1
H1961 H8799
En het geschiedde
H8671
in het negende
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H5019
, [dat] Nebukadnezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H935 H8804
, kwam
H5921
tegen
H3389
Jeruzalem
H1931
, hij
H3605
en zijn ganse
H2428
heir
H2583 H8799
, en legerde zich
H5921
tegen
H1129 H8799
haar; en zij bouwden
H5921
tegen
H1785
haar sterkten
H5439
rondom.
2 Kings 25:1 Cross References - DSV_Strongs
2 Kings 24:1
2 Kings 24:10
1 Chronicles 6:15
2 Chronicles 36:17-21
17
H5921
Want Hij deed tegen
H5927 H8686
hen opkomen
H4428
den koning
H3778
der Chaldeen
H970
, die hun jongelingen
H2719
met het zwaard
H1004
in het huis
H4720
huns heiligdoms
H2026 H8799
doodde
H2550 H8804 H5921
, en hij verschoonde
H970
de jongelingen
H3808
niet
H1330
, noch de maagden
H2205
, de ouden
H3486
noch de stokouden
H5414 H8804
; Hij gaf
H3605
hen allen
H3027
in zijn hand.
18
H3605
En alle
H3627
vaten
H1004
van het huis
H430
Gods
H1419
, de grote
H6996
en de kleine
H214
, en de schatten
H1004
van het huis
H3068
des HEEREN
H214
, en de schatten
H4428
des konings
H8269
en zijner vorsten
H3605
, dit alles
H935 H8689
voerde hij
H894
naar Babel.
19
H8313 H8799
En zij verbrandden
H1004
het huis
H430
Gods
H5422 H0
, en zij braken
H2346
den muur
H3389
van Jeruzalem
H5422 H8762
af
H3605
, en al
H759
de paleizen
H8313 H8804
daarvan verbrandden zij
H784
met vuur
H7843 H8687
, verdervende
H3605
ook alle
H4261
kostelijke
H3627
vaten derzelve.
20
H7611
En wie overgebleven was
H4480
van
H2719
het zwaard
H1540 H8686
, voerde hij weg
H413
naar
H894
Babel
H1961 H8799
, en zij werden
H1121
hem en zijn zonen
H5650
tot knechten
H5704
, tot
H4427 H8800
het regeren
H4438
des koninkrijks
H6539
van Perzie;
21
H1697
Opdat het woord
H3068
des HEEREN
H4390 H8763
vervuld wierd
H6310
, door den mond
H3414
van Jeremia
H5704
, totdat
H776
het land
H7676
aan zijn sabbatten
H7521 H8804
een welgevallen had
H7673 H8804
; het rustte
H3605
al
H3117
de dagen
H8074 H8715
der verwoesting
H7657
, totdat de zeventig
H8141
jaren
H4390 H8763
vervuld waren.
Isaiah 29:3
Jeremiah 27:8
8
H1471
En het zal geschieden, het volk
H4467
en het koninkrijk
H5019
, dat hem, Nebukadnezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5647 H8799
, niet zal dienen
H6677
, en dat zijn hals
H5414 H8799
niet zal geven
H5923
onder het juk
H4428
des konings
H894
van Babel
H1471
; over datzelve volk
H5002 H8803
zal Ik, spreekt
H3068
de HEERE
H6485 H8799
, bezoeking doen
H2719
door het zwaard
H7458
, en door den honger
H1698
, en door de pestilentie
H8552 H8800
, totdat Ik ze zal verteerd hebben
H3027
door zijn hand.
Jeremiah 32:24
24
H5550
Zie, de wallen
H935 H8804
! zij zijn gekomen
H5892
aan de stad
H3920 H8800
, om die in te nemen
H5892
, en de stad
H5414 H8738
is gegeven
H3027
in de hand
H3778
der Chaldeen
H3898 H8737
, die tegen haar strijden
H6440
; vanwege
H2719
het zwaard
H7458
en den honger
H1698
en de pestilentie
H1696 H8765
; en wat Gij gesproken hebt
H7200 H8802
, is geschied, en zie, Gij ziet [het].
