14
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H413
tot
H1410
Gad
H3966
: Mij is zeer
H6887 H8804
bange
H4994
; laat ons toch
H3027
in de hand
H3068
des HEEREN
H5307 H8799
vallen
H3588
, want
H7356
Zijn barmhartigheden
H7227
zijn vele
H3027
, maar laat mij in de hand
H120
van mensen
H408
niet
H5307 H8799
vallen.
2 Samuel 24:14 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 34:6-7
6
H3068
Als nu de HEERE
H6440
voor zijn aangezicht
H5674 H8799
voorbijging
H7121 H8799
, zo riep Hij
H3068
: HEERE
H3068
, HEERE
H410
, God
H7349
, barmhartig
H2587
en genadig
H750 H639
, lankmoedig
H7227
en groot
H2617
van weldadigheid
H571
en waarheid.
7
H2617
Die de weldadigheid
H5341 H8802
bewaart
H505
aan vele duizenden
H5771
, Die de ongerechtigheid
H6588
, en overtreding
H2403
, en zonde
H5375 H8802
vergeeft
H5352 H8763
; Die [den] [schuldige] geenszins
H5352 H8762
onschuldig houdt
H6485 H8802
, bezoekende
H5771
de ongerechtigheid
H1
der vaderen
H1121
aan de kinderen
H1121
, en aan de kindskinderen
H8029
, in het derde
H7256
en vierde [lid].
1 Samuel 13:6
6
H376
Toen de mannen
H3478
van Israel
H7200 H8804
zagen
H3588
, dat
H6887 H8804
zij in nood waren
H3588
(want
H5971
het volk
H5065 H8738
was benauwd
H2244 H8691
), zo verborg zich
H5971
het volk
H4631
in de spelonken
H2337
, en in de doornbossen
H5553
, en in de steenklippen
H6877
, en in de vestingen
H953
, en in de putten.
2 Kings 6:15
15
H8334 H8764
En de dienaar
H376
van den man
H430
Gods
H6965 H0
stond
H7925 H8686
zeer vroeg
H6965 H8800
op
H3318 H8799
, en ging uit
H2009
; en ziet
H2428
, een heir
H5437 H8802
omringde
H5892
de stad
H5483
met paarden
H7393
en wagenen
H559 H8799
. Toen zeide
H5288
zijn jongen
H413
tot
H162
hem: Ach
H113
, mijn heer
H349
, hoe
H6213 H8799
zullen wij doen.
2 Kings 13:3-7
3
H2734 H8799
Daarom ontstak
H3068
des HEEREN
H639
toorn
H3478
tegen Israel
H5414 H8799
; en Hij gaf
H3027
hen in de hand
H2371
van Hazael
H4428
, den koning
H758
van Syrie
H3027
, en in de hand
H1130
van Benhadad
H1121
, den zoon
H2371
van Hazael
H3605
, al
H3117
die dagen.
4
H3059
Doch Joahaz
H2470 H0
bad
H3068
des HEEREN
H6440
aangezicht
H2470 H8762
ernstelijk aan
H3068
; en de HEERE
H8085 H8799
verhoorde
H413
hem
H3588
; want
H7200 H8804
Hij zag
H3906
de verdrukking
H3478
van Israel
H3588
, dat
H4428
de koning
H758
van Syrie
H853
hen
H3905 H8804
verdrukte.
5
H5414 H8799
(Zo gaf
H3068
de HEERE
H3478
Israel
H3467 H8688
een verlosser
H4480
, dat zij van
H8478
onder
H3027
de hand
H758
der Syriers
H3318 H8799
uitkwamen
H1121
; en de kinderen
H3478
Israels
H3427 H8799
woonden
H168
in hun tenten
H8032 H8543
, als te voren.
6
H389
Nochtans
H5493 H8804
weken zij
H3808
niet
H4480
af van
H2403
de zonden
H1004
van het huis
H3379
van Jerobeam
H834
, die
H3478
Israel
H2398 H8689
zondigen deed
H1980 H8804
; [maar] hij wandelde
H842
daarin; en het bos
H5975 H8804
bleef
H1571
ook
H8111
staan te Samaria.)
7
H3588
Want
H3059
hij had Joahaz
H3808
geen
H5971
volk
H7604 H8689
laten overblijven
H3588 H518
dan
H2572
vijftig
H6571
ruiteren
H6235
en tien
H7393
wagenen
H6235
, en tien
H505
duizend
H7273
voetvolks
H3588
; want
H4428
de koning
H758
van Syrie
H6 H8765
had hen omgebracht
H1758 H8800
, en had hen dorsende
H7760 H8799
gemaakt
H6083
als stof.
1 Chronicles 21:13
13
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H413
tot
H1410
Gad
H6887 H0
: Mij is
H3966
zeer
H6887 H8804
bange
H4994
; laat mij toch
H3027
in de hand
H3068
des HEEREN
H5307 H8799
vallen
H3588
; want
H7356
Zijn barmhartigheden
H3966
zijn zeer
H7227
vele
H3027
, maar laat mij in de hand
H120
der mensen
H408
niet
H5307 H8799
vallen.
2 Chronicles 28:5-9
5
H5414 H8799
Daarom gaf
H3068
hem de HEERE
H430
, zijn God
H3027
, in de hand
H4428
des konings
H758
van Syrie
H5221 H8686
, dat zij hem sloegen
H4480
, en van
H7617 H8799
hem gevankelijk wegvoerden
H1419
een grote menigte
H7633
van gevangenen
H1834
, die zij te Damaskus
H935 H8686
brachten
H1571
. En hij werd ook
H5414 H8737
gegeven
H3027
in de hand
H4428
des konings
H3478
van Israel
H5221 H8686
, die hem sloeg
H1419
met een groten
H4347
slag.
