1 Peter 3:3 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 24:22
22
H1961 H8799
En het geschiedde
H834
, als
H1581
de kemelen
H3615 H8765
voleindigd hadden
H8354 H8800
te drinken
H376
, dat die man
H2091
een gouden
H5141
voorhoofdsiersel
H3947 H8799
nam
H4948
, welks gewicht
H1235
was een halve sikkel
H8147
, en twee
H6781
armringen
H5921
aan
H3027
haar handen
H4948
, welker gewicht
H6235
was tien
H2091
[sikkelen] gouds.
Genesis 24:47
47
H7592 H8799
Toen vraagde ik
H853
haar
H559 H8799
, en zeide
H4310
: Wiens
H1323
dochter
H559 H8799
zijt gij? En zij zeide
H1323
: De dochter
H1328
van Bethuel
H1121
, den zoon
H5152
van Nahor
H834
, welken
H4435
Milka
H3205 H8804
hem gebaard heeft
H7760 H8799
. Zo leide ik
H5141
het voorhoofdsiersel
H5921
op
H639
haar aangezicht
H6781
, en de armringen
H5921
aan
H3027
haar handen;
Genesis 24:53
Exodus 3:22
22
H802
Maar [elke] vrouw
H7934
zal van haar naburin
H1481 H8802
, en van de waardin
H1004
haars huizes
H7592 H8804
, eisen
H3701
zilveren
H3627
vaten
H2091
, en gouden
H3627
vaten
H8071
, en klederen
H1121
; die zult gijlieden op uw zonen
H1323
, en op uw dochteren
H7760 H8804
leggen
H4714
, en gij zult Egypte
H5337 H8765
beroven.
Exodus 32:2
Exodus 33:4
Exodus 35:22
22
H935 H8799
Zo kwamen
H582
dan de mannen
H5921
met
H802
de vrouwen
H3605
, alle
H5081
vrijwilligen
H3820
van
H935 H8689
hart; zij brachten
H2397
haken
H5141
, en oorsierselen
H2885
, en ringen
H3558
, en spanselen
H2091
, alle gouden
H3627
vaten
H376
; en alle man
H2091
, die een gouden
H8573
beweegoffer
H3068
den HEERE
H5130 H8689
offerde,
Exodus 38:8
2 Kings 9:30
Esther 5:1
1
H1961 H8799
Het geschiedde
H7992
nu aan den derden
H3117
dag
H635
, dat Esther
H4438
een koninklijk
H3847 H8799
kleed aantrok
H5975 H8799
, en stond
H6442
in het binnenste
H2691
voorhof
H4428
van des konings
H1004
huis
H5227
, tegenover
H1004
het huis
H4428
des konings
H4428
; de koning
H3427 H8802
nu zat
H5921
op
H4438
zijn koninklijken
H3678
troon
H4438
, in het koninklijke
H1004
huis
H5227
, tegenover
H6607
de deur
H1004
van het huis.
Psalms 45:9
Isaiah 3:18-24
18
H3117
Ten zelfden dage
H136
zal de HEERE
H5493 H8686
wegnemen
H8597
het sieraad
H5914
der kousebanden
H7636
, en de netjes
H7720
, en de maantjes,
20
H6287
De hoofdkroning
H6807
, en de armversierselen
H7196
, en de bindselen
H5315 H1004
, en de reukballetjes
H3908
, en de oorringen,
23
H1549
De spiegels
H5466
, en de fijn-linnen
H6797
deksels, en de hulledoeken
H7289
, en de sluiers.
24
H1314
En het zal geschieden, dat er voor specerij
H4716
stank
H5364
zal zijn, en lossigheid
H2290
voor een gordel
H7144
, en kaalheid
H4639 H4748
in plaats van haarvlechten
H4228
, en omgording
H8242
eens zaks
H6614
in plaats van een wijden rok
H3587
, en verbranding
H3308
in plaats van schoonheid.
Isaiah 52:1
1
H5782 H8798
Waak op
H5782 H8798
, waak op
H3847 H0
, trek
H5797
uw sterkte
H3847 H8798
aan
H6726
, o Sion
H3847 H0
! trek
H8597
uw sierlijke
H899
klederen
H3847 H8798
aan
H3389
, o Jeruzalem
H6944
, gij heilige
H5892
stad
H6189
? want in u zal voortaan geen onbesnedene
H2931
noch onreine
H3254 H8686
meer
H935 H8799
komen.