Jeremiah 32:28
Jeremiah 34:1-6
1
H1697
Het woord
H3414
, dat tot Jeremia
H3068
geschied is van den HEERE
H5019
(als Nebukadnezar
H4428
, koning
H894
van Babel
H2428
, en zijn ganse heir
H4467
, en alle koninkrijken
H776
der aarde
H4475
, die [onder] de heerschappij
H3027
zijner hand
H5971
waren, en al de volken
H3389
tegen Jeruzalem
H3898 H8737
streden
H5892
, en tegen al haar steden
H559 H8800
), zeggende:
2
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H1980 H8800
: Ga henen
H559 H8804
en spreek
H6667
tot Zedekia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H559 H8804
, en zeg
H559 H8804
tot hem: Zo zegt
H3068
de HEERE
H5414 H8802
: Zie, Ik geef
H5892
deze stad
H3027
in de hand
H4428
des konings
H894
van Babel
H784
, en hij zal ze met vuur
H8313 H8804
verbranden.
3
H3027
En gij zult van zijn hand
H4422 H8735
niet ontkomen
H8610 H8800
, maar zekerlijk
H8610 H8735
gegrepen
H3027
, en in zijn hand
H5414 H8735
gegeven worden
H5869
; en uw ogen
H5869
zullen de ogen
H4428
des konings
H894
van Babel
H7200 H8799
zien
H6310
, en zijn mond
H6310
zal tot uw mond
H1696 H8762
spreken
H894
, en gij zult te Babel
H935 H8799
komen.
4
H8085 H8798
Maar hoor
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H6667
, o Zedekia
H4428
, koning
H3063
van Juda
H559 H8804
! zo zegt
H3068
de HEERE
H2719
van u: Gij zult door het zwaard
H4191 H8799
niet sterven.
5
H4191 H8799
Gij zult sterven
H7965
in vrede
H4955
, en naar de brandingen
H1
van uw vaderen
H7223
, de vorige
H4428
koningen
H6440
, die voor
H8313 H8799
u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden
H5594 H8799
, en u beklagen
H1945
, [zeggende]: Och
H113
heer
H1697
! want Ik heb het woord
H1696 H8765
gesproken
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
Jeremiah 39:1-10
1
H8671
In het negende
H8141
jaar
H6667
van Zedekia
H4428
, koning
H3063
van Juda
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H935 H8804
, kwam
H5019
Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H2428
, en al zijn heir
H3389
, tegen Jeruzalem
H6696 H8799
, en zij belegerden haar.
2
H6249 H6240
In het elfde
H8141
jaar
H6667
van Zedekia
H7243
, in de vierde
H2320
maand
H8672
, op den negenden
H2320
der maand
H5892
, werd de stad
H1234 H8717
doorgebroken.
3
H8269
En alle vorsten
H4428
des konings
H894
van Babel
H935 H8799
togen henen in
H3427 H8799
, en hielden
H8432
bij de middelste
H8179
poort
H5371
; [namelijk] Nergal-sarezer
H5562
Samgar-nebu
H8310
, Sarsechim
H7249
Rab-saris
H5371
, Nergal-sarezer
H7248
Rab-mag
H7611
, en al de overige
H8269
vorsten
H4428
des konings
H894
van Babel.
4
H6667
En het geschiedde, als Zedekia
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H582 H4421
, en al de krijgslieden
H7200 H8804
hen zagen
H1272 H8799
, zo vloden zij
H3318 H8799
, en togen
H3915
bij nacht
H5892
uit de stad
H1870
, [door] den weg
H4428
van des konings
H1588
hof
H8179
, door de poort
H2346
tussen de twee muren
H3318 H8799
; en hij toog uit
H1870
[door] den weg
H6160
des vlakken velds.
5
H2428
Doch het heir
H3778
der Chaldeen
H7291 H8799
jaagde
H310
hen achterna
H5381 H8686
; en zij achterhaalden
H6667
Zedekia
H6160
in de vlakke velden
H3405
van Jericho
H3947 H8799
, en vingen
H5927 H8686
hem, en brachten hem opwaarts
H5019
tot Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H7247
, naar Ribla
H776
, in het land
H2574
van Hamath
H1696 H8762
; die sprak
H4941
oordelen tegen hem uit.
6
H4428
En de koning
H894
van Babel
H7819 H8799
slachtte
H1121
de zonen
H6667
van Zedekia
H7247
te Ribla
H5869
voor zijn ogen
H7819 H8804
; ook slachtte
H4428
de koning
H894
van Babel
H2715
alle edelen
H3063
van Juda.
