DSV_Strongs(i)
1
H4853
De last
H1697
van het woord
H3068
des HEEREN
H776
over het land
H2317
Chadrach
H1834
en Damaskus
H4496
, deszelfs rust
H3588
; want
H3068
de HEERE
H5869
heeft een oog
H120
[over] den mens
H3605
, gelijk [over] al
H7626
de stammen
H3478
Israels.
2
H1571
En ook
H2574
zal Hij Hamath
H1379 H8799
met dezelve bepalen
H6865
; Tyrus
H6721
en Sidon
H3588
, hoewel
H3966
zij zeer
H2449 H8804
wijs is;
3
H6865
En Tyrus
H4692
zich sterkten
H1129 H8799
gebouwd heeft
H3701
, en zilver
H6651 H8799
verzameld heeft
H6083
als stof
H2742
, en fijn goud
H2916
als slijk
H2351
der straten;
4
H2009
Ziet
H136
, de HEERE
H3423 H8686
zal haar uit het bezit stoten
H2428
, en Hij zal haar vesting
H3220
in de zee
H5221 H8689
verslaan
H1931
; en zij
H784
zal met vuur
H398 H8735
verteerd worden.
5
H831
Askelon
H7200 H8799
zal het zien
H3372 H8799
, en zal vrezen
H5804
; desgelijks Gaza
H3966
, en zal grote
H2342 H8799
smart hebben
H6138
, mitsgaders Ekron
H3588
, dewijl
H4007
hetgeen, waar zij op zagen
H3001 H8689
, [hen] heeft te schande gemaakt
H4428
; en de koning
H4480
van
H5804
Gaza
H6 H8804
zal vergaan
H831
, en Askelon
H3808
zal niet
H3427 H8799
bewoond worden.
6
H4464
En de bastaard
H795
zal te Asdod
H3427 H8804
wonen
H1347
, en Ik zal den hoogmoed
H6430
der Filistijnen
H3772 H8689
uitroeien.
7
H1818
En Ik zal zijn bloed
H4480
uit
H6310
zijn mond
H5493 H8689
wegdoen
H8251
, en zijn verfoeiselen
H4480
van
H996
tussen
H8127
zijn tanden
H1931
; alzo zal hij
H1571
ook
H430
onzen God
H7604 H8738
overblijven
H1961 H8804
; ja, hij zal zijn
H441
als een vorst
H3063
in Juda
H6138
, en Ekron
H2983
als de Jebusiet.
8
H1004
En Ik zal Mij rondom Mijn huis
H2583 H8804
legeren
H4480
,
H4675
vanwege het heirleger
H4480
, vanwege
H5674 H8802
den doorgaande
H4480
, en vanwege
H7725 H8802
den wederkerende
H5065 H8802
, opdat de drijver
H3808
niet
H5750
meer
H5921
door
H5674 H8799
hen doorga
H3588
; want
H6258
nu
H5869
heb Ik [het] met Mijn ogen
H7200 H8804
aangezien.
9
H1523 H8798
Verheug u
H3966
zeer
H1323
, gij dochter
H6726
Sions
H7321 H8685
! juich
H1323
, gij dochter
H3389
Jeruzalems
H2009
! Ziet
H4428
, uw Koning
H935 H8799
zal u komen
H6662
, rechtvaardig
H1931
, en Hij
H3467 H8737
is een Heiland
H6041
; arm
H7392 H8802
, en rijdende
H5921
op
H2543
een ezel
H5921
, en op
H5895
een veulen
H1121
, een jong
H860
der ezelinnen.
10
H7393
En Ik zal de wagens
H4480
uit
H669
Efraim
H3772 H8689
uitroeien
H5483
, en de paarden
H4480
uit
H3389
Jeruzalem
H4421 H7198
; ook zal de strijdboog
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H1471
, en Hij zal den heidenen
H7965
vrede
H1696 H8765
spreken
H4915
; en Zijn heerschappij
H4480
zal zijn van
H3220
zee
H5704
tot
H3220
aan zee
H4480
, en van
H5104
de rivier
H5704
tot
H657
aan de einden
H776
der aarde.
11
H859
U
H1571
ook
H1818
aangaande, [o] [Sion]! door het bloed
H1285
uws verbonds
H615
, heb Ik uw gebondenen
H4480
uit
H953
den kuil
H369 H0
, daar geen
H4325
water
H369
in is
H7971 H8765
, uitgelaten.
12
H7725 H8798
Keert gijlieden weder
H1225
tot de sterkte
H615
, gij gebondenen
H8615
, die daar hoopt
H1571
! ook
H3117
heden
H5046 H8688
verkondig Ik
H4932
, dat Ik u dubbel
H7725 H8686
zal wedergeven;
13
H3588
Als
H3063
Ik Mij Juda
H1869 H8804
zal gespannen
H669
, [en] Ik Efraim
H7198
den boog
H4390 H8765
zal gevuld hebben
H1121
; en Ik uw kinderen
H6726
, o Sion
H5782 H8790
! zal verwekt hebben
H5921
tegen
H1121
uw kinderen
H3120
, o Griekenland
H7760 H8804
! en u gesteld zal hebben
H2719
als het zwaard
H1368
van een held.
14
H3068
En de HEERE
H5921
zal over
H7200 H8735
henlieden verschijnen
H2671
, en Zijn pijlen
H3318 H8804
zullen uitvaren
H1300
als een bliksem
H136
; en de Heere
H3069
HEERE
H7782
zal met de bazuin
H8628 H8799
blazen
H1980 H8804
, en Hij zal voorttreden
H5591
met stormen
H8486
uit het zuiden.
15
H3068
De HEERE
H6635
der heirscharen
H5921
zal hen
H1598 H8686
beschutten
H398 H8804
, en zij zullen eten
H7050 H68
, nadat zij de slingerstenen
H3533 H8804
zullen ten ondergebracht hebben
H8354 H8804
; zij zullen ook drinken
H1993 H8804
, [en] een gedruis maken
H3644
als
H3196
de wijn
H4390 H8804
; en zij zullen vervuld worden
H4219
, gelijk het bekken
H2106
, gelijk de hoeken
H4196
des altaars.