2 Kings 3:6 Cross References - DSV_Strongs
1 Samuel 11:8
1 Samuel 15:4
2 Samuel 24:1-25
1
H639
En de toorn
H3068
des HEEREN
H3254 H8686
voer voort
H2734 H8800
te ontsteken
H3478
tegen Israel
H5496 H8686
; en Hij porde
H1732
David
H559 H8800
aan tegen henlieden, zeggende
H3212 H8798
: Ga
H4487 H8798
, tel
H3478
Israel
H3063
en Juda.
2
H4428
De koning
H559 H8799
dan zeide
H413
tot
H3097
Joab
H8269 H2428
, den krijgsoverste
H834
, die
H854
bij
H7751 H0
hem was: Trek
H4994
nu
H7751 H8798
om
H3605
, door alle
H7626
stammen
H3478
van Israel
H4480
, van
H1835
Dan
H5704
tot
H884
Ber-seba
H6485 H8798
toe, en tel
H5971
het volk
H4557
, opdat ik het getal
H5971
des volks
H3045 H8804
wete.
3
H559 H8799
Toen zeide
H3097
Joab
H413
tot
H4428
den koning
H3254 H0
: Nu doe
H3068
de HEERE
H430
, uw God
H3254 H8686 H413
, tot
H5971
dit volk
H1992
, zoals deze
H1992
en die
H3967 H6471
nu zijn, honderdmaal
H5869
meer, dat de ogen
H113
van mijn heer
H4428
den koning
H7200 H8802
het aanzien
H4100
; maar waarom
H113
heeft mijn heer
H4428
de koning
H2654 H8804
lust
H2088
tot deze
H1697
zaak?
4
H4428
Doch des konings
H1697
woord
H2388 H8799
nam de overhand
H413
tegen
H3097
Joab
H5921
, en tegen
H8269
de oversten
H2428
des heirs
H3318 H0
. Alzo toog
H3097
Joab
H3318 H8799
uit
H8269
, met de oversten
H2428
des heirs
H4428
, van des konings
H6440
aangezicht
H5971
, om het volk
H3478
Israel
H6485 H8800
te tellen.
5
H5674 H8799
En zij gingen over
H3383
de Jordaan
H2583 H8799
, en legerden zich
H6177
bij Aroer
H3225
, ter rechterhand
H5892
der stad
H834
, die
H8432
in het midden
H5158
is van de beek
H1410
van Gad
H413
, en aan
H3270
Jaezer.
6
H935 H8799
Voorts kwamen zij
H1568
in Gilead
H413
, en in
H8478
het lage
H776
land
H8483
Hodsi
H935 H8799
; ook kwamen zij
H1842
tot Dan-jaan
H5439
, en rondom
H413
bij
H6721
Sidon.
7
H935 H8799
En zij kwamen
H4013
tot de vesting
H6865
van Tyrus
H3605
, en alle
H5892
steden
H2340
der Hevieten
H3669
en der Kanaanieten
H3318 H8799
; en zij kwamen uit
H413
aan
H5045
het zuiden
H3063
van Juda
H884
te Ber-seba.
8
H7751 H8799
Alzo togen zij om
H3605
door het ganse
H776
land
H4480
; en ten
H7097
einde
H8672
van negen
H2320
maanden
H6242
en twintig
H3117
dagen
H935 H8799
kwamen zij
H3389
te Jeruzalem.
9
H3097
En Joab
H5414 H8799
gaf
H4557
de som
H4480
van
H4662
het getelde
H5971
volk
H413
aan
H4428
den koning
H3478
; en in Israel
H1961 H8799
waren
H8083 H3967
achthonderd
H505
duizend
H2428
strijdbare
H376 H8677 H381
mannen
H2719
, die het zwaard
H8025 H8802
uittrokken
H376
, en de mannen
H3063
van Juda
H2568 H3967
waren vijfhonderd
H505
duizend
H376
man.