7
H5786 H8765
En hij verblindde
H5869
de ogen
H6667
van Zedekia
H631 H8799
, en bond
H5178
hem met twee koperen ketenen
H894
, om hem naar Babel
H935 H8687
te voeren.
8
H3778
En de Chaldeen
H8313 H8804
verbrandden
H1004
het huis
H4428
des konings
H1004
en de huizen
H5971
des volks
H784
met vuur
H5422 H0
; en zij braken
H2346
de muren
H3389
van Jeruzalem
H5422 H8804
af.
9
H3499
Het overige
H5971
nu des volks
H5892
, die in de stad
H7604 H8737
waren overgebleven
H5307 H8802
, en de afvalligen
H5307 H8804
, die tot hem gevallen waren
H3499
, met het overige
H5971
des volks
H7604 H8737
, die overgebleven waren
H1540 H0
, voerde
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H1540 H8689
, gevankelijk
H894
[naar] Babel.
Jeremiah 43:10
10
H559 H8804
En zeg
H559 H8804
tot hen: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H7971 H8802
: Ziet, Ik zal henenzenden
H5019
, en Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5650
, Mijn knecht
H3947 H8804
, halen
H3678
, en Ik zal zijn troon
H7760 H8804
zetten
H4605
boven op
H68
deze stenen
H2934 H8804
, die Ik verborgen heb
H8237
; en hij zal zijn schone tent
H5186 H8804
daarover spannen.
Jeremiah 51:34
34
H5019
Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H398 H8804
, heeft mij opgegeten
H2000 H8804
, hij heeft mij verpletterd
H3322 H8689
, hij heeft mij gesteld
H7385
[als] een ledig
H3627
vat
H1104 H8804
, hij heeft mij verslonden
H8577
als een draak
H3770
, hij heeft zijn balg
H4390 H8765
gevuld
H5730
van mijn lekkernijen
H1740 H8689
; hij heeft mij verdreven.
Jeremiah 52:4-11
4
H8671
En het geschiedde in het negende
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H5019
, [dat] Nebukadrezar
H4428
, de koning
H894
van Babel
H935 H8804
, kwam
H3389
tegen Jeruzalem
H2428
, hij en zijn ganse heir
H2583 H8799
, en zij legerden zich
H1129 H8799
tegen haar, en zij bouwden
H1785
tegen haar sterkten
H5439
rondom.
5
H935 H8799
Alzo kwam
H5892
de stad
H4692
in belegering
H6249 H6240
, tot in het elfde
H8141
jaar
H4428
van den koning
H6667
Zedekia.
6
H7243
In de vierde
H2320
maand
H8672
, op den negenden
H2320
der maand
H7458
, als de honger
H5892
in de stad
H2388 H8799
sterk werd
H5971
, en het volk
H776
des lands
H3899
geen brood had;
7
H5892
Toen werd de stad
H1234 H8735
doorgebroken
H582 H4421
, en al de krijgslieden
H1272 H8799
vloden
H3318 H8799
, en trokken uit
H3915
des nachts
H5892
, uit de stad
H1870
, door den weg
H8179
der poort
H2346
tussen de twee muren
H4428
, die aan des konings
H1588
hof
H3778
waren (de Chaldeen
H5892
nu waren tegen de stad
H5439
rondom
H3212 H8799
), en zij togen
H1870
[door] den weg
H6160
des vlakken velds.
8
H2428
Doch het heir
H3778
der Chaldeen
H7291 H8799
jaagde
H4428
den koning
H310
na
H5381 H8686
, en zij achterhaalden
H6667
Zedekia
H6160
in de vlakke velden
H3405
van Jericho
H2428
; en al zijn heir
H6327 H8738
werd van bij hem verstrooid.
9
H8610 H8799
Zij dan grepen
H4428
den koning
H5927 H8686
, en voerden hem opwaarts
H4428
tot den koning
H894
van Babel
H7247
naar Ribla
H776
, in het land
H2574
van Hamath
H1696 H8762
; die sprak
H4941
oordelen tegen hem.
10
H4428
En de koning
H894
van Babel
H7819 H8799
slachtte
H1121
de zonen
H6667
van Zedekia
H5869
voor zijn ogen
H7819 H8804
; en hij slachtte
H8269
ook al de vorsten
H3063
van Juda
H7247
te Ribla.
