2 Kings 25:1 Cross References - DSV_Strongs

  1 H1961 H8799 En het geschiedde H8671 in het negende H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H5019 , [dat] Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam H5921 tegen H3389 Jeruzalem H1931 , hij H3605 en zijn ganse H2428 heir H2583 H8799 , en legerde zich H5921 tegen H1129 H8799 haar; en zij bouwden H5921 tegen H1785 haar sterkten H5439 rondom.

2 Kings 24:1

  1 H3117 In zijn dagen H5927 H0 toog H5019 Nebukadnezar H4428 , de koning H894 van Babel H5927 H8804 , op H3079 , en Jojakim H1961 H8799 werd H5650 zijn knecht H7969 drie H8141 jaren H7725 H8799 ; daarna keerde hij zich om H4775 H8799 , en rebelleerde tegen hem.

2 Kings 24:10

  10 H1931 Te dier H6256 tijd H5927 H8804 togen H5650 de knechten H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3389 , naar Jeruzalem H5892 ; en de stad H935 H8799 H4692 werd belegerd.

1 Chronicles 6:15

  15 H3087 En Jozadak H1980 H8804 ging mede H3068 , als de HEERE H3063 Juda H3389 en Jeruzalem H1540 H8687 gevankelijk wegvoerde H3027 door de hand H5019 van Nebukadnezar.

2 Chronicles 36:17-21

  17 H5921 Want Hij deed tegen H5927 H8686 hen opkomen H4428 den koning H3778 der Chaldeen H970 , die hun jongelingen H2719 met het zwaard H1004 in het huis H4720 huns heiligdoms H2026 H8799 doodde H2550 H8804 H5921 , en hij verschoonde H970 de jongelingen H3808 niet H1330 , noch de maagden H2205 , de ouden H3486 noch de stokouden H5414 H8804 ; Hij gaf H3605 hen allen H3027 in zijn hand.
  18 H3605 En alle H3627 vaten H1004 van het huis H430 Gods H1419 , de grote H6996 en de kleine H214 , en de schatten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H214 , en de schatten H4428 des konings H8269 en zijner vorsten H3605 , dit alles H935 H8689 voerde hij H894 naar Babel.
  19 H8313 H8799 En zij verbrandden H1004 het huis H430 Gods H5422 H0 , en zij braken H2346 den muur H3389 van Jeruzalem H5422 H8762 af H3605 , en al H759 de paleizen H8313 H8804 daarvan verbrandden zij H784 met vuur H7843 H8687 , verdervende H3605 ook alle H4261 kostelijke H3627 vaten derzelve.
  20 H7611 En wie overgebleven was H4480 van H2719 het zwaard H1540 H8686 , voerde hij weg H413 naar H894 Babel H1961 H8799 , en zij werden H1121 hem en zijn zonen H5650 tot knechten H5704 , tot H4427 H8800 het regeren H4438 des koninkrijks H6539 van Perzie;
  21 H1697 Opdat het woord H3068 des HEEREN H4390 H8763 vervuld wierd H6310 , door den mond H3414 van Jeremia H5704 , totdat H776 het land H7676 aan zijn sabbatten H7521 H8804 een welgevallen had H7673 H8804 ; het rustte H3605 al H3117 de dagen H8074 H8715 der verwoesting H7657 , totdat de zeventig H8141 jaren H4390 H8763 vervuld waren.

Isaiah 29:3

  3 H2583 H0 Want Ik zal een leger H1754 in het rond om H2583 H8804 u slaan H6696 H8804 , en Ik zal u belegeren H4674 met bolwerken H4694 , en Ik zal vestingen H6965 H8689 tegen u opwerpen.

Jeremiah 27:8

  8 H1471 En het zal geschieden, het volk H4467 en het koninkrijk H5019 , dat hem, Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H5647 H8799 , niet zal dienen H6677 , en dat zijn hals H5414 H8799 niet zal geven H5923 onder het juk H4428 des konings H894 van Babel H1471 ; over datzelve volk H5002 H8803 zal Ik, spreekt H3068 de HEERE H6485 H8799 , bezoeking doen H2719 door het zwaard H7458 , en door den honger H1698 , en door de pestilentie H8552 H8800 , totdat Ik ze zal verteerd hebben H3027 door zijn hand.

