Daniel 1:8 Cross References - DSV_Strongs

  8 H1840 Daniel H7760 H8799 nu nam voor H3820 in zijn hart H1351 H8691 , dat hij zich niet zou ontreinigen H6598 met de stukken van de spijs H4428 des konings H3196 , noch met den wijn H4960 zijns dranks H1245 H8762 ; daarom verzocht hij H8269 van den overste H5631 der kamerlingen H1351 H8691 , dat hij zich niet mocht ontreinigen.

Leviticus 11:45-47

  45 H3068 Want Ik ben de HEERE H776 H4714 , die u uit Egypteland H5927 H8688 doe optrekken H430 , opdat Ik u tot een God H6918 zij, en opdat gij heilig H6918 zijt, dewijl Ik heilig ben.
  46 H8451 Dit is de wet H929 van de beesten H5775 , en van het gevogelte H2416 , en van alle levende H5315 ziel H7430 H8802 , die zich roert H4325 in de wateren H5315 , en van alle ziel H8317 H8802 , die kruipt H776 op de aarde;
  47 H914 H8687 Om te onderscheiden H2931 tussen het onreine H2889 en tussen het reine H2416 , en tussen het gedierte H398 H8737 , dat men eten H2416 , en tussen het gedierte H398 H8735 , dat men niet eten zal.

Deuteronomy 32:38

  38 H2077 Welker slachtofferen H2459 vet H398 H8799 zij aten H5257 , welker drankofferen H3196 wijn H8354 H8799 zij dronken H6965 H8799 ; dat zij opstaan H5826 H8799 en u helpen H5643 , dat er verberging voor u zij.

Ruth 1:17-18

  17 H834 Waar H4191 H8799 gij zult sterven H4191 H8799 , zal ik sterven H8803 , en aldaar H6912 H8735 zal ik begraven worden H3541 ; alzo H3068 doe mij de HEERE H3541 en alzo H6213 H8799 doe Hij H3254 H8686 daartoe H4194 , zo niet de dood H6504 H8686 [alleen] zal scheiding maken H996 tussen H996 mij en tussen u!
  18 H7200 H8799 Als zij nu zag H3588 , dat H1931 zij H553 H8693 vastelijk voorgenomen had H854 met haar H3212 H8800 te gaan H2308 H8799 , zo hield zij op H413 tot H1696 H8763 haar te spreken.

1 Kings 5:5

  5 H2009 En zie H559 H8802 , ik denk H8034 voor den Naam H3068 van den HEERE H430 , mijn God H1004 , een huis H1129 H8800 te bouwen H834 ; gelijk als H3068 de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H413 tot H1 mijn vader H1732 David H559 H8800 , zeggende H1121 : Uw zoon H834 , dien H8478 Ik in uw plaats H5921 op H3678 uw troon H5414 H8799 zetten zal H1931 , die H8034 zal Mijn Naam H1004 dat huis H1129 H8799 bouwen.

Psalms 106:28

  28 H6775 H8735 Ook hebben zij zich gekoppeld H1187 aan Baal-peor H2077 , en zij hebben de offeranden H4191 H8801 der doden H398 H8799 gegeten.

Psalms 119:106

  106 H7650 H8738 Ik heb gezworen H6965 H8762 , en zal het bevestigen H8104 H8800 , dat ik onderhouden zal H4941 de rechten H6664 Uwer gerechtigheid.

Psalms 119:115

  115 H5493 H8798 Wijkt H7489 H8688 van mij, gij boosdoeners H4687 ! dat ik de geboden H430 mijns Gods H5341 H8799 moge bewaren.

Psalms 141:4

  4 H5186 H8686 Neig H3820 mijn hart H7451 niet tot een kwade H1697 zaak H5949 , om enigen handel H7562 in goddeloosheid H5953 H8705 te handelen H376 , met mannen H205 , die ongerechtigheid H6466 H8802 werken H3898 H8799 ; en dat ik niet ete H4516 van hun lekkernijen.

Ezekiel 4:13-14

  13 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H1121 : Alzo zullen de kinderen H3478 Israels H3899 hun brood H2931 onrein H398 H8799 eten H1471 onder de heidenen H5080 H8686 , waarhenen Ik hen verdrijven zal.
  14 H559 H8799 Toen zeide ik H162 : Ach H136 , Heere H3069 , HEERE H5315 , zie, mijn ziel H2930 H8794 is niet verontreinigd geweest H5271 ; want ik heb, van mijn jeugd H5038 af tot nu toe, geen dood aas H2966 , noch dat verscheurd H398 H8804 is, gegeten H6292 , en geen verfoeilijk H1320 vlees H6310 is in mijn mond H935 H8804 gekomen.

