Romans 3:9-20

DSV_Strongs(i)
  9 G5101 Wat G3767 dan G4284 G5736 ? Zijn wij uitnemender G3843 ? Ganselijk G3756 niet G1063 ; want G4256 G5662 wij hebben te voren beschuldigd G5037 beiden G2453 Joden G2532 en G1672 Grieken G3956 , dat zij allen G5259 onder G266 de zonde G1511 G5750 zijn;
  10 G2531 Gelijk G1125 G5769 geschreven is G3754 : G2076 G5748 Er is G3756 niemand G1342 rechtvaardig G3761 , ook niet G1520 een;
  11 G2076 G5748 Er is G3756 niemand G4920 G5723 , die verstandig is G2076 G5748 , er is G3756 niemand G2316 , die God G1567 G5723 zoekt.
  12 G3956 Allen G1578 G5656 zijn zij afgeweken G260 , te zamen G889 G5681 zijn zij onnut geworden G2076 G5748 ; er is G3756 niemand G5544 , die goed G4160 G5723 doet G2076 G5748 , er is G3756 [ook] niet G2193 tot G1520 een toe.
  13 G846 Hun G2995 keel G455 G5772 is een geopend G5028 graf G846 ; met hun G1100 tongen G1387 G5707 plegen zij bedrog G2447 G785 ; slangenvenijn G5259 is onder G846 hun G5491 lippen.
  14 G3739 Welker G4750 mond G1073 G5719 vol is G685 van vervloeking G2532 en G4088 bitterheid;
  15 G846 Hun G4228 voeten G3691 zijn snel G129 om bloed G1632 G5658 te vergieten;
  16 G4938 Vernieling G2532 en G5004 ellendigheid G1722 is in G846 hun G3598 wegen;
  17 G2532 En G3598 den weg G1515 des vredes G3756 hebben zij niet G1097 G5627 gekend.
  18 G2076 G5748 Er is G3756 geen G5401 vreze G2316 Gods G561 voor G846 hun G3788 ogen.
  19 G1492 G5758 Wij weten G1161 nu G3754 , dat G3745 al wat G3551 de wet G3004 G5719 zegt G2980 G5719 , zij dat spreekt G1722 tot degenen, die onder G3551 de wet G2443 zijn; opdat G3956 alle G4750 mond G5420 G5652 gestopt worde G2532 en G3956 de gehele G2889 wereld G2316 [voor] God G5267 verdoemelijk G1096 G5638 zij.
  20 G1360 Daarom G1537 zal uit G2041 de werken G3551 der wet G3956 G3756 geen G4561 vlees G1344 G5701 gerechtvaardigd worden G1799 , voor G846 Hem G1063 ; want G1223 door G3551 de wet G1922 is de kennis G266 der zonde.