2 Samuel 21:2 Cross References - DSV_Strongs

  2 H7121 H8799 Toen riep H4428 de koning H1393 de Gibeonieten H559 H8799 , en zeide H413 tot H1393 hen: (De Gibeonieten H1992 nu waren H3808 niet H4480 van H1121 de kinderen H3478 Israels H3588 H518 , maar H4480 van H3499 het overblijfsel H567 der Amorieten H1121 ; en de kinderen H3478 Israels H7650 H8738 hadden hun gezworen H7586 , maar Saul H1245 H8762 zocht H5221 H8687 hen te slaan H7065 H8763 in zijn ijver H1121 voor de kinderen H3478 van Israel H3063 en Juda.)

Genesis 15:16

  16 H7243 En het vierde H1755 geslacht H2008 zal herwaarts H7725 H8799 wederkeren H3588 ; want H5771 de ongerechtigheid H567 der Amorieten H5704 is tot H2008 nog toe H3808 niet H8003 volkomen.

Deuteronomy 7:16

  16 H5971 Gij zult dan al die volken H398 H8804 verteren H3068 , die de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geven zal H5869 ; uw oog H2347 H8799 zal hen niet verschonen H430 , en gij zult hun goden H5647 H8799 niet dienen H4170 ; want dat zoude u een strik zijn.