11
H5786 H8765
En hij verblindde
H5869
de ogen
H6667
van Zedekia
H631 H8799
, en hij bond
H5178
hem met twee koperen ketenen
H935 H8686
; alzo bracht
H4428
hem de koning
H894
van Babel
H894
naar Babel
H5414 H8799
, en stelde
H1004 H6486
hem in het gevangenhuis
H3117
, tot den dag
H4194
zijns doods toe.
Ezekiel 4:1-8
1
H1121 H120
En gij, mensenkind
H3947 H8798
, neem
H3843
u een tichelsteen
H5414 H8804
, en leg
H6440
dien voor uw aangezicht
H2710 H8804
, en bewerp
H5892
daarop de stad
H3389
Jeruzalem.
2
H5414 H8804
En maak
H4692
een belegering
H1129 H8804
tegen haar, en bouw
H1785
tegen haar sterkten
H8210 H8804
, en werp
H5550
tegen haar een wal
H5414 H8804
op, en stel
H4264
legers
H7760 H8798
tegen haar, en zet
H3733
tegen haar stormrammen
H5439
rondom.
3
H3947 H8798
Verder, neem gij
H1270
u een ijzeren
H4227
pan
H5414 H8804
, en stel
H1270
ze tot een ijzeren
H7023
muur
H5892
tussen u en tussen die stad
H3559 H8689
; en richt
H6440
uw aangezicht
H4692
tegen haar, dat zij in belegering
H6696 H8804
kome, en gij zult ze belegeren
H1004
. Dit zij den huize
H3478
Israels
H226
een teken.
4
H7901 H8798
Lig gij ook neder
H8042 H6654
op uw linkerzijde
H7760 H8804
, en leg
H5771
daarop de ongerechtigheid
H1004
van het huis
H3478
Israels
H4557
, [naar] het getal
H3117
der dagen
H7901 H8799
, dat gij daarop zult liggen
H5771
, zult gij hun ongerechtigheid
H5375 H8799
dragen.
5
H5414 H8804
Want Ik heb u gegeven
H8141
de jaren
H5771
hunner ongerechtigheid
H4557
, naar het getal
H3117
der dagen
H7969 H3967
, driehonderd
H8673
en negentig
H3117
dagen
H5771
, dat gij de ongerechtigheid
H1004
van het huis
H3478
Israels
H5375 H8804
dragen zult.
6
H428
Als gij nu deze
H3615 H8765
voleinden zult
H7901 H8804
, lig
H8145
ten anderen male
H3233 H8675 H3227 H6654
neder op uw rechterzijde
H5771
, en gij zult de ongerechtigheid
H1004
van het huis
H3063
van Juda
H5375 H8804
dragen
H705
veertig
H3117
dagen
H5414 H8804
; Ik heb u gegeven
H3117 H3117
elken dag
H8141 H8141
voor elk jaar.
Ezekiel 21:22-24
22
H7081
De waarzegging
H3225
zal aan zijn rechterhand
H3389
zijn op Jeruzalem
H3733
, om hoofdmannen
H7760 H8800
te stellen
H6310
, om den mond
H6605 H8800
te openen
H7524
in het doodslaan
H6963
, om de stem
H7311 H8687
op te heffen
H8643
met gejuich
H3733
, om stormrammen
H7760 H8800
te stellen
H8179
tegen de poorten
H5550
, om sterkten
H8210 H8800
op te werpen
H1785
, om bolwerken
H1129 H8800
te bouwen.
23
H5869
Dit zal hun in hun ogen
H7723
als een ijdel
H7080 H8800
waarzeggen
H7621
zijn, [omdat] [zij] met eden
H7650 H8803
beedigd zijn
H5771
onder hen; maar hij zal der ongerechtigheid
H2142 H8688
gedenken
H8610 H8736
, opdat zij gegrepen worden.
24
H559 H8804
Daarom zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5771
alzo: Omdat gijlieden uwer ongerechtigheid
H2142 H8687
doet gedenken
H6588
, doordien uw overtredingen
H1540 H8736
ontdekt worden
H2403
, zodat uw zonden
H7200 H8736
gezien worden
H5949
in al uw handelingen
H2142 H8736
; omdat uwer gedacht wordt
H3709
, zult gij met de hand
H8610 H8735
gegrepen worden.
