Zechariah 2:7-9

  7 H1945 Hui H6726 , Sion H4422 H8734 ! ontkomt gij H3427 H8802 , die woont H1323 [bij] de dochter H894 van Babel!

  8 H3588 Want H3541 zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H310 : Naar H3519 de heerlijkheid H7971 H8804 [over] [u], heeft Hij mij gezonden H413 tot H1471 die heidenen H853 , die ulieden H7997 H8802 beroofd hebben H3588 ; want H5060 H8802 die ulieden aanraakt H5060 H0 , die raakt H892 H5869 Zijn oogappel H5060 H8802 aan.

  9 H3588 Want H2009 ziet H3027 , Ik zal Mijn hand H5921 over H5130 H8688 henlieden bewegen H5647 H8802 , en zij zullen hunnen knechten H7998 een roof H1961 H8804 wezen H3045 H8804 . Alzo zult gijlieden weten H3588 , dat H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H7971 H8804 mij gezonden heeft.