10
H1732
En Davids
H3820
hart
H5221 H8686
sloeg
H853
hem
H310 H3651
, nadat
H5971
hij het volk
H5608 H8804
geteld had
H1732
; en David
H559 H8799
zeide
H413
tot
H3068
den HEERE
H3966
: Ik heb zeer
H2398 H8804
gezondigd
H834
[in] hetgeen
H6213 H8804
ik gedaan heb
H6258
; maar nu
H3068
, o HEERE
H5674 H0
, neem
H4994
toch
H5771
de misdaad
H5650
Uws knechts
H5674 H8685
weg
H3588
, want
H3966
ik heb zeer
H5528 H8738
zottelijk gedaan.
11
H1732
Als nu David
H1242
des morgens
H6965 H8799
opstond
H1961 H8804
, zo geschiedde
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H413
tot
H5030
den profeet
H1410
Gad
H1732
, Davids
H2374
ziener
H559 H8800
, zeggende:
12
H1980 H8800
Ga heen
H559 H8804
, en spreek
H413
tot
H1732
David
H3541
: Alzo
H1696 H8765
zegt
H3068
de HEERE
H7969
: Drie
H5190 H0
dingen draag
H595
Ik
H5921
u
H5190 H8802
voor
H977 H8798
; verkies
H259
u een
H4480
uit
H6213 H8799
die, dat Ik u doe.
13
H935 H8799
Zo kwam
H1410
Gad
H413
tot
H1732
David
H5046 H8686
, en maakte het hem bekend
H559 H8799
, en zeide
H7458
tot hem: Zal u een honger
H7651
van zeven
H8141
jaren
H776
in uw land
H935 H8799
komen
H518
? Of
H7969
[wilt] gij drie
H2320
maanden
H5127 H8800
vlieden
H6440
voor het aangezicht
H6862
uwer vijanden
H1931
, dat die
H7291 H8802
u vervolgen
H518
? Of
H7969
dat er drie
H3117
dagen
H1698
pestilentie
H776
in uw land
H1961 H8800
zij
H3045 H8798
? Merk
H6258
nu
H7200 H8798
, en zie toe
H4100
, wat
H1697
antwoord
H7725 H8686
ik Dien zal wederbrengen
H7971 H8802
, Die mij gezonden heeft.
14
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H413
tot
H1410
Gad
H3966
: Mij is zeer
H6887 H8804
bange
H4994
; laat ons toch
H3027
in de hand
H3068
des HEEREN
H5307 H8799
vallen
H3588
, want
H7356
Zijn barmhartigheden
H7227
zijn vele
H3027
, maar laat mij in de hand
H120
van mensen
H408
niet
H5307 H8799
vallen.
15
H5414 H8799
Toen gaf
H3068
de HEERE
H1698
een pestilentie
H3478
in Israel
H4480
, van
H1242
den morgen
H5704
af tot
H4150
den gezetten
H6256
tijd
H4191 H8799
toe; en er stierven
H4480
van
H5971
het volk
H4480
, van
H1835
Dan
H5704
tot
H884
Ber-seba
H7657
toe, zeventig
H505
duizend
H376
mannen.
16
H4397
Toen nu de engel
H3027
zijn hand
H7971 H8799
uitstrekte
H3389
over Jeruzalem
H7843 H8763
, om haar te verderven
H5162 H8735
, berouwde het
H3068
den HEERE
H413
over
H7451
dat kwaad
H559 H8799
, en Hij zeide
H4397
tot den engel
H7843 H0
, die het verderf
H5971
onder het volk
H7843 H8688
maakte
H7227
: Het is genoeg
H7503 H0
, trek
H3027
uw hand
H6258
nu
H7503 H8685
af
H4397
. De engel
H3068
des HEEREN
H1961 H8804
nu was
H5973
bij
H1637
den dorsvloer
H728
van Arauna
H2983
, den Jebusiet.