Ezekiel 24:1-14
1
H3068
Wijders geschiedde des HEEREN
H1697
woord
H8671
tot mij, in het negende
H8141
jaar
H6224
, in de tiende
H2320
maand
H6218
, op den tienden
H2320
der maand
H559 H8800
, zeggende:
2
H1121 H120
Mensenkind
H3789 H8798
! schrijf
H8034
u den naam
H3117
van den dag
H6106
op, even van dezen zelfden
H3117
dag
H4428
; de koning
H894
van Babel
H5564 H8804
legt zich
H3389
voor Jeruzalem
H6106
, even op dezen zelfden
H3117
dag.
3
H4911 H8798
En gebruik
H4912
een gelijkenis
H4805
tot dat wederspannig
H1004
huis
H559 H8804
, en zeg
H559 H8804
tot hen: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H8239 H8798
: Zet
H5518
een pot
H8239 H8798
toe, zet
H3332 H8798
[hem] toe, en giet
H4325
ook water daarin.
4
H622 H0
Doe
H5409
zijn stukken
H622 H8798
te zamen
H2896
daarin, alle goede
H5409
stukken
H3409
, de dij
H3802
en den schouder
H4390 H8761
, vul
H4005
[hem] met de keur
H6106
der beenderen.
5
H3947 H8800
Neem
H4005
de keur
H6629
van de kudde
H1754
, en stook ook een brandstapel
H6106
van de beenderen
H7571
daaronder; doe hem wel
H7570 H8761
opzieden
H6106
; ook zullen zijn beenderen
H8432
daarin
H1310 H8804
gekookt worden.
6
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H188
: Wee
H1818 H5892
der bloedstad
H5518
, den pot
H2457
, welks schuim
H2457
in hem is, en van welken zijn schuim
H3318 H8804
niet is uitgegaan
H3318 H8685
! trek
H5409
stuk
H5409
bij stuk
H1486
daaruit, en laat het lot
H5307 H8804
over hem niet vallen.
7
H1818
Want haar bloed
H8432
is in het midden
H6706
van haar; op een gladde
H5553
steenrots
H7760 H8804
heeft zij dat gelegd
H776
; zij heeft het op de aarde
H8210 H8804
niet uitgestort
H6083
, om hetzelve met stof
H3680 H8763
te bedekken.
8
H2534
Opdat Ik de grimmigheid
H5927 H8687
doe opgaan
H5359
om wraak
H5358 H8800
te oefenen
H1818
, heb Ik [ook] haar bloed
H6706
op een gladde
H5553
steenrots
H5414 H8804
gelegd
H3680 H8736
, opdat het niet bedekt worde.
9
H559 H8804
Daarom, alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H188
: Wee
H1818 H5892
der bloedstad
H4071
! Ik zal ook den brandstapel
H1431 H8686
groot maken!
10
H7235 H8685
Draag veel
H6086
houts
H1814 H0
toe, steek
H784
het vuur
H1814 H8687
aan
H8552 H8687
, verteer
H1320
het vlees
H7543 H8687
, en kruid
H4841
[het] met specerijen
H6106
, en laat de beenderen
H2787 H8735
verbranden.
11
H5975 H8687
Stel
H7386
hem daarna ledig
H1513
op zijn kolen
H3179 H8799
, opdat hij heet worde
H5178
, en zijn roest
H2787 H8804
verbrande
H2932
, en zijn onreinigheid
H8432
in het midden
H5413 H8738
van hem versmelte
H2457
, zijn schuim
H8552 H8799
verteerd worde.
12
H8383
[Met] ijdelheden
H3811 H8689
heeft zij [Mij] moede gemaakt
H7227
; nog is haar overvloedig
H2457
schuim
H3318 H8799
van haar niet uitgegaan
H2457
; haar schuim
H784
[moet] in het vuur.
13
H2932
In uw onreinigheid
H2154
is schandelijkheid
H2891 H8765
, omdat Ik u gereinigd heb
H2891 H8804
, en gij niet gereinigd zijt
H2932
, zo zult gij van uw onreinigheid
H2891 H8799
niet meer gereinigd worden
H2534
, totdat Ik Mijn grimmigheid
H5117 H8687
op u zal hebben doen rusten.
