Zechariah 9

DSV_Strongs(i)
  1 H4853 De last H1697 van het woord H3068 des HEEREN H776 over het land H2317 Chadrach H1834 en Damaskus H4496 , deszelfs rust H3588 ; want H3068 de HEERE H5869 heeft een oog H120 [over] den mens H3605 , gelijk [over] al H7626 de stammen H3478 Israels.
  2 H1571 En ook H2574 zal Hij Hamath H1379 H8799 met dezelve bepalen H6865 ; Tyrus H6721 en Sidon H3588 , hoewel H3966 zij zeer H2449 H8804 wijs is;
  3 H6865 En Tyrus H4692 zich sterkten H1129 H8799 gebouwd heeft H3701 , en zilver H6651 H8799 verzameld heeft H6083 als stof H2742 , en fijn goud H2916 als slijk H2351 der straten;
  4 H2009 Ziet H136 , de HEERE H3423 H8686 zal haar uit het bezit stoten H2428 , en Hij zal haar vesting H3220 in de zee H5221 H8689 verslaan H1931 ; en zij H784 zal met vuur H398 H8735 verteerd worden.
  5 H831 Askelon H7200 H8799 zal het zien H3372 H8799 , en zal vrezen H5804 ; desgelijks Gaza H3966 , en zal grote H2342 H8799 smart hebben H6138 , mitsgaders Ekron H3588 , dewijl H4007 hetgeen, waar zij op zagen H3001 H8689 , [hen] heeft te schande gemaakt H4428 ; en de koning H4480 van H5804 Gaza H6 H8804 zal vergaan H831 , en Askelon H3808 zal niet H3427 H8799 bewoond worden.
  6 H4464 En de bastaard H795 zal te Asdod H3427 H8804 wonen H1347 , en Ik zal den hoogmoed H6430 der Filistijnen H3772 H8689 uitroeien.
  7 H1818 En Ik zal zijn bloed H4480 uit H6310 zijn mond H5493 H8689 wegdoen H8251 , en zijn verfoeiselen H4480 van H996 tussen H8127 zijn tanden H1931 ; alzo zal hij H1571 ook H430 onzen God H7604 H8738 overblijven H1961 H8804 ; ja, hij zal zijn H441 als een vorst H3063 in Juda H6138 , en Ekron H2983 als de Jebusiet.
  8 H1004 En Ik zal Mij rondom Mijn huis H2583 H8804 legeren H4480 , H4675 vanwege het heirleger H4480 , vanwege H5674 H8802 den doorgaande H4480 , en vanwege H7725 H8802 den wederkerende H5065 H8802 , opdat de drijver H3808 niet H5750 meer H5921 door H5674 H8799 hen doorga H3588 ; want H6258 nu H5869 heb Ik [het] met Mijn ogen H7200 H8804 aangezien.
  9 H1523 H8798 Verheug u H3966 zeer H1323 , gij dochter H6726 Sions H7321 H8685 ! juich H1323 , gij dochter H3389 Jeruzalems H2009 ! Ziet H4428 , uw Koning H935 H8799 zal u komen H6662 , rechtvaardig H1931 , en Hij H3467 H8737 is een Heiland H6041 ; arm H7392 H8802 , en rijdende H5921 op H2543 een ezel H5921 , en op H5895 een veulen H1121 , een jong H860 der ezelinnen.
  10 H7393 En Ik zal de wagens H4480 uit H669 Efraim H3772 H8689 uitroeien H5483 , en de paarden H4480 uit H3389 Jeruzalem H4421 H7198 ; ook zal de strijdboog H3772 H8738 uitgeroeid worden H1471 , en Hij zal den heidenen H7965 vrede H1696 H8765 spreken H4915 ; en Zijn heerschappij H4480 zal zijn van H3220 zee H5704 tot H3220 aan zee H4480 , en van H5104 de rivier H5704 tot H657 aan de einden H776 der aarde.
  11 H859 U H1571 ook H1818 aangaande, [o] [Sion]! door het bloed H1285 uws verbonds H615 , heb Ik uw gebondenen H4480 uit H953 den kuil H369 H0 , daar geen H4325 water H369 in is H7971 H8765 , uitgelaten.
  12 H7725 H8798 Keert gijlieden weder H1225 tot de sterkte H615 , gij gebondenen H8615 , die daar hoopt H1571 ! ook H3117 heden H5046 H8688 verkondig Ik H4932 , dat Ik u dubbel H7725 H8686 zal wedergeven;
  13 H3588 Als H3063 Ik Mij Juda H1869 H8804 zal gespannen H669 , [en] Ik Efraim H7198 den boog H4390 H8765 zal gevuld hebben H1121 ; en Ik uw kinderen H6726 , o Sion H5782 H8790 ! zal verwekt hebben H5921 tegen H1121 uw kinderen H3120 , o Griekenland H7760 H8804 ! en u gesteld zal hebben H2719 als het zwaard H1368 van een held.
  14 H3068 En de HEERE H5921 zal over H7200 H8735 henlieden verschijnen H2671 , en Zijn pijlen H3318 H8804 zullen uitvaren H1300 als een bliksem H136 ; en de Heere H3069 HEERE H7782 zal met de bazuin H8628 H8799 blazen H1980 H8804 , en Hij zal voorttreden H5591 met stormen H8486 uit het zuiden.
  15 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H5921 zal hen H1598 H8686 beschutten H398 H8804 , en zij zullen eten H7050 H68 , nadat zij de slingerstenen H3533 H8804 zullen ten ondergebracht hebben H8354 H8804 ; zij zullen ook drinken H1993 H8804 , [en] een gedruis maken H3644 als H3196 de wijn H4390 H8804 ; en zij zullen vervuld worden H4219 , gelijk het bekken H2106 , gelijk de hoeken H4196 des altaars.
  16 H3068 En de HEERE H430 , hun God H1931 , zal ze te dien H3117 dage H3467 H8689 behouden H6629 , als zijnde de kudde H5971 Zijns volks H3588 ; want H5145 gekroonde H68 stenen H5921 zullen in H127 Zijn land H5264 H8706 , als een banier, opgericht worden.
  17 H3588 Want H4100 hoe groot H2898 zal zijn goed H4100 wezen en hoe groot H3308 zal zijn schoonheid H1715 wezen! Het koren H970 zal de jongelingen H8492 , en de most H1330 zal de jonkvrouwen H5107 H8766 sprekende maken.