Joshua 9:3-21

  3 H3427 H8802 Als de inwoners H1391 te Gibeon H8085 H8804 hoorden H834 , wat H3091 Jozua H3405 met Jericho H5857 en met Ai H6213 H8804 gedaan had,
  4 H6213 H8799 Zo handelden H1992 zij H1571 ook H6195 arglistiglijk H3212 H8799 , en gingen heen H6737 H8691 , en veinsden zich gezanten te zijn H3947 H8799 , en zij namen H1087 oude H8242 zakken H2543 op hun ezels H1087 , en oude H1234 H8794 en gescheurde H6887 H8794 , en samengebonden H3196 H4997 lederen wijnzakken;
  5 H1087 Ook oude H2921 H8794 en bevlekte H5275 schoenen H7272 aan hun voeten H5921 H0 , en zij hadden H1087 oude H8008 klederen H5921 aan H3605 , en al H3899 het brood H6718 , dat zij op hun reize H1961 H8804 hadden, was H3001 H8804 droog H5350 [en] beschimmeld.
  6 H3212 H8799 En zij gingen H413 tot H3091 Jozua H413 in H4264 het leger H1537 te Gilgal H559 H8799 , en zij zeiden H413 tot H413 hem en tot H376 de mannen H3478 van Israel H935 H8804 : Wij zijn gekomen H4480 uit H7350 een ver H776 land H3772 H8798 , zo maakt H6258 nu H1285 een verbond met ons.
  7 H559 H8799 Toen zeiden H376 de mannen H3478 van Israel H413 tot H2340 de Hevieten H194 : Misschien H3427 H8802 woont H859 gijlieden H7130 in het midden H349 van ons, hoe H1285 zullen wij dan een verbond H3772 H8799 met u maken?
  8 H559 H8799 Zij dan zeiden H413 tot H3091 Jozua H587 : Wij H5650 zijn uw knechten H559 H8799 . Toen zeide H3091 Jozua H413 tot H4310 hen: Wie H859 zijt gijlieden H4480 , en van H370 waar H935 H8799 komt gij?
  9 H559 H8799 Zij nu zeiden H413 tot H5650 hem: Uw knechten H4480 zijn uit H3966 een zeer H7350 ver H776 land H935 H8804 gekomen H8034 , om den Naam H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3588 ; want H8089 wij hebben Zijn gerucht H8085 H8804 gehoord H3605 , en alles H834 wat H4714 Hij in Egypte H6213 H8804 gedaan heeft;
  10 H3605 En alles H834 wat H6213 H8804 Hij gedaan heeft H8147 aan de twee H4428 koningen H567 der Amorieten H834 die H5676 aan gene zijde H3383 van de Jordaan H5511 waren, Sihon H4428 , den koning H2809 van Hesbon H5747 , en Og H4428 , den koning H1316 van Bazan H834 , die H6252 te Astharoth [woonde].
  11 H559 H8799 Daarom spraken H413 tot H2205 ons onze oudsten H3605 , en al H3427 H8802 de inwoners H776 onzes lands H559 H8800 , zeggende H3947 H8798 : Neemt H6720 reiskost H3027 met u in uw handen H1870 op de reize H3212 H8798 , en gaat H7125 H8800 hun tegemoet H559 H8804 , en zegt H413 tot H587 hen: Wij H5650 zijn ulieder knechten H3772 H8798 , zo maakt H6258 nu H1285 een verbond met ons.
  12 H2088 Dit H3899 ons brood H2525 hebben wij warm H6679 H0 tot onzen teerkost H4480 uit H1004 onze huizen H6679 H8694 genomen H3117 , ten dage H3318 H8800 , toen wij uittogen H413 om tot H3212 H8800 ulieden te reizen H2009 ; maar ziet H6258 , nu H3001 H8804 is het droog H1961 H8804 , en het is H5350 beschimmeld;
  13 H428 En deze H4997 H3196 lederen wijnzakken H834 , die H4390 H8765 wij gevuld hebben H2319 , waren nieuw H2009 , maar ziet H1234 H8694 , zij zijn gescheurd H428 ; en deze H8008 onze klederen H5275 , en onze schoenen H1086 H8804 zijn oud geworden H4480 , vanwege H3966 deze zeer H7230 lange H1870 reis.
  14 H3947 H8799 Toen namen H582 de mannen H4480 van H6718 hun reiskost H7592 H8804 ; en zij vraagden H6310 het den mond H3068 des HEEREN H3808 niet.
  15 H3091 En Jozua H6213 H8799 maakte H7965 vrede H3772 H8799 met hen, en hij maakte H1285 een verbond H1961 H8800 H2421 H8763 met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude H5387 ; en de oversten H5712 der vergadering H7650 H8735 zwoeren hun.
  16 H1961 H8799 En het geschiedde H4480 ten H7097 einde H7969 van drie H3117 dagen H310 H834 , nadat H1285 zij het verbond H3772 H8804 met hen gemaakt hadden H8085 H8799 , zo hoorden zij H3588 , dat H1992 zij H413 hun H7138 naburen H1992 waren, en dat zij H7130 in het midden H3427 H8802 van hen waren wonende.
  17 H1121 Want toen de kinderen H3478 Israels H5265 H8799 voorttogen H935 H8799 , zo kwamen zij H7992 ten derden H3117 dage H413 aan H5892 hun steden H5892 ; hun steden H1391 nu waren Gibeon H3716 , en Chefira H881 , en Beeroth H7157 , en Kirjath-jearim.
  18 H1121 En de kinderen H3478 Israels H5221 H8689 sloegen H3808 ze niet H3588 , omdat H5387 de oversten H5712 der vergadering H7650 H8738 hun gezworen hadden H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H3885 H8735 ; daarom murmureerde H3605 de ganse H5712 vergadering H5921 tegen H5387 de oversten.
  19 H559 H8799 Toen zeiden H3605 al H5387 de oversten H413 tot H3605 de ganse H5712 vergadering H587 : Wij H7650 H8738 hebben hun gezworen H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H6258 ; daarom H3201 H8799 kunnen H3808 wij hen niet H5060 H8800 aantasten.
  20 H2063 Dit H6213 H8799 zullen wij hun doen H853 , dat wij hen H2421 H8687 bij het leven behouden H3808 , opdat geen H7110 grote toorn H5921 over H1961 H8799 ons zij H5921 , om H7621 des eeds H834 wil, dien H7650 H8738 wij hun gezworen hebben.
  21 H559 H8799 Verder zeiden H5387 de oversten H413 tot H2421 H8799 hen: Laat hen leven H2404 H8802 H6086 , en laat ze houthouwers H7579 H8802 H4325 en waterputters H1961 H8799 zijn H3605 der ganse H5712 vergadering H834 , gelijk H5387 de oversten H1696 H8765 tot hen gezegd hebben.