Daniel 1:5

  5 H4428 En de koning H4487 H8762 verordende H3117 hun, wat men ze dag H3117 bij dag H1697 geven zou van de stukken H6598 der spijs H4428 des konings H3196 , en van den wijn H4960 zijns dranks H7969 , en dat men hen drie H8141 jaren H1431 H8763 [alzo] optoog H7117 , en dat zij ten einde H5975 H8799 derzelve zouden staan H6440 voor het aangezicht H4428 des konings.

Hosea 9:3-4

  3 H3068 Zij zullen in des HEEREN H776 land H3427 niet blijven H669 ; maar Efraim H4714 zal weder tot Egypte H7725 keren H804 , en zij zullen in Assyrie H2931 het onreine H398 eten.
  4 H3068 Zij zullen den HEERE H5258 geen drankofferen H3196 doen van wijn H6149 , ook zouden zij Hem niet zoet H2077 zijn, hun offeranden H3899 H205 zouden hun zijn als treurbrood H398 ; allen, die dat zouden eten H2930 , zouden onrein H3899 worden; want hun brood H5315 zal voor hun ziel H3068 zijn, het zal in des HEEREN H1004 huis H935 niet komen.

Acts 10:14-16

  14 G1161 Maar G4074 Petrus G2036 G5627 zeide G3365 : Geenszins G2962 , Heere G3754 ! want G3763 ik heb nooit G5315 G5627 gegeten G3956 iets G2839 , dat gemeen G2228 of G169 onrein was.
  15 G2532 En G5456 een stem G3825 [geschiedde] wederom G1537 ten G1208 tweeden male G4314 tot G846 hem G3739 : Hetgeen G2316 God G2511 G5656 gereinigd heeft G4771 , zult gij G3361 niet G2840 G5720 gemeen maken.
  16 G1161 En G5124 dit G1096 G5633 geschiedde G1909 tot G5151 drie maal G2532 ; en G4632 het vat G3825 werd wederom G353 G5681 opgenomen G1519 in G3772 den hemel.

Acts 11:23

  23 G3739 Dewelke G3854 G5637 , daar gekomen zijnde G2532 , en G5485 de genade G2316 Gods G1492 G5631 ziende G5463 G5644 , werd verblijd G2532 , en G3870 G5707 vermaande G3956 hen allen G4286 , dat zij met een voornemen G2588 des harten G2962 bij den Heere G4357 G5721 zouden blijven.

Romans 14:15-17

  15 G1161 Maar G1487 indien G4675 uw G80 broeder G1223 om G1033 der spijze G3076 G5743 wil bedroefd wordt G4043 G5719 , zo wandelt gij G2089 G3765 niet meer G2596 naar G26 liefde G622 G5720 . Verderf G1565 dien G3361 niet G4675 met uw G1033 spijze G5228 , voor G3739 welken G5547 Christus G599 G5627 gestorven is.
  16 G3767 Dat dan G5216 uw G18 goed G3361 niet G987 G5744 gelasterd worde.
  17 G1063 Want G932 het Koninkrijk G2316 Gods G2076 G5748 is G3756 niet G1035 spijs G2532 en G4213 drank G235 , maar G1343 rechtvaardigheid G2532 , en G1515 vrede G2532 , en G5479 blijdschap G1722 , door G40 den Heiligen G4151 Geest.

1 Corinthians 7:37

  37 G1161 Doch G3739 die G1476 vast G2476 G5707 G5758 staat G1722 in G2588 [zijn] hart G3361 , geen G318 noodzaak G2192 G5723 hebbende G1161 , maar G1849 macht G2192 G5719 heeft G4012 over G2398 zijn eigen G2307 wil G2532 , en G5124 dit G1722 in G846 zijn G2588 hart G2919 G5758 besloten heeft G1438 , dat hij zijn G3933 maagd G5083 G5721 zal bewaren G4160 G5719 , die doet G2573 wel.