Jeremiah 32:24

  24 H5550 Zie, de wallen H935 H8804 ! zij zijn gekomen H5892 aan de stad H3920 H8800 , om die in te nemen H5892 , en de stad H5414 H8738 is gegeven H3027 in de hand H3778 der Chaldeen H3898 H8737 , die tegen haar strijden H6440 ; vanwege H2719 het zwaard H7458 en den honger H1698 en de pestilentie H1696 H8765 ; en wat Gij gesproken hebt H7200 H8802 , is geschied, en zie, Gij ziet [het].

Jeremiah 32:28

  28 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 alzo: Zie, Ik geef H5892 deze stad H3027 in de hand H3778 der Chaldeen H3027 , en in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3920 H8804 , en hij zal ze innemen.

Jeremiah 34:1-6

  1 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H3068 geschied is van den HEERE H5019 (als Nebukadnezar H4428 , koning H894 van Babel H2428 , en zijn ganse heir H4467 , en alle koninkrijken H776 der aarde H4475 , die [onder] de heerschappij H3027 zijner hand H5971 waren, en al de volken H3389 tegen Jeruzalem H3898 H8737 streden H5892 , en tegen al haar steden H559 H8800 ), zeggende:
  2 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H1980 H8800 : Ga henen H559 H8804 en spreek H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8804 , en zeg H559 H8804 tot hem: Zo zegt H3068 de HEERE H5414 H8802 : Zie, Ik geef H5892 deze stad H3027 in de hand H4428 des konings H894 van Babel H784 , en hij zal ze met vuur H8313 H8804 verbranden.
  3 H3027 En gij zult van zijn hand H4422 H8735 niet ontkomen H8610 H8800 , maar zekerlijk H8610 H8735 gegrepen H3027 , en in zijn hand H5414 H8735 gegeven worden H5869 ; en uw ogen H5869 zullen de ogen H4428 des konings H894 van Babel H7200 H8799 zien H6310 , en zijn mond H6310 zal tot uw mond H1696 H8762 spreken H894 , en gij zult te Babel H935 H8799 komen.
  4 H8085 H8798 Maar hoor H3068 des HEEREN H1697 woord H6667 , o Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H559 H8804 ! zo zegt H3068 de HEERE H2719 van u: Gij zult door het zwaard H4191 H8799 niet sterven.
  5 H4191 H8799 Gij zult sterven H7965 in vrede H4955 , en naar de brandingen H1 van uw vaderen H7223 , de vorige H4428 koningen H6440 , die voor H8313 H8799 u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden H5594 H8799 , en u beklagen H1945 , [zeggende]: Och H113 heer H1697 ! want Ik heb het woord H1696 H8765 gesproken H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  6 H5030 En de profeet H3414 Jeremia H1696 H8762 sprak H1697 al deze woorden H6667 tot Zedekia H4428 , den koning H3063 van Juda H3389 , te Jeruzalem.