1 Samuel 14:44

  44 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 [mij] God H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H3588 , H3129 Jonathan H4191 H8800 ! gij moet den dood H4191 H8799 sterven.

1 Samuel 15:8-9

  8 H8610 H8799 En hij ving H90 Agag H4428 , den koning H6002 der Amalekieten H2416 , levend H3605 ; maar al H5971 het volk H2763 H8689 verbande hij H6310 door de scherpte H2719 des zwaards.
  9 H7586 Doch Saul H5971 en het [ganse] volk H2550 H8799 H5921 verschoonde H90 Agag H5921 , en H4315 de beste H6629 schapen H1241 , en runderen H4932 , en de naast H5921 [beste], en H3733 de lammeren H5921 , en H3605 al H4480 H2896 wat best H14 H8804 was, en zij wilden H3808 ze niet H2763 H8687 verbannen H3605 ; maar alle H4399 ding H5240 , dat verachtzaam H4549 H8738 , en dat verdwijnende was H2763 H8689 , verbanden zij.

2 Kings 10:16

  16 H559 H8799 En hij zeide H3212 H8798 : Ga H854 met H7200 H8798 mij, en zie H7068 mijn ijver H3068 aan voor den HEERE H853 . Zo deden zij hem H7392 H8686 rijden H7393 op zijn wagen.

2 Kings 10:31

  31 H3058 Maar Jehu H3808 nam niet H8104 H8804 waar H3212 H8800 te wandelen H8451 in de wet H3068 des HEEREN H430 , des Gods H3478 van Israel H3605 , met zijn ganse H3824 hart H5493 H8804 ; hij week H3808 niet H4480 H5921 van H2403 de zonden H3379 van Jerobeam H834 , die H3478 Israel H2398 H8689 zondigen deed.

Luke 9:54-55

  54 G1161 Als nu G846 Zijn G3101 discipelen G2385 , Jakobus G2532 en G2491 Johannes G1492 G5631 , [dat] zagen G2036 G5627 , zeiden zij G2962 : Heere G2309 G5719 , wilt Gij G2036 G5632 , dat wij zeggen G4442 , dat vuur G575 van G3772 den hemel G2597 G5629 nederdale G2532 , en G846 dezen G355 G5658 verslinde G5613 , gelijk G2532 ook G2243 Elias G4160 G5656 gedaan heeft?
  55 G1161 Maar G4762 G5651 Zich omkerende G2008 G5656 , bestrafte Hij G846 hen G2532 , en G2036 G5627 zeide G1492 G5758 : Gij weet G3756 niet G3634 van hoedanigen G4151 geest G5210 gij G2075 G5748 zijt.

John 16:2

  2 G5209 Zij zullen u G656 uit de synagogen G4160 G5692 werpen G235 ; ja G5610 , de ure G2064 G5736 komt G2443 , dat G3956 een iegelijk G5209 , die u G615 G5660 zal doden G1380 G5661 , zal menen G2316 Gode G2999 een dienst G4374 G5721 te doen.

Romans 10:2

  2 G1063 Want G3140 G ik geef G846 hun G3140 G5719 getuigenis G3754 , dat G2205 zij een ijver G2316 tot God G2192 G5719 hebben G235 , maar G3756 niet G2596 met G1922 verstand.

Galatians 4:17

  17 G2206 G5719 Zij ijveren G3756 niet G2573 recht G5209 over u G235 ; maar G2309 G5719 zij willen G5209 ons G1576 G5658 uitsluiten G2443 , opdat G846 gij over hen G2206 G5725 zoudt ijveren.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.