17
H1732
En David
H4397
, als hij den engel
H7200 H8800
zag
H5971
, die het volk
H5221 H8688
sloeg
H559 H8799
, sprak
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeide
H2009
: Zie
H595
ik
H2398 H8804
, ik heb gezondigd
H595
, en ik
H5753 H8689
, ik heb onrecht gehandeld
H4100
, maar wat
H428
hebben deze
H6629
schapen
H6213 H8804
gedaan
H3027
? Uw hand
H1961 H8798
zij
H4994
toch
H1
tegen mij en tegen mijns vaders
H1004
huis.
18
H1410
En Gad
H935 H8799
kwam
H413
tot
H1732
David
H1931
op dienzelfden
H3117
dag
H559 H8799
, en zeide
H5927 H8798
tot hem: Ga op
H6965 H0
, richt
H3068
den HEERE
H4196
een altaar
H6965 H8685
op
H1637
, op den dorsvloer
H728
van Arauna
H2983
, den Jebusiet.
19
H5927 H0
Alzo ging
H1732
David
H5927 H8799
op
H1697
naar het woord
H1410
van Gad
H834
, gelijk als
H3068
de HEERE
H6680 H8765
geboden had.
20
H728
En Arauna
H8259 H8686
zag toe
H7200 H8799
, en zag
H4428
den koning
H5650
en zijn knechten
H5921
tot
H5674 H8802
zich overkomen
H3318 H0
; zo ging
H728
Arauna
H3318 H8799
uit
H7812 H8691
, en boog zich
H4428
voor den koning
H639
met zijn aangezicht
H776
ter aarde.
21
H728
En Arauna
H559 H8799
zeide
H4069
: Waarom
H935 H8804
komt
H113
mijn heer
H4428
de koning
H413
tot
H5650
zijn knecht
H1732
? En David
H559 H8799
zeide
H1637
: Om dezen dorsvloer
H4480 H5973
van
H7069 H8800
u te kopen
H3068
, om den HEERE
H4196
een altaar
H1129 H8800
te bouwen
H4046
, opdat deze plage
H6113 H8735
opgehouden worde
H4480
van
H5921
over
H5971
het volk.
22
H559 H8799
Toen zeide
H728
Arauna
H413
tot
H1732
David
H113
: Mijn heer
H4428
de koning
H3947 H8799
neme
H5927 H8686
en offere
H2896
, wat goed
H5869
is in zijn ogen
H7200 H8798
; zie
H1241
, daar de runderen
H5930
ten brandoffer
H4173
, en de sleden
H3627 H1241
en het rundertuig
H6086
tot hout.
23
H3605
Dit alles
H5414 H8804
gaf
H728
Arauna
H4428
, de koning
H4428
, aan den koning
H559 H8799
. Voorts zeide
H728
Arauna
H413
tot
H4428
den koning
H3068
: De HEERE
H430
uw God
H7521 H8799
neme een welgevallen in u!
24
H4428
Doch de koning
H559 H8799
zeide
H413
tot
H728
Arauna
H3808
: Neen
H3588
, maar
H7069 H8800
ik zal het zekerlijk
H4480
van
H7069 H8799
u kopen
H4242
voor den prijs
H3068
; want ik zal den HEERE
H430
, mijn God
H3808
, niet
H5927 H8686
offeren
H5930
brandofferen
H2600
om niet
H7069 H8799
. Alzo kocht
H1732
David
H1637
den dorsvloer
H1241
en de runderen
H2572
voor vijftig
H3701
zilveren
H8255
sikkelen.
1 Kings 20:27
27
H1121
De kinderen
H3478
Israels
H6485 H8719
werden ook gemonsterd
H3557 H8791
, en waren verzorgd van leeftocht
H3212 H8799
, en trokken
H7125 H8800
hun tegemoet
H1121
; en de kinderen
H3478
Israels
H2583 H8799
legerden zich
H5048
tegenover
H8147
hen, als twee
H2835 H5795
blote geitenkudden
H758
, maar de Syriers
H4390 H8765
vervulden
H776
het land.