2 Ook is de ziel zonder wetenschap niet goed; en die met de voeten haastig is, zondigt.
Proverbs 19:2 Cross References - DSV
Job 31:5
5 Zo ik met ijdelheid omgegaan heb, en mijn voet gesneld heeft tot bedriegerij;
Proverbs 1:16
16 Want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te storten.
Proverbs 10:21
21 De lippen des rechtvaardigen voeden er velen; maar de dwazen sterven door gebrek van verstand.
Proverbs 14:29
29 De lankmoedige is groot van verstand; maar die haastig is van gemoed, verheft de dwaasheid.
Proverbs 21:5
5 De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.
Proverbs 25:8
8 Vaar niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in het laatste daarvan niet wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben.
Proverbs 28:20
20 Een gans getrouw man zal veelvoudig zijn in zegeningen; maar die haastig is, om rijk te worden, zal niet onschuldig wezen.
Proverbs 28:22
22 Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.
Proverbs 29:20
20 Hebt gij een man gezien, die haastig in zijn woorden is? Van een zot is meer verwachting dan van hem.
Ecclesiastes 7:9
9 Zijt niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in den boezem der dwazen.
Ecclesiastes 12:9
9 En voorts, dewijl de prediker wijs geweest is, zo leerde hij het volk nog wetenschap, en merkte op, en onderzocht; hij stelde vele spreuken in orde.
Isaiah 27:11
11 Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen.
Isaiah 28:16
16 Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefden steen, een kostelijken hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.
Hosea 4:6
6 Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl gij de kennis verworpen hebt, heb Ik u ook verworpen, dat gij Mij het priesterambt niet zult bedienen; dewijl gij de wet uws Gods vergeten hebt, zal Ik ook uw kinderen vergeten.
John 16:3
3 En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij.
Romans 10:2
2 Want ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand.
Philippians 1:9
9 En dit bid ik God, dat uw liefde nog meer en meer overvloedig worde in erkentenis en alle gevoelen;