6
H6492
Want Pekah
H1121
, de zoon
H7425
van Remalia
H2026 H8799
, sloeg
H3063
in Juda
H3967
honderd
H6242
en twintig
H505
duizend
H259
dood op een
H3117
dag
H3605
, allen
H2428
strijdbare
H1121
mannen
H3068
, omdat zij den HEERE
H430
, den God
H1
hunner vaderen
H5800 H8800
, verlaten hadden.
7
H2147
En Zichri
H1368
, een geweldig man
H669
van Efraim
H2026 H0
, sloeg
H4641
Maaseja
H1121
, den zoon
H4428
des konings
H2026 H8799
, dood
H5840
, en Azrikam
H5057 H1004
, den huisoverste
H511
, mitsgaders Elkana
H4932
, den tweede
H4428
na den koning.
8
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H7617 H0
voerden
H4480
van
H251
hun broederen
H7617 H8799
gevankelijk weg
H3967
tweehonderd
H505
duizend
H802
, vrouwen
H1121
, zonen
H1323
en dochteren
H962 H8804
, en plunderden
H1571
ook
H7227
veel
H7998
roofs
H4480
van
H935 H8686
hen; en zij brachten
H7998
den roof
H8111
te Samaria.
9
H8033
Aldaar
H1961 H8804
nu was
H5030
een profeet
H3068
des HEEREN
H8034
, wiens naam
H5752
was Oded
H3318 H8799
; die ging uit
H6635
, het heir
H6440
tegen
H8111
, dat naar Samaria
H935 H8802
kwam
H559 H8799
, en zeide
H2009
tot hen: Ziet
H2534
, door de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H1
uwer vaderen
H5921
, over
H3063
Juda
H3027
, heeft Hij hen in uw hand
H5414 H8804
gegeven
H2026 H8799
, en gij hebt hen doodgeslagen
H2197
in toornigheid
H5704
, [die] tot aan
H8064
den hemel
H5060 H8689
raakt.
Psalms 51:1
1
H4210
Een psalm
H1732
van David
H5329 H8764
, voor den opperzangmeester
H5030
. [051:2] Toen de profeet
H5416
Nathan
H935 H8800
tot hem was gekomen
H1339
, nadat hij tot Bathseba
H935 H8804
was ingegaan
H2603 H8798
. [051:3] Wees mij genadig
H430
, o God
H2617
! naar Uw goedertierenheid
H4229 H8798
; delg
H6588
mijn overtreding
H7230
uit, naar de grootheid
H7356
Uwer barmhartigheden.
Psalms 86:5
Psalms 86:15
Psalms 103:8-14
8
H7349
Barmhartig
H2587
en genadig
H3068
is de HEERE
H750 H639
, lankmoedig
H7227
en groot
H2617
van goedertierenheid.
9
H5331
Hij zal niet altoos
H7378 H8799
twisten
H5769
, noch eeuwiglijk
H5201 H8799
[den] [toorn] behouden.
10
H6213 H8804
Hij doet
H2399
ons niet naar onze zonden
H1580 H8804
, en vergeldt
H5771
ons niet naar onze ongerechtigheden.
11
H1361 H0
Want zo hoog
H8064
de hemel
H1361 H8800
is
H776
boven de aarde
H2617
, is Zijn goedertierenheid
H1396 H8804
geweldig
H3373
over degenen, die Hem vrezen.
12
H7368 H8800
Zo ver
H4217
het oosten
H4628
is van het westen
H7368 H8689
, zo ver doet Hij
H6588
onze overtredingen van ons.
Psalms 106:41-42
Psalms 119:156
Psalms 130:4
Psalms 145:9
Proverbs 12:10
Isaiah 47:6
6
H5971
Ik was op Mijn volk
H7107 H8804
zeer toornig
H2490 H8765
, Ik ontheiligde
H5159
Mijn erve
H5414 H8799
, en Ik gaf
H3027
hen over in uw hand
H7760 H8804
; [doch] gij beweest
H7356
hun geen barmhartigheden
H2205
, [ja], [zelfs] over den oude
H5923
maaktet gij uw juk
H3966
zeer
H3513 H8689
zwaar.
Isaiah 55:7
Jonah 4:2
2
H6419 H8691
En hij bad
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeide
H577
: Och
H3068
HEERE
H2088
! was dit
H1697
mijn woord
H3808
niet
H5704
, als
H5921
ik nog in
H127
mijn land
H1961 H8800
was
H5921 H3651
? Daarom
H6923 H8765
kwam ik het voor
H1272 H8800
, vluchtende
H8659
naar Tarsis
H3588
; want
H3045 H8804
ik wist
H3588
, dat
H859
Gij
H2587
een genadig
H7349
en barmhartig
H410
God
H750 H639
zijt, lankmoedig
H7227
en groot
H2617
van goedertierenheid
H5162 H8737
, en berouw hebbende
H5921
over
H7451
het kwaad.
Micah 7:18
18
H4310
Wie
H410
is een God
H3644
gelijk
H5771
Gij, Die de ongerechtigheid
H5375 H8802
vergeeft
H5921
, en de
H6588
overtreding
H7611
van het overblijfsel
H5159
Zijner erfenis
H5674 H8802
voorbij gaat
H2388 H8689
? Hij houdt
H639
Zijn toorn
H3808
niet
H5703
in eeuwigheid
H3588
; want
H1931
Hij
H2654 H8804
heeft lust
H2617
aan goedertierenheid.