14
H3068
Ik, de HEERE
H1696 H8765
, heb het gesproken
H935 H8802
; het zal komen
H6213 H8804
, en Ik zal het doen
H6544 H8799
; Ik zal er niet van wijken
H2347 H8799
, en Ik zal niet verschonen
H5162 H8735
noch berouw hebben
H1870
; naar uw wegen
H5949
en naar uw handelingen
H8199 H8804
zullen zij u richten
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
Ezekiel 26:7
7
H559 H8804
Want alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5019
: Ziet, Ik zal Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H4428
, den koning
H4428
der koningen
H6828
, van het noorden
H6865
tegen Tyrus
H935 H8688
brengen
H5483
, met paarden
H7393
en met wagenen
H6571
, en met ruiteren
H6951
, en [krijgs] vergaderingen
H7227
, en veel
H5971
volks.
Daniel 4:1-18
1
H4430
De koning
H5020
Nebukadnezar
H3606
aan alle
H5972
volken
H524
, natien
H3961
en tongen
H3606
, die op den gansen
H772
aardbodem
H1753 H8748
wonen
H8001
: uw vrede
H7680 H8748
worde vermenigvuldigd!
2
H8232 H8754
Het behaagt
H6925
mij
H2324 H8682
te verkondigen
H852
de tekenen
H8540
en wonderen
H5943
, die de allerhoogste
H426
God
H5974
aan mij
H5648 H8754
gedaan heeft.
3
H4101
Hoe
H7260
groot
H852
zijn Zijn tekenen
H4101
! en hoe
H8624
machtig
H8540
Zijn wonderen
H4437
! Zijn Rijk
H5957
is een eeuwig
H4437
Rijk
H7985
, en Zijn heerschappij
H5974
is van
H1859
geslacht
H1859
tot geslacht.
4
H576
Ik
H5020
, Nebukadnezar
H7954 H8752
, gerust
H1934 H8754
zijnde
H1005
in mijn huis
H1965
, en in mijn paleis
H7487
groenende,
5
H2370 H8754
Zag
H2493
een droom
H1763 H8741
, die mij vervaarde
H2031
, en de gedachten
H5922
, die ik op
H4903
mijn bed
H2376
had, en de gezichten
H7217
mijns hoofds
H927 H8792
beroerden mij.
6
H2942
Daarom is er een bevel
H4481
van mij
H7761 H8752
gesteld
H6925
, dat men voor
H5954 H8682
mij zou inbrengen
H3606
al
H2445
de wijzen
H895
van Babel
H6591
, opdat zij mij de uitlegging
H2493
van dien droom
H3046 H8681
zouden bekend maken.
7
H116
Toen
H5954 H8750
kwamen
H2749
in de tovenaars
H826
, de sterrekijkers
H3779
, de Chaldeen
H1505 H8750
en de waarzeggers
H576
; en ik
H560 H8750
zeide
H2493
den droom
H6925
voor
H3046 H0
hen; maar zij maakten
H6591
mij zijn uitlegging
H3809
niet
H3046 H8683
bekend;
8
H5705
Totdat
H318
ten laatste
H1841
Daniel
H6925
voor mij
H5922
inkwam
H8036
, wiens naam
H1096
Beltsazar
H8036
is, naar den naam
H426
mijns gods
H7308
, in wien ook de geest
H6922
der heilige
H426
goden
H560 H8754
is; en ik vertelde
H2493
den droom
H6925
voor hem, [zeggende]:
9
H1096
Beltsazar
H7229
, gij overste
H2749
der tovenaars
H576
! dewijl ik
H3046 H8754
weet
H7308
, dat de geest
H6922
der heilige
H426
goden
H3606 H3809
in u is, en geen
H7328
verborgenheid
H598 H8750
u zwaar is
H560 H8747
, zo zeg
H2376
de gezichten
H2493
mijns drooms
H2370 H8754
, dien ik gezien heb
H6591
, te weten zijn uitlegging.
10
H2376
De gezichten
H7217
nu mijns hoofds
H5922
op
H4903
mijn leger
H1934 H8754 H2370 H8751
waren [deze]: Ik zag
H431
, en ziet
H363
, er was een boom
H1459
in het midden
H772
der aarde
H7314
, en zijn hoogte
H7690
was groot.
