7 Er zal water uit zijn emmeren vloeien, en zijn zaad zal in vele wateren zijn; en zijn koning zal boven Agag verheven worden, en zijn koninkrijk zal verhoogd worden.
Numbers 24:7 Cross References - DSV
1 Samuel 15:8-9
8 En hij ving Agag, den koning der Amalekieten, levend; maar al het volk verbande hij door de scherpte des zwaards.
9 Doch Saul en het ganse volk verschoonde Agag, en de beste schapen, en runderen, en de naast beste, en de lammeren, en al wat best was, en zij wilden ze niet verbannen; maar alle ding, dat verachtzaam, en dat verdwijnende was, verbanden zij.
1 Samuel 15:32-33
32 Toen zeide Samuël: Breng Agag, den koning der Amalekieten, hier tot mij; Agag nu ging tot hem weeldelijk; en Agag zeide: Voorwaar, de bitterheid des doods is geweken!
33 Maar Samuël zeide: Gelijk als uw zwaard de vrouwen van haar kinderen beroofd heeft, alzo zal uw moeder van haar kinderen beroofd worden onder de vrouwen. Toen hieuw Samuël Agag in stukken, voor het aangezicht des HEEREN te Gilgal.
2 Samuel 5:12
12 En David merkte, dat de HEERE hem tot een koning over Israël bevestigd had, en dat Hij zijn koninkrijk verheven had, om Zijns volks Israëls wil.
1 Kings 4:21
21 En Salomo was heersende over al de koninkrijken, van de rivier tot het land der Filistijnen, en tot aan de landpale van Egypte; die brachten geschenken, en dienden Salomo al de dagen zijns levens.
1 Chronicles 14:2
2 En David merkte, dat hem de HEERE tot koning bevestigd had over Israël; want zijn koninkrijk werd ten hoogste verheven, om Zijns volks Israëls wil.
Ezra 4:20
20 Ook zijn er machtige koningen geweest over Jeruzalem, die geheerst hebben overal aan gene zijde der rivier; en hun is cijns, oude impost en tol gegeven.
Psalms 2:6-10
6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid.
7 Ik zal van het besluit verhalen: de HEERE heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
8 Eis van Mij, en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.
9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat.
10 Nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk; laat u tuchtigen, gij rechters der aarde!
Psalms 18:43
43 Toen vergruisde ik hen als stof voor den wind; ik ruimde hen weg als slijk der straten.
Psalms 68:26
26 De zangers gingen voor, de speellieden achter, in het midden de trommelende maagden.
Psalms 93:3-4
Psalms 145:11-13
11 Caph. Zij zullen de heerlijkheid Uws Koninkrijks vermelden, en Uw mogendheid zullen zij uitspreken.
12 Lamed. Om den mensenkinderen bekend te maken Zijn mogendheden, en de eer der heerlijkheid Zijns Koninkrijks.
13 Mem. Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij is in alle geslacht en geslacht.
Proverbs 5:16-18
Isaiah 2:2
2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien.
Isaiah 9:7
7 De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israël.
Isaiah 48:1
1 Hoort dit, gij huis van Jakob, die genoemd wordt met den naam van Israël, en uit de wateren van Juda voortgekomen zijt! die daar zweert bij den Naam des HEEREN, en vermeldt den God Israëls, maar niet in waarheid, noch in gerechtigheid.
Jeremiah 51:13
13 Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid.
Daniel 2:44
44 Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.
John 1:49
49 Nathanaël zeide tot Hem: Van waar kent Gij mij? Jezus antwoordde en zeide tot hem: Eer u Filippus riep, daar gij onder den vijgeboom waart, zag Ik u.
Philippians 2:10-11
Revelation 11:15
15 En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid.
Revelation 17:1
1 En een uit de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, kwam en sprak met mij, en zeide tot mij: Kom herwaarts, ik zal u tonen het oordeel der grote hoer, die daar zit op vele wateren;
Revelation 17:15
15 En hij zeide tot mij: De wateren, die gij gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen, en natiën, en tongen.
Revelation 19:16
16 En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren.