2
H7121 H8799
Toen riep
H4428
de koning
H1393
de Gibeonieten
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H1393
hen: (De Gibeonieten
H1992
nu waren
H3808
niet
H4480
van
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H3588 H518
, maar
H4480
van
H3499
het overblijfsel
H567
der Amorieten
H1121
; en de kinderen
H3478
Israels
H7650 H8738
hadden hun gezworen
H7586
, maar Saul
H1245 H8762
zocht
H5221 H8687
hen te slaan
H7065 H8763
in zijn ijver
H1121
voor de kinderen
H3478
van Israel
H3063
en Juda.)
2 Samuel 21:2 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 15:16
Deuteronomy 7:16
Joshua 9:3-21
3
H3427 H8802
Als de inwoners
H1391
te Gibeon
H8085 H8804
hoorden
H834
, wat
H3091
Jozua
H3405
met Jericho
H5857
en met Ai
H6213 H8804
gedaan had,
4
H6213 H8799
Zo handelden
H1992
zij
H1571
ook
H6195
arglistiglijk
H3212 H8799
, en gingen heen
H6737 H8691
, en veinsden zich gezanten te zijn
H3947 H8799
, en zij namen
H1087
oude
H8242
zakken
H2543
op hun ezels
H1087
, en oude
H1234 H8794
en gescheurde
H6887 H8794
, en samengebonden
H3196 H4997
lederen wijnzakken;
5
H1087
Ook oude
H2921 H8794
en bevlekte
H5275
schoenen
H7272
aan hun voeten
H5921 H0
, en zij hadden
H1087
oude
H8008
klederen
H5921
aan
H3605
, en al
H3899
het brood
H6718
, dat zij op hun reize
H1961 H8804
hadden, was
H3001 H8804
droog
H5350
[en] beschimmeld.
6
H3212 H8799
En zij gingen
H413
tot
H3091
Jozua
H413
in
H4264
het leger
H1537
te Gilgal
H559 H8799
, en zij zeiden
H413
tot
H413
hem en tot
H376
de mannen
H3478
van Israel
H935 H8804
: Wij zijn gekomen
H4480
uit
H7350
een ver
H776
land
H3772 H8798
, zo maakt
H6258
nu
H1285
een verbond met ons.
7
H559 H8799
Toen zeiden
H376
de mannen
H3478
van Israel
H413
tot
H2340
de Hevieten
H194
: Misschien
H3427 H8802
woont
H859
gijlieden
H7130
in het midden
H349
van ons, hoe
H1285
zullen wij dan een verbond
H3772 H8799
met u maken?
8
H559 H8799
Zij dan zeiden
H413
tot
H3091
Jozua
H587
: Wij
H5650
zijn uw knechten
H559 H8799
. Toen zeide
H3091
Jozua
H413
tot
H4310
hen: Wie
H859
zijt gijlieden
H4480
, en van
H370
waar
H935 H8799
komt gij?
9
H559 H8799
Zij nu zeiden
H413
tot
H5650
hem: Uw knechten
H4480
zijn uit
H3966
een zeer
H7350
ver
H776
land
H935 H8804
gekomen
H8034
, om den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H3588
; want
H8089
wij hebben Zijn gerucht
H8085 H8804
gehoord
H3605
, en alles
H834
wat
H4714
Hij in Egypte
H6213 H8804
gedaan heeft;
10
H3605
En alles
H834
wat
H6213 H8804
Hij gedaan heeft
H8147
aan de twee
H4428
koningen
H567
der Amorieten
H834
die
H5676
aan gene zijde
H3383
van de Jordaan
H5511
waren, Sihon
H4428
, den koning
H2809
van Hesbon
H5747
, en Og
H4428
, den koning
H1316
van Bazan
H834
, die
H6252
te Astharoth [woonde].
11
H559 H8799
Daarom spraken
H413
tot
H2205
ons onze oudsten
H3605
, en al
H3427 H8802
de inwoners
H776
onzes lands
H559 H8800
, zeggende
H3947 H8798
: Neemt
H6720
reiskost
H3027
met u in uw handen
H1870
op de reize
H3212 H8798
, en gaat
H7125 H8800
hun tegemoet
H559 H8804
, en zegt
H413
tot
H587
hen: Wij
H5650
zijn ulieder knechten
H3772 H8798
, zo maakt
H6258
nu
H1285
een verbond met ons.
12
H2088
Dit
H3899
ons brood
H2525
hebben wij warm
H6679 H0
tot onzen teerkost
H4480
uit
H1004
onze huizen
H6679 H8694
genomen
H3117
, ten dage
H3318 H8800
, toen wij uittogen
H413
om tot
H3212 H8800
ulieden te reizen
H2009
; maar ziet
H6258
, nu
H3001 H8804
is het droog
H1961 H8804
, en het is
H5350
beschimmeld;
13
H428
En deze
H4997 H3196
lederen wijnzakken
H834
, die
H4390 H8765
wij gevuld hebben
H2319
, waren nieuw
H2009
, maar ziet
H1234 H8694
, zij zijn gescheurd
H428
; en deze
H8008
onze klederen
H5275
, en onze schoenen
H1086 H8804
zijn oud geworden
H4480
, vanwege
H3966
deze zeer
H7230
lange
H1870
reis.
14
H3947 H8799
Toen namen
H582
de mannen
H4480
van
H6718
hun reiskost
H7592 H8804
; en zij vraagden
H6310
het den mond
H3068
des HEEREN
H3808
niet.
15
H3091
En Jozua
H6213 H8799
maakte
H7965
vrede
H3772 H8799
met hen, en hij maakte
H1285
een verbond
H1961 H8800 H2421 H8763
met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude
H5387
; en de oversten
H5712
der vergadering
H7650 H8735
zwoeren hun.
16
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
ten
H7097
einde
H7969
van drie
H3117
dagen
H310 H834
, nadat
H1285
zij het verbond
H3772 H8804
met hen gemaakt hadden
H8085 H8799
, zo hoorden zij
H3588
, dat
H1992
zij
H413
hun
H7138
naburen
H1992
waren, en dat zij
H7130
in het midden
H3427 H8802
van hen waren wonende.
17
H1121
Want toen de kinderen
H3478
Israels
H5265 H8799
voorttogen
H935 H8799
, zo kwamen zij
H7992
ten derden
H3117
dage
H413
aan
H5892
hun steden
H5892
; hun steden
H1391
nu waren Gibeon
H3716
, en Chefira
H881
, en Beeroth
H7157
, en Kirjath-jearim.
18
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H5221 H8689
sloegen
H3808
ze niet
H3588
, omdat
H5387
de oversten
H5712
der vergadering
H7650 H8738
hun gezworen hadden
H3068
bij den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H3885 H8735
; daarom murmureerde
H3605
de ganse
H5712
vergadering
H5921
tegen
H5387
de oversten.
19
H559 H8799
Toen zeiden
H3605
al
H5387
de oversten
H413
tot
H3605
de ganse
H5712
vergadering
H587
: Wij
H7650 H8738
hebben hun gezworen
H3068
bij den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H6258
; daarom
H3201 H8799
kunnen
H3808
wij hen niet
H5060 H8800
aantasten.
1 Samuel 14:44
1 Samuel 15:8-9
8
H8610 H8799
En hij ving
H90
Agag
H4428
, den koning
H6002
der Amalekieten
H2416
, levend
H3605
; maar al
H5971
het volk
H2763 H8689
verbande hij
H6310
door de scherpte
H2719
des zwaards.
9
H7586
Doch Saul
H5971
en het [ganse] volk
H2550 H8799 H5921
verschoonde
H90
Agag
H5921
, en
H4315
de beste
H6629
schapen
H1241
, en runderen
H4932
, en de naast
H5921
[beste], en
H3733
de lammeren
H5921
, en
H3605
al
H4480 H2896
wat best
H14 H8804
was, en zij wilden
H3808
ze niet
H2763 H8687
verbannen
H3605
; maar alle
H4399
ding
H5240
, dat verachtzaam
H4549 H8738
, en dat verdwijnende was
H2763 H8689
, verbanden zij.
2 Kings 10:16
2 Kings 10:31
31
H3058
Maar Jehu
H3808
nam niet
H8104 H8804
waar
H3212 H8800
te wandelen
H8451
in de wet
H3068
des HEEREN
H430
, des Gods
H3478
van Israel
H3605
, met zijn ganse
H3824
hart
H5493 H8804
; hij week
H3808
niet
H4480 H5921
van
H2403
de zonden
H3379
van Jerobeam
H834
, die
H3478
Israel
H2398 H8689
zondigen deed.
Luke 9:54-55
54
G1161
Als nu
G846
Zijn
G3101
discipelen
G2385
, Jakobus
G2532
en
G2491
Johannes
G1492 G5631
, [dat] zagen
G2036 G5627
, zeiden zij
G2962
: Heere
G2309 G5719
, wilt Gij
G2036 G5632
, dat wij zeggen
G4442
, dat vuur
G575
van
G3772
den hemel
G2597 G5629
nederdale
G2532
, en
G846
dezen
G355 G5658
verslinde
G5613
, gelijk
G2532
ook
G2243
Elias
G4160 G5656
gedaan heeft?