11
H363
De boom
H7236 H8754
werd groot
H8631 H8754
en sterk
H7314
; en zijn hoogte
H4291 H8748
reikte
H8065
aan den hemel
H2379
, en hij werd gezien
H5491
tot aan het einde
H3606
der ganse
H772
aarde;
12
H6074
Zijn loof
H8209
was schoon
H4
, en zijn vruchten
H7690
vele
H4203
, en er was spijze
H3606
aan dezelve voor allen
H8460
; onder
H2927 H0
hem vond
H2423
het gedierte
H1251
des velds
H2927 H8681
schaduw
H6853
, en de vogelen
H8065
des hemels
H1753 H8748
woonden
H6056
in zijn takken
H3606
, en alle
H1321
vlees
H4481
werd daarvan
H2110 H8729
gevoed.
13
H1934 H8754 H2370 H8751
Ik zag
H2376
[verder] in de gezichten
H7217
mijns hoofds
H5922
, op
H4903
mijn leger
H431
; en ziet
H5894
, een wachter
H6922
, namelijk een heilige
H5182 H8750
, kwam af
H4481
van
H8065
den hemel,
14
H7123 H8751
Roepende
H2429
met kracht
H3652
, en aldus
H560 H8750
zeggende
H1414 H0
: Houwt
H363
dien boom
H1414
af
H7113 H8745
, en kapt
H6056
zijn takken
H5426 H8680
af; stroopt
H6074
zijn loof
H921 H8745
af, en verstrooit
H4
zijn vruchten
H2423
, dat de dieren
H4481
van
H8479
onder
H5111 H8748
hem wegzwerven
H6853
, en de vogelen
H4481
van
H6056
zijn takken;
15
H1297
Doch
H7662 H8747
laat
H6136
den stam
H8330
[met] zijn wortelen
H772
in de aarde
H6523
, en met een ijzeren
H5174
en koperen
H613
band
H1883
in het tedere gras
H1251
des velds
H2920
; en laat hem in den dauw
H8065
des hemels
H6647 H8721
nat gemaakt worden
H2508
, en zijn deel
H5974
zij met
H2423
het gedierte
H6211
in het kruid
H772
der aarde.
16
H3825
Zijn hart
H8133 H8741
worde veranderd
H4481
, dat het geens
H606
mensen
H2423
[hart] meer zij, en hem worde eens beesten
H3825
hart
H3052 H8725
gegeven
H7655
, en laat zeven
H5732
tijden
H5922
over
H2499
hem voorbijgaan.
17
H6600
Deze zaak
H1510
is in het besluit
H5894
der wachters
H7595
, en deze begeerte
H3983
is in het woord
H6922
der heiligen
H5705 H1701
; opdat
H2417
de levenden
H3046 H8748
bekennen
H5943
, dat de Allerhoogste
H7990
heerschappij heeft
H4437
over de koninkrijken
H606
der mensen
H5415 H8748
, en geeft
H4479
ze aan wien
H6634 H8748
Hij wil
H6966 H8681
, ja, zet
H5922
daarover
H8215
den laagste
H606
onder de mensen.
18
H1836
Dezen
H2493
droom
H576
heb ik
H4430
, koning
H5020
Nebukadnezar
H2370 H8754
gezien
H607
; gij
H1096
nu, Beltsazar
H560 H8747
! zeg
H6591
de uitlegging
H6903
van dien, dewijl
H3606
al
H2445
de wijzen
H4437
mijns koninkrijks
H6591
mij de uitlegging
H3809
niet
H3202 H8750
hebben kunnen
H3046 H8682
bekend maken
H607
; maar gij
H3546 H8751
kunt
H7308
wel, dewijl de geest
H6922
der heilige
H426
goden in u is.
Luke 19:43-44
43
G3754
Want
G2250
er zullen dagen
G1909
over
G4571
u
G2240 G5692
komen
G2532
, dat
G4675
uw
G2190
vijanden
G5482
een begraving
G4016 G
rondom
G4671
u
G4016 G5692
zullen opwerpen
G2532
, en
G4571
zullen u
G4033 G5692
omsingelen
G2532
, en
G4571
u
G3840
van alle zijden
G4912 G5692
benauwen;
44
G2532
En
G4571
zullen u
G1474 G5692
tot den grond nederwerpen
G2532
, en
G4675
uw
G5043
kinderen
G1722
in
G4671
u
G2532
; en
G1722
zij zullen in
G4671
u
G3037
den [enen] steen
G1909
op
G3037
den [anderen] steen
G3756
niet
G863 G5692
laten
G473
; daarom
G3739
dat
G2540
gij den tijd
G4675
uwer
G1984
bezoeking
G3756
niet
G1097 G5627
bekend hebt.