Isaiah 61:10
10
H7797 H8800
Ik ben zeer
H7797 H8799
vrolijk
H3068
in den HEERE
H5315
, mijn ziel
H1523 H8799
verheugt zich
H430
in mijn God
H3847 H8689
, want Hij heeft mij bekleed
H899
met de klederen
H3468
des heils
H4598
, den mantel
H6666
der gerechtigheid
H3271 H8804
heeft Hij mij omgedaan
H2860
; gelijk een bruidegom
H6287
zich met priesterlijk sieraad
H3547 H8762
versiert
H3618
, en als een bruid
H5710 H8799
zich versiert
H3627
met haar gereedschap.
Jeremiah 2:32
Jeremiah 4:30
30
H6213 H8799
Wat zult gij dan doen
H7703 H8803
, gij verwoeste
H3847 H8799
? Al kleeddet gij u
H8144
met scharlaken
H5710 H8799
, al versierdet gij u
H2091
met gouden
H5716
sieraad
H7167 H8799
, al schuurdet gij
H5869
uw ogen
H6320
met blanketsel
H7723
, zo zoudt gij u [toch] tevergeefs
H3302 H8691
oppronken
H5689 H8802
; de boelen
H3988 H8804
versmaden
H5315
u, zij zullen uw ziel
H1245 H8762
zoeken.
Ezekiel 16:7-13
7
H7233
Ik heb u tot tien duizend
H6780
, als het gewas
H7704
des velds
H5414 H8804
, gemaakt
H7235 H8799
; en gij zijt gegroeid
H1431 H8799
, en groot geworden
H935 H8799
, en zijt gekomen
H5716
tot grote sierlijkheid
H7699
; [uw] borsten
H3559 H8738
zijn vast geworden
H8181
, en uw haar
H6779 H8765
is gewassen
H5903
, doch gij waart naakt
H6181
en bloot.
8
H5674 H8799
Als Ik nu bij u voorbijging
H7200 H8799
, zag Ik
H6256
u, en ziet, uw tijd
H6256
was de tijd
H1730
der minne
H6566 H8799
; zo breidde Ik
H3671
Mijn vleugel
H3680 H8762
over u uit, en dekte
H6172
uw naaktheid
H7650 H8735
; ja, Ik zwoer
H935 H8799
u, en kwam
H1285
met u in een verbond
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE en gij werdt de Mijne.
9
H7364 H8799
Daarna wies Ik
H4325
u met water
H7857 H0
, en Ik spoelde
H1818
uw bloed
H7857 H8799
van u af
H5480 H8799
, en zalfde
H8081
u met olie.
10
H3847 H8686
Ik bekleedde
H7553
u ook met gestikt werk
H5274 H8799
, en Ik schoeide
H8476
u met dassenvellen
H2280 H8799
, en omgordde
H8336
u met fijn linnen
H3680 H8762
, en bedekte
H4897
u met zijde.
11
H5710 H8799
Ook versierde Ik
H5716
u met sieraad
H5414 H8799
, en deed
H6781
armringen
H3027
aan uw handen
H7242
, en een keten
H1627
aan uw hals.
12
H5414 H8799
Desgelijks deed Ik
H5141
een voorhoofdsiersel
H639
aan uw aangezicht
H5694
, en oorringen
H241
aan uw oren
H5850
, en een kroon
H8597
der heerlijkheid
H7218
op uw hoofd.
13
H5710 H8799
Zo waart gij versierd
H2091
met goud
H3701
en zilver
H4403
, en uw kleding
H8336 H8675 H8336
was fijn linnen
H4897
, en zijde
H7553
, en gestikt werk
H398 H8804
; gij at
H5560
meelbloem
H1706
, en honig
H8081
, en olie
H3302 H0
, en gij waart
H3966
gans zeer
H3302 H8799
schoon
H6743 H8799
, en waart voorspoedig
H4410
, dat gij een koninkrijk werdt.
