2 Samuel 22:19 Cross References - DSV_Strongs

  19 H6923 H8762 Zij hadden mij bejegend H3117 ten dage H343 mijns ongevals H3068 ; maar de HEERE H1961 H8799 was H4937 mij een Steunsel.

1 Samuel 19:11-17

  11 H7586 Maar Saul H7971 H8799 zond H4397 boden H413 heen tot H1732 Davids H1004 huis H8104 H8800 , dat zij hem bewaarden H1242 , en dat zij hem des morgens H4191 H8687 doodden H5046 H0 . Dit gaf H4324 Michal H802 , zijn huisvrouw H1732 , David H5046 H8686 te kennen H559 H8800 , zeggende H518 : Indien H5315 gij uw ziel H3915 dezen nacht H369 niet H4422 H8764 behoedt H859 , zo zult gij H4279 morgen H4191 H8716 gedood worden.
  12 H4324 En Michal H3381 H0 liet H1732 David H1157 door H2474 een venster H3381 H8686 neder H3212 H8799 , en hij ging heen H1272 H8799 , en vluchtte H4422 H8735 , en ontkwam.
  13 H4324 En Michal H3947 H8799 nam H8655 een beeld H7760 H8799 , en zij leide H413 het in H4296 het bed H7760 H8804 , en zij leide H5795 een geitenvel H3523 H4763 aan zijn hoofdpeluw H3680 H0 , en dekte H899 het met een kleed H3680 H8762 toe.
  14 H7586 Saul H7971 H8799 nu zond H4397 boden H1732 , om David H3947 H8800 te halen H559 H8799 . Zij dan zeide H1931 : Hij H2470 H8802 is ziek.
  15 H7971 H8799 Toen zond H7586 Saul H4397 boden H1732 , om David H7200 H8800 te bezien H559 H8800 , zeggende H5927 H8685 : Breng H853 hem H4296 op het bed H413 tot H4191 H8687 mij op, dat men hem dode.
  16 H4397 Als de boden H935 H8799 kwamen H2009 , zo ziet H8655 , er was een beeld H413 in H4296 het bed H3523 H5795 , en er was een geitenvel H4763 aan zijn hoofdpeluw.
  17 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H413 tot H4324 Michal H4100 : Waarom H3602 hebt gij mij alzo H7411 H8765 bedrogen H341 H8802 en hebt mijn vijand H7971 H8762 laten gaan H4422 H8735 , dat hij ontkomen is H4324 ? Michal H559 H8799 nu zeide H413 tot H7586 Saul H1931 : Hij H559 H8804 zeide H413 tot H7971 H8761 mij: Laat mij gaan H4100 , waarom H4191 H8686 zou ik u doden?

1 Samuel 23:26-27

  26 H7586 En Saul H3212 H8799 ging H4480 aan H4480 H2088 deze H6654 zijde H2022 des bergs H1732 , en David H582 en zijn mannen H4480 aan H4480 H2088 gene H6654 zijde H2022 des bergs H1961 H8799 . Het geschiedde H1732 nu, dat zich David H2648 H8737 haastte H3212 H8800 , om te ontgaan H4480 van H6440 het aangezicht H7586 van Saul H7586 ; en Saul H582 en zijn mannen H5849 H8802 H413 omsingelden H1732 David H413 en H582 zijn mannen H8610 H8800 , om die te grijpen.
  27 H935 H8804 Doch daar kwam H4397 een bode H413 tot H7586 Saul H559 H8800 , zeggende H4116 H8761 : Haast u H3212 H8798 , en kom H3588 , want H6430 de Filistijnen H5921 zijn in H776 het land H6584 H8804 gevallen.

2 Samuel 15:10-13

  10 H53 Absalom H7270 H8764 nu had verspieders H7971 H8799 uitgezonden H3605 in alle H7626 stammen H3478 van Israel H559 H8800 , om te zeggen H6963 : Als gij het geluid H7782 der bazuin H8085 H8800 zult horen H559 H8804 , zo zult gij zeggen H53 : Absalom H4427 H8804 is koning H2275 te Hebron.
  11 H1980 H8804 En er gingen H53 met Absalom H4480 van H3389 Jeruzalem H3967 tweehonderd H376 mannen H7121 H8803 , genodigd zijnde H1980 H8802 , doch gaande H8537 in hun eenvoudigheid H3045 H8804 , want zij wisten H3808 H3605 [van] geen H1697 zaak.
  12 H53 Absalom H7971 H8799 zond H302 ook om Achitofel H1526 , den Giloniet H1732 , Davids H3289 H8802 raad H4480 , uit H5892 zijn stad H1542 , uit Gilo H2077 [te] [halen], als hij offeranden H2076 H8800 offerde H7195 . En de verbintenis H1961 H8799 werd H533 sterk H5971 , en het volk H7227 kwam toe H1980 H8802 en vermeerderde H53 bij Absalom.
  13 H935 H8799 Toen kwam H5046 H8688 er een boodschapper H1732 tot David H559 H8800 , zeggende H3820 : Het hart H376 van een iegelijk H3478 in Israel H1961 H8804 [volgt H53 ] Absalom H310 na.