Jeremiah 39:1-10

  1 H8671 In het negende H8141 jaar H6667 van Zedekia H4428 , koning H3063 van Juda H6224 , in de tiende H2320 maand H935 H8804 , kwam H5019 Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H2428 , en al zijn heir H3389 , tegen Jeruzalem H6696 H8799 , en zij belegerden haar.
  2 H6249 H6240 In het elfde H8141 jaar H6667 van Zedekia H7243 , in de vierde H2320 maand H8672 , op den negenden H2320 der maand H5892 , werd de stad H1234 H8717 doorgebroken.
  3 H8269 En alle vorsten H4428 des konings H894 van Babel H935 H8799 togen henen in H3427 H8799 , en hielden H8432 bij de middelste H8179 poort H5371 ; [namelijk] Nergal-sarezer H5562 Samgar-nebu H8310 , Sarsechim H7249 Rab-saris H5371 , Nergal-sarezer H7248 Rab-mag H7611 , en al de overige H8269 vorsten H4428 des konings H894 van Babel.
  4 H6667 En het geschiedde, als Zedekia H4428 , de koning H3063 van Juda H582 H4421 , en al de krijgslieden H7200 H8804 hen zagen H1272 H8799 , zo vloden zij H3318 H8799 , en togen H3915 bij nacht H5892 uit de stad H1870 , [door] den weg H4428 van des konings H1588 hof H8179 , door de poort H2346 tussen de twee muren H3318 H8799 ; en hij toog uit H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  5 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H310 hen achterna H5381 H8686 ; en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H3947 H8799 , en vingen H5927 H8686 hem, en brachten hem opwaarts H5019 tot Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H7247 , naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem uit.
  6 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H7247 te Ribla H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; ook slachtte H4428 de koning H894 van Babel H2715 alle edelen H3063 van Juda.
  7 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en bond H5178 hem met twee koperen ketenen H894 , om hem naar Babel H935 H8687 te voeren.
  8 H3778 En de Chaldeen H8313 H8804 verbrandden H1004 het huis H4428 des konings H1004 en de huizen H5971 des volks H784 met vuur H5422 H0 ; en zij braken H2346 de muren H3389 van Jeruzalem H5422 H8804 af.
  9 H3499 Het overige H5971 nu des volks H5892 , die in de stad H7604 H8737 waren overgebleven H5307 H8802 , en de afvalligen H5307 H8804 , die tot hem gevallen waren H3499 , met het overige H5971 des volks H7604 H8737 , die overgebleven waren H1540 H0 , voerde H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H1540 H8689 , gevankelijk H894 [naar] Babel.
  10 H5971 Maar van het volk H1800 , die arm H3972 waren, die niet met al H7604 H0 hadden, liet H5018 Nebuzaradan H7227 , de overste H2876 der trawanten H7604 H8689 , [enigen] overig H776 in het land H3063 van Juda H5414 H8799 ; en hij gaf H3117 hun te dien dage H3754 wijngaarden H3010 en akkers.

Jeremiah 43:10

  10 H559 H8804 En zeg H559 H8804 tot hen: Zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H430 , de God H3478 Israels H7971 H8802 : Ziet, Ik zal henenzenden H5019 , en Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H5650 , Mijn knecht H3947 H8804 , halen H3678 , en Ik zal zijn troon H7760 H8804 zetten H4605 boven op H68 deze stenen H2934 H8804 , die Ik verborgen heb H8237 ; en hij zal zijn schone tent H5186 H8804 daarover spannen.

Jeremiah 51:34

  34 H5019 Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H398 H8804 , heeft mij opgegeten H2000 H8804 , hij heeft mij verpletterd H3322 H8689 , hij heeft mij gesteld H7385 [als] een ledig H3627 vat H1104 H8804 , hij heeft mij verslonden H8577 als een draak H3770 , hij heeft zijn balg H4390 H8765 gevuld H5730 van mijn lekkernijen H1740 H8689 ; hij heeft mij verdreven.

Jeremiah 52:4-11

  4 H8671 En het geschiedde in het negende H8141 jaar H4427 H8800 zijner regering H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H5019 , [dat] Nebukadrezar H4428 , de koning H894 van Babel H935 H8804 , kwam H3389 tegen Jeruzalem H2428 , hij en zijn ganse heir H2583 H8799 , en zij legerden zich H1129 H8799 tegen haar, en zij bouwden H1785 tegen haar sterkten H5439 rondom.
  5 H935 H8799 Alzo kwam H5892 de stad H4692 in belegering H6249 H6240 , tot in het elfde H8141 jaar H4428 van den koning H6667 Zedekia.
  6 H7243 In de vierde H2320 maand H8672 , op den negenden H2320 der maand H7458 , als de honger H5892 in de stad H2388 H8799 sterk werd H5971 , en het volk H776 des lands H3899 geen brood had;
  7 H5892 Toen werd de stad H1234 H8735 doorgebroken H582 H4421 , en al de krijgslieden H1272 H8799 vloden H3318 H8799 , en trokken uit H3915 des nachts H5892 , uit de stad H1870 , door den weg H8179 der poort H2346 tussen de twee muren H4428 , die aan des konings H1588 hof H3778 waren (de Chaldeen H5892 nu waren tegen de stad H5439 rondom H3212 H8799 ), en zij togen H1870 [door] den weg H6160 des vlakken velds.
  8 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H4428 den koning H310 na H5381 H8686 , en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H2428 ; en al zijn heir H6327 H8738 werd van bij hem verstrooid.
  9 H8610 H8799 Zij dan grepen H4428 den koning H5927 H8686 , en voerden hem opwaarts H4428 tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem.
  10 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; en hij slachtte H8269 ook al de vorsten H3063 van Juda H7247 te Ribla.
  11 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en hij bond H5178 hem met twee koperen ketenen H935 H8686 ; alzo bracht H4428 hem de koning H894 van Babel H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1004 H6486 hem in het gevangenhuis H3117 , tot den dag H4194 zijns doods toe.

Ezekiel 4:1-8

  1 H1121 H120 En gij, mensenkind H3947 H8798 , neem H3843 u een tichelsteen H5414 H8804 , en leg H6440 dien voor uw aangezicht H2710 H8804 , en bewerp H5892 daarop de stad H3389 Jeruzalem.
  2 H5414 H8804 En maak H4692 een belegering H1129 H8804 tegen haar, en bouw H1785 tegen haar sterkten H8210 H8804 , en werp H5550 tegen haar een wal H5414 H8804 op, en stel H4264 legers H7760 H8798 tegen haar, en zet H3733 tegen haar stormrammen H5439 rondom.
  3 H3947 H8798 Verder, neem gij H1270 u een ijzeren H4227 pan H5414 H8804 , en stel H1270 ze tot een ijzeren H7023 muur H5892 tussen u en tussen die stad H3559 H8689 ; en richt H6440 uw aangezicht H4692 tegen haar, dat zij in belegering H6696 H8804 kome, en gij zult ze belegeren H1004 . Dit zij den huize H3478 Israels H226 een teken.
  4 H7901 H8798 Lig gij ook neder H8042 H6654 op uw linkerzijde H7760 H8804 , en leg H5771 daarop de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H4557 , [naar] het getal H3117 der dagen H7901 H8799 , dat gij daarop zult liggen H5771 , zult gij hun ongerechtigheid H5375 H8799 dragen.
  5 H5414 H8804 Want Ik heb u gegeven H8141 de jaren H5771 hunner ongerechtigheid H4557 , naar het getal H3117 der dagen H7969 H3967 , driehonderd H8673 en negentig H3117 dagen H5771 , dat gij de ongerechtigheid H1004 van het huis H3478 Israels H5375 H8804 dragen zult.
  6 H428 Als gij nu deze H3615 H8765 voleinden zult H7901 H8804 , lig H8145 ten anderen male H3233 H8675 H3227 H6654 neder op uw rechterzijde H5771 , en gij zult de ongerechtigheid H1004 van het huis H3063 van Juda H5375 H8804 dragen H705 veertig H3117 dagen H5414 H8804 ; Ik heb u gegeven H3117 H3117 elken dag H8141 H8141 voor elk jaar.
  7 H6440 Daarom zult gij uw aangezicht H3559 H8686 richten H4692 tegen de belegering H3389 van Jeruzalem H2220 , en uw arm H2834 H8803 zal ontbloot zijn H5012 H8738 ; en gij zult tegen haar profeteren.
  8 H5688 En ziet, Ik zal dikke touwen H5414 H8804 aan u leggen H2015 H8735 , dat gij u niet omkeert H6654 van uw [ene] zijde H6654 tot uw [andere] zijde H3117 , totdat gij de dagen H4692 uwer belegering H3615 H8763 voleind hebt.

Ezekiel 21:22-24

  22 H7081 De waarzegging H3225 zal aan zijn rechterhand H3389 zijn op Jeruzalem H3733 , om hoofdmannen H7760 H8800 te stellen H6310 , om den mond H6605 H8800 te openen H7524 in het doodslaan H6963 , om de stem H7311 H8687 op te heffen H8643 met gejuich H3733 , om stormrammen H7760 H8800 te stellen H8179 tegen de poorten H5550 , om sterkten H8210 H8800 op te werpen H1785 , om bolwerken H1129 H8800 te bouwen.
  23 H5869 Dit zal hun in hun ogen H7723 als een ijdel H7080 H8800 waarzeggen H7621 zijn, [omdat] [zij] met eden H7650 H8803 beedigd zijn H5771 onder hen; maar hij zal der ongerechtigheid H2142 H8688 gedenken H8610 H8736 , opdat zij gegrepen worden.
  24 H559 H8804 Daarom zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5771 alzo: Omdat gijlieden uwer ongerechtigheid H2142 H8687 doet gedenken H6588 , doordien uw overtredingen H1540 H8736 ontdekt worden H2403 , zodat uw zonden H7200 H8736 gezien worden H5949 in al uw handelingen H2142 H8736 ; omdat uwer gedacht wordt H3709 , zult gij met de hand H8610 H8735 gegrepen worden.

Ezekiel 24:1-14

  1 H3068 Wijders geschiedde des HEEREN H1697 woord H8671 tot mij, in het negende H8141 jaar H6224 , in de tiende H2320 maand H6218 , op den tienden H2320 der maand H559 H8800 , zeggende:
  2 H1121 H120 Mensenkind H3789 H8798 ! schrijf H8034 u den naam H3117 van den dag H6106 op, even van dezen zelfden H3117 dag H4428 ; de koning H894 van Babel H5564 H8804 legt zich H3389 voor Jeruzalem H6106 , even op dezen zelfden H3117 dag.
  3 H4911 H8798 En gebruik H4912 een gelijkenis H4805 tot dat wederspannig H1004 huis H559 H8804 , en zeg H559 H8804 tot hen: Alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H8239 H8798 : Zet H5518 een pot H8239 H8798 toe, zet H3332 H8798 [hem] toe, en giet H4325 ook water daarin.
  4 H622 H0 Doe H5409 zijn stukken H622 H8798 te zamen H2896 daarin, alle goede H5409 stukken H3409 , de dij H3802 en den schouder H4390 H8761 , vul H4005 [hem] met de keur H6106 der beenderen.
  5 H3947 H8800 Neem H4005 de keur H6629 van de kudde H1754 , en stook ook een brandstapel H6106 van de beenderen H7571 daaronder; doe hem wel H7570 H8761 opzieden H6106 ; ook zullen zijn beenderen H8432 daarin H1310 H8804 gekookt worden.
  6 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H188 : Wee H1818 H5892 der bloedstad H5518 , den pot H2457 , welks schuim H2457 in hem is, en van welken zijn schuim H3318 H8804 niet is uitgegaan H3318 H8685 ! trek H5409 stuk H5409 bij stuk H1486 daaruit, en laat het lot H5307 H8804 over hem niet vallen.
  7 H1818 Want haar bloed H8432 is in het midden H6706 van haar; op een gladde H5553 steenrots H7760 H8804 heeft zij dat gelegd H776 ; zij heeft het op de aarde H8210 H8804 niet uitgestort H6083 , om hetzelve met stof H3680 H8763 te bedekken.
  8 H2534 Opdat Ik de grimmigheid H5927 H8687 doe opgaan H5359 om wraak H5358 H8800 te oefenen H1818 , heb Ik [ook] haar bloed H6706 op een gladde H5553 steenrots H5414 H8804 gelegd H3680 H8736 , opdat het niet bedekt worde.
  9 H559 H8804 Daarom, alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H188 : Wee H1818 H5892 der bloedstad H4071 ! Ik zal ook den brandstapel H1431 H8686 groot maken!
  10 H7235 H8685 Draag veel H6086 houts H1814 H0 toe, steek H784 het vuur H1814 H8687 aan H8552 H8687 , verteer H1320 het vlees H7543 H8687 , en kruid H4841 [het] met specerijen H6106 , en laat de beenderen H2787 H8735 verbranden.
  11 H5975 H8687 Stel H7386 hem daarna ledig H1513 op zijn kolen H3179 H8799 , opdat hij heet worde H5178 , en zijn roest H2787 H8804 verbrande H2932 , en zijn onreinigheid H8432 in het midden H5413 H8738 van hem versmelte H2457 , zijn schuim H8552 H8799 verteerd worde.
  12 H8383 [Met] ijdelheden H3811 H8689 heeft zij [Mij] moede gemaakt H7227 ; nog is haar overvloedig H2457 schuim H3318 H8799 van haar niet uitgegaan H2457 ; haar schuim H784 [moet] in het vuur.
  13 H2932 In uw onreinigheid H2154 is schandelijkheid H2891 H8765 , omdat Ik u gereinigd heb H2891 H8804 , en gij niet gereinigd zijt H2932 , zo zult gij van uw onreinigheid H2891 H8799 niet meer gereinigd worden H2534 , totdat Ik Mijn grimmigheid H5117 H8687 op u zal hebben doen rusten.
  14 H3068 Ik, de HEERE H1696 H8765 , heb het gesproken H935 H8802 ; het zal komen H6213 H8804 , en Ik zal het doen H6544 H8799 ; Ik zal er niet van wijken H2347 H8799 , en Ik zal niet verschonen H5162 H8735 noch berouw hebben H1870 ; naar uw wegen H5949 en naar uw handelingen H8199 H8804 zullen zij u richten H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 HEERE.