1 Corinthians 8:7-10

  7 G235 Doch G1722 in G3956 allen G1108 is de kennis G3756 niet G1161 ; maar G5100 sommigen G4893 , met een geweten G1497 des afgods G2193 tot G737 nog toe G2068 G5719 , eten G5613 als G1494 [iets] dat den afgoden geofferd is G2532 ; en G846 hun G4893 geweten G772 , zwak G5607 G5752 zijnde G3435 G5743 , wordt bevlekt.
  8 G1033 De spijze G1161 nu G3936 G maakt G2248 ons G2316 Gode G3756 niet G3936 G5719 aangenaam G1063 ; want G3777 hetzij G1437 dat G5315 G5632 wij eten G4052 G5719 , wij hebben geen overvloed G3777 ; en hetzij G3362 dat wij niet G5315 G5632 eten G5302 G5743 , wij hebben geen gebrek.
  9 G1161 Maar G991 G5720 ziet toe G3361 G , dat G3778 deze G5216 uw G1849 macht G3361 niet G4458 enigerwijze G4348 een aanstoot G1096 G5638 worde G770 G5723 dengenen, die zwak zijn.
  10 G1063 Want G1437 zo G5100 iemand G4571 u G3588 , die G1108 de kennis G2192 G5723 hebt G1492 G5632 , ziet G1722 in G1493 der afgoden tempel G2621 G5740 aanzitten G4893 , zal het geweten G846 deszelven G772 , die zwak G5607 G5752 is G3780 , niet G3618 G5701 gestijfd worden G1519 , om G2068 G5721 te eten G1494 de dingen, die den afgoden geofferd zijn?

1 Corinthians 10:18-21

  18 G991 G5720 Ziet G2474 Israel G2596 , dat naar G4561 het vlees G3780 is; hebben niet G1526 G5748 degenen G2378 , die de offeranden G2068 G5723 eten G2844 , gemeenschap G2379 met het altaar?
  19 G5101 Wat G5346 G5748 zeg ik G3767 dan G3754 ? Dat G1497 een afgod G5100 iets G2076 G5748 is G2228 , of G3754 dat G1494 het afgodenoffer G5100 iets G2076 G5748 is?
  20 G235 Ja G3754 , [ik] [zeg], dat G3739 hetgeen G1484 de heidenen G2380 G5719 offeren G1140 , zij den duivelen G2380 G5719 offeren G2532 , en G3756 niet G2316 Gode G1161 ; en G2309 G5719 ik wil G3756 niet G5209 , dat gij G1140 met de duivelen G2844 gemeenschap G1096 G5738 hebt.
  21 G1410 G5736 Gij kunt G4221 den drinkbeker G2962 des Heeren G3756 niet G4095 G5721 drinken G2532 , en G4221 den drinkbeker G1140 der duivelen G1410 G5736 ; gij kunt G3756 niet G3348 G5721 deelachtig zijn G5132 aan de tafel G2962 des Heeren G2532 , en G5132 aan de tafel G1140 der duivelen.

1 Corinthians 10:28-31

  28 G1161 Maar G1437 zo G5100 iemand G5213 tot ulieden G2036 G5632 zegt G5124 : Dat G2076 G5748 is G1494 afgodenoffer G2068 G5720 ; eet G3361 [het] niet G1223 , om G1565 desgenen G3377 G5660 wil, die [u] [dat] te kennen gegeven heeft G2532 , en G4893 [om] des gewetens wil G1063 . Want G1093 de aarde G2962 is des Heeren G2532 , en G4138 de volheid G846 derzelve.
  29 G1161 Doch G3004 G5719 ik zeg G4893 : [om] het geweten G3780 , niet G1438 van uzelven G235 , maar G2087 des anderen G1063 ; want G2444 G5101 waarom G3450 wordt mijn G1657 vrijheid G2919 G5743 geoordeeld G5259 van G243 een ander G4893 geweten?
  30 G1161 En G1487 indien G1473 ik G5485 door genade G3348 G5719 [der] [spijze] deelachtig ben G5101 , waarom G987 G5743 word ik gelasterd G5228 over hetgeen G3739 , waarvoor G1473 ik G2168 G5719 dankzeg?
  31 G1535 Hetzij G3767 dan G2068 G5719 dat gijlieden eet G1535 , hetzij G4095 G5719 dat gij drinkt G1535 , hetzij G5100 dat gij iets G4160 G5719 [anders] doet G4160 G5720 , doet G3956 het al G1519 ter G1391 ere G2316 Gods.

2 Corinthians 9:7

  7 G1538 Een iegelijk G2531 [doe], gelijk G2588 hij in [zijn] hart G4255 G5736 , voorneemt G3361 ; niet G1537 uit G3077 droefheid G2228 , of G1537 uit G318 nooddwang G1063 ; want G2316 God G2431 heeft een blijmoedigen G1395 gever G25 G5719 lief.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.