Psalms 18:18-19

  18 H6923 H8762 [018:19] Zij hadden mij bejegend H3117 ten dage H343 mijns ongevals H3068 ; maar de HEERE H4937 was mij tot een Steunsel.
  19 H3318 H8686 [018:20] En Hij voerde H4800 mij uit in de ruimte H2502 H8762 , Hij rukte H2654 H8804 mij uit, want Hij had lust aan mij.

Psalms 23:4

  4 H3212 H8799 Al ging ik H1516 ook in een dal H6757 der schaduw des doods H7451 , ik zou geen kwaad H3372 H8799 vrezen H7626 , want Gij zijt met mij; Uw stok H4938 en Uw staf H5162 H8762 , die vertroosten mij.

Psalms 71:20-21

  20 H7227 Gij, Die mij veel H6869 benauwdheden H7451 en kwaden H7200 H8689 hebt doen zien H7725 H8799 , zult mij weder H2421 H8762 levend maken H7725 H8799 , en zult mij weder H5927 H8686 ophalen H8415 uit de afgronden H776 der aarde.
  21 H1420 Gij zult mijn grootheid H7235 H8686 vermeerderen H5437 H8735 , en mij rondom H5162 H8762 vertroosten.

Psalms 118:10-13

  10 H1471 Alle heidenen H5437 H8804 hadden mij omringd H8034 ; het is in den Naam H3068 des HEEREN H4135 H8686 , dat ik ze verhouwen heb.
  11 H5437 H8804 Zij hadden mij omringd H5437 H8804 , ja, zij hadden mij omringd H8034 ; het is in den Naam H3068 des HEEREN H4135 H8686 , dat ik ze verhouwen heb.
  12 H5437 H8804 Zij hadden mij omringd H1682 als bijen H1846 H8795 ; zij zijn uitgeblust H784 H6975 als een doornenvuur H8034 ; het is in den Naam H3068 des HEEREN H4135 H8686 , dat ik ze verhouwen heb.
  13 H1760 H8800 Gij hadt mij zeer hard H1760 H8804 gestoten H5307 H8800 , tot vallens toe H3068 , maar de HEERE H5826 H8804 heeft mij geholpen.

Isaiah 26:19

  19 H4191 H8801 Uw doden H2421 H8799 zullen leven H5038 , [ook] mijn dood lichaam H6965 H8799 , zij zullen opstaan H6974 H8685 ; waakt op H7442 H8761 en juicht H6083 , gij, die in het stof H7931 H8802 woont H2919 ! want uw dauw H2919 zal zijn [als] een dauw H219 der moeskruiden H776 , en het land H7496 zal de overledenen H5307 H8686 uitwerpen.

Isaiah 50:10

  10 H3068 Wie is er onder ulieden, die den HEERE H3373 vreest H6963 , die naar de stem H5650 Zijns Knechts H8085 H8802 hoort H2825 ? Als hij in de duisternissen H1980 H8804 wandelt H5051 , en geen licht H982 H8799 heeft, dat hij betrouwe H8034 op den Naam H3068 des HEEREN H8172 H8735 , en steune H430 op zijn God.

Matthew 27:39-44

  39 G1161 En G3899 G5740 die voorbijgingen G987 G5707 , lasterden G846 Hem G2795 G5723 , schuddende G846 hun G2776 hoofden.
  40 G2532 En G3004 G5723 zeggende G3485 : Gij, Die den tempel G2647 G5723 afbreekt G2532 , en G1722 in G5140 drie G2250 dagen G3618 G5723 opbouwt G4982 G5657 , verlos G4572 Uzelven G1487 . Indien G5207 Gij de Zone G2316 Gods G1488 G5748 zijt G2597 G5628 , zo kom af G575 van G4716 het kruis.
  41 G1161 En G3668 desgelijks G2532 ook G749 de overpriesters G3326 met G1122 de Schriftgeleerden G2532 , en G4245 ouderlingen G2532 , en G5330 Farizeen G1702 G5723 , [Hem] bespottende G3004 G5707 , zeiden:
  42 G243 Anderen G4982 G5656 heeft Hij verlost G1410 G5736 , Hij kan G1438 Zichzelven G3756 niet G4982 G5658 verlossen G1487 . Indien G935 Hij de Koning G2474 Israels G2076 G5748 is G3568 , dat Hij nu G2597 G5628 afkome G575 van G4716 het kruis G2532 , en G846 wij zullen Hem G4100 G5692 geloven.
  43 G1909 Hij heeft op G2316 God G3982 G5754 betrouwd G846 ; dat Hij Hem G3568 nu G4506 G5663 verlosse G1487 , indien G846 Hij Hem G2309 G5719 [wel] wil G1063 ; want G2036 G5627 Hij heeft gezegd G3754 : G1510 G5748 Ik ben G2316 Gods G5207 Zoon.
  44 G1161 En G846 hetzelfde G3679 G5707 verweten G2532 Hem ook G3027 de moordenaars G3588 , die G846 met Hem G4957 G5685 gekruisigd waren.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.