Ezekiel 26:7

  7 H559 H8804 Want alzo zegt H136 de Heere H3069 HEERE H5019 : Ziet, Ik zal Nebukadrezar H4428 , den koning H894 van Babel H4428 , den koning H4428 der koningen H6828 , van het noorden H6865 tegen Tyrus H935 H8688 brengen H5483 , met paarden H7393 en met wagenen H6571 , en met ruiteren H6951 , en [krijgs] vergaderingen H7227 , en veel H5971 volks.

Daniel 4:1-18

  1 H4430 De koning H5020 Nebukadnezar H3606 aan alle H5972 volken H524 , natien H3961 en tongen H3606 , die op den gansen H772 aardbodem H1753 H8748 wonen H8001 : uw vrede H7680 H8748 worde vermenigvuldigd!
  2 H8232 H8754 Het behaagt H6925 mij H2324 H8682 te verkondigen H852 de tekenen H8540 en wonderen H5943 , die de allerhoogste H426 God H5974 aan mij H5648 H8754 gedaan heeft.
  3 H4101 Hoe H7260 groot H852 zijn Zijn tekenen H4101 ! en hoe H8624 machtig H8540 Zijn wonderen H4437 ! Zijn Rijk H5957 is een eeuwig H4437 Rijk H7985 , en Zijn heerschappij H5974 is van H1859 geslacht H1859 tot geslacht.
  4 H576 Ik H5020 , Nebukadnezar H7954 H8752 , gerust H1934 H8754 zijnde H1005 in mijn huis H1965 , en in mijn paleis H7487 groenende,
  5 H2370 H8754 Zag H2493 een droom H1763 H8741 , die mij vervaarde H2031 , en de gedachten H5922 , die ik op H4903 mijn bed H2376 had, en de gezichten H7217 mijns hoofds H927 H8792 beroerden mij.
  6 H2942 Daarom is er een bevel H4481 van mij H7761 H8752 gesteld H6925 , dat men voor H5954 H8682 mij zou inbrengen H3606 al H2445 de wijzen H895 van Babel H6591 , opdat zij mij de uitlegging H2493 van dien droom H3046 H8681 zouden bekend maken.
  7 H116 Toen H5954 H8750 kwamen H2749 in de tovenaars H826 , de sterrekijkers H3779 , de Chaldeen H1505 H8750 en de waarzeggers H576 ; en ik H560 H8750 zeide H2493 den droom H6925 voor H3046 H0 hen; maar zij maakten H6591 mij zijn uitlegging H3809 niet H3046 H8683 bekend;
  8 H5705 Totdat H318 ten laatste H1841 Daniel H6925 voor mij H5922 inkwam H8036 , wiens naam H1096 Beltsazar H8036 is, naar den naam H426 mijns gods H7308 , in wien ook de geest H6922 der heilige H426 goden H560 H8754 is; en ik vertelde H2493 den droom H6925 voor hem, [zeggende]:
  9 H1096 Beltsazar H7229 , gij overste H2749 der tovenaars H576 ! dewijl ik H3046 H8754 weet H7308 , dat de geest H6922 der heilige H426 goden H3606 H3809 in u is, en geen H7328 verborgenheid H598 H8750 u zwaar is H560 H8747 , zo zeg H2376 de gezichten H2493 mijns drooms H2370 H8754 , dien ik gezien heb H6591 , te weten zijn uitlegging.
  10 H2376 De gezichten H7217 nu mijns hoofds H5922 op H4903 mijn leger H1934 H8754 H2370 H8751 waren [deze]: Ik zag H431 , en ziet H363 , er was een boom H1459 in het midden H772 der aarde H7314 , en zijn hoogte H7690 was groot.
  11 H363 De boom H7236 H8754 werd groot H8631 H8754 en sterk H7314 ; en zijn hoogte H4291 H8748 reikte H8065 aan den hemel H2379 , en hij werd gezien H5491 tot aan het einde H3606 der ganse H772 aarde;