Ezekiel 23:40
40
H637
Dit is er ook
H7971 H8799
, dat zij gezonden hebben
H582
tot mannen
H4801
, die van verre
H935 H8802
zouden komen
H4397
; tot dewelken als een bode
H7971 H8803
gezonden was
H935 H8804
, ziet, zo kwamen zij
H7364 H8804
, voor dewelken gij u wiest
H5869
, uw ogen
H3583 H8804
blankettet
H5716
en u met sieraad
H5710 H8804
versierdet;
Romans 12:2
2
G2532
En
G5129
wordt dezer
G165
wereld
G3361
niet
G4964 G5728
gelijkvormig
G235
; maar
G3339 G5744
wordt veranderd
G342
door de vernieuwing
G5216
uws
G3563
gemoeds
G1519
, opdat
G5209
gij
G1381 G5721
moogt beproeven
G5101
, welke
G18
de goede
G2532
, en
G2101
welbehagelijke
G2532
en
G5046
volmaakte
G2307
wil
G2316
van God zij.
1 Timothy 2:9-10
9
G5615
Desgelijks
G2532
ook
G1135
, dat de vrouwen
G1722
, in
G2887
een eerbaar
G2689
gewaad
G3326
, met
G127
schaamte
G2532
en
G4997
matigheid
G1438
zichzelven
G2885 G5721
versieren
G3361
, niet
G1722
in
G4117
vlechtingen
G2228
[des] [haars], of
G5557
goud
G2228
, of
G3135
paarlen
G2228
, of
G4185
kostelijke
G2441
kleding;
Titus 2:3-15
3
G4247
De oude vrouwen
G5615
insgelijks
G1722
, dat zij in
G2688
[haar] dracht
G2412
zijn, gelijk den heiligen betaamt
G3361
, dat zij geen
G1228
lasteressen
G3361
zijn, zich niet
G4183
tot veel
G3631
wijns
G1402 G5772
begevende
G2567
, [maar] leraressen zijn van het goede;
4
G2443
Opdat
G3501
zij de jonge
G4994 G5725 G1511 G5750
[vrouwen] leren voorzichtig te zijn
G5362
, haar mannen lief te hebben
G5388
, haar kinderen lief te hebben;
5
G4998
Matig
G53
te zijn, kuis
G3626
te zijn, het huis te bewaren
G18
, goed
G2398
te zijn, haar eigen
G435
mannen
G5293 G5746
onderdanig te zijn
G2443
, opdat
G3056
het Woord
G2316
Gods
G3361
niet
G987 G5747
gelasterd worde.
7
G3930 G5734
Betoon
G4572
uzelven
G4012
in
G3956
alles
G5179
een voorbeeld
G2570
van goede
G2041
werken
G1722
, [betoon] in
G1319
de leer
G90
onvervalstheid
G4587
, deftigheid
G861
, oprechtheid;
8
G3056
Het woord
G5199
gezond
G176
[en] onverwerpelijk
G2443
, opdat
G1727 G1537
degene, die daartegen
G1788 G5652
is, beschaamd worde
G3367
, en niets
G5337
kwaads
G2192 G5723
hebbe
G4012
van
G5216
ulieden
G3004 G5721
te zeggen.
9
G1401
[Vermaan] den dienstknechten
G2398
, dat zij hun eigen
G1203
heren
G5293 G5733
onderdanig zijn
G1722
, dat zij in
G3956
alles
G2101
welbehagelijk
G1511 G5750
zijn
G3361
, niet
G483 G5723
tegensprekende;
10
G3361
Niet
G3557 G5734
onttrekkende
G235
, maar
G3956
alle
G18
goede
G4102
trouw
G1731 G5734
bewijzende
G2443
; opdat
G1319
zij de leer
G2316
van God
G2257
, onzen
G4990
Zaligmaker
G1722
, in
G3956
alles
G2885 G5725
mogen versieren.
11
G1063
Want
G4992
de zaligmakende
G5485
genade
G2316
Gods
G2014 G5648
is verschenen
G3956
aan alle
G444
mensen.
12
G3811 G5723
En onderwijst
G2248
ons
G2443
, dat
G763
wij, de goddeloosheid
G2532
en
G2886
de wereldse
G1939
begeerlijkheden
G720 G5666
verzakende
G4996
, matig
G2532
en
G1346
rechtvaardig
G2532
, en
G2153
godzalig
G2198 G5661
leven zouden
G1722
in
G3568
deze tegenwoordige
G165
wereld;
13
G4327 G5740
Verwachtende
G3107
de zalige
G1680
hoop
G2532
en
G2015
verschijning
G1391
der heerlijkheid
G3173
van den groten
G2316
God
G2532
en
G2257
onzen
G4990
Zaligmaker
G2424
Jezus
G5547
Christus;