zal in des HEEREN H1004 huis H935 niet komen.

Malachi 2:13

  13 H2063 Dit H8145 tweede H6213 H8799 doet gijlieden H4196 ook, dat gij het altaar H3068 des HEEREN H3680 H8763 bedekt H1832 met tranen H1065 , met wening H603 en met zuchting H4480 ; H3426 zodat Hij niet H5750 meer H413 het H4503 spijsoffer H6437 H8800 aanschouwen H7522 , noch met welgevallen H4480 van H3027 uw hand H3947 H8800 ontvangen wil.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.