  12 H6074 Zijn loof H8209 was schoon H4 , en zijn vruchten H7690 vele H4203 , en er was spijze H3606 aan dezelve voor allen H8460 ; onder H2927 H0 hem vond H2423 het gedierte H1251 des velds H2927 H8681 schaduw H6853 , en de vogelen H8065 des hemels H1753 H8748 woonden H6056 in zijn takken H3606 , en alle H1321 vlees H4481 werd daarvan H2110 H8729 gevoed.
  13 H1934 H8754 H2370 H8751 Ik zag H2376 [verder] in de gezichten H7217 mijns hoofds H5922 , op H4903 mijn leger H431 ; en ziet H5894 , een wachter H6922 , namelijk een heilige H5182 H8750 , kwam af H4481 van H8065 den hemel,
  14 H7123 H8751 Roepende H2429 met kracht H3652 , en aldus H560 H8750 zeggende H1414 H0 : Houwt H363 dien boom H1414 af H7113 H8745 , en kapt H6056 zijn takken H5426 H8680 af; stroopt H6074 zijn loof H921 H8745 af, en verstrooit H4 zijn vruchten H2423 , dat de dieren H4481 van H8479 onder H5111 H8748 hem wegzwerven H6853 , en de vogelen H4481 van H6056 zijn takken;
  15 H1297 Doch H7662 H8747 laat H6136 den stam H8330 [met] zijn wortelen H772 in de aarde H6523 , en met een ijzeren H5174 en koperen H613 band H1883 in het tedere gras H1251 des velds H2920 ; en laat hem in den dauw H8065 des hemels H6647 H8721 nat gemaakt worden H2508 , en zijn deel H5974 zij met H2423 het gedierte H6211 in het kruid H772 der aarde.
  16 H3825 Zijn hart H8133 H8741 worde veranderd H4481 , dat het geens H606 mensen H2423 [hart] meer zij, en hem worde eens beesten H3825 hart H3052 H8725 gegeven H7655 , en laat zeven H5732 tijden H5922 over H2499 hem voorbijgaan.
  17 H6600 Deze zaak H1510 is in het besluit H5894 der wachters H7595 , en deze begeerte H3983 is in het woord H6922 der heiligen H5705 H1701 ; opdat H2417 de levenden H3046 H8748 bekennen H5943 , dat de Allerhoogste H7990 heerschappij heeft H4437 over de koninkrijken H606 der mensen H5415 H8748 , en geeft H4479 ze aan wien H6634 H8748 Hij wil H6966 H8681 , ja, zet H5922 daarover H8215 den laagste H606 onder de mensen.
  18 H1836 Dezen H2493 droom H576 heb ik H4430 , koning H5020 Nebukadnezar H2370 H8754 gezien H607 ; gij H1096 nu, Beltsazar H560 H8747 ! zeg H6591 de uitlegging H6903 van dien, dewijl H3606 al H2445 de wijzen H4437 mijns koninkrijks H6591 mij de uitlegging H3809 niet H3202 H8750 hebben kunnen H3046 H8682 bekend maken H607 ; maar gij H3546 H8751 kunt H7308 wel, dewijl de geest H6922 der heilige H426 goden in u is.

Luke 19:43-44

  43 G3754 Want G2250 er zullen dagen G1909 over G4571 u G2240 G5692 komen G2532 , dat G4675 uw G2190 vijanden G5482 een begraving G4016 G rondom G4671 u G4016 G5692 zullen opwerpen G2532 , en G4571 zullen u G4033 G5692 omsingelen G2532 , en G4571 u G3840 van alle zijden G4912 G5692 benauwen;
  44 G2532 En G4571 zullen u G1474 G5692 tot den grond nederwerpen G2532 , en G4675 uw G5043 kinderen G1722 in G4671 u G2532 ; en G1722 zij zullen in G4671 u G3037 den [enen] steen G1909 op G3037 den [anderen] steen G3756 niet G863 G5692 laten G473 ; daarom G3739 dat G2540 gij den tijd G4675 uwer G1984 bezoeking G3756 niet G1097 G5627 bekend hebt.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.