Psalms 42

DSV_Strongs(i)
  1 H4905 H8688 Een onderwijzing H5329 H8764 , voor den opperzangmeester H1121 , onder de kinderen H7141 van Korach H354 . [042:2] Gelijk een hert H6165 H8799 schreeuwt H4325 H650 naar de waterstromen H6165 H8799 , alzo schreeuwt H5315 mijn ziel H430 tot U, o God!
  2 H5315 [042:3] Mijn ziel H6770 H8804 dorst H430 naar God H2416 , naar den levenden H410 God H935 H8799 ; wanneer zal ik ingaan H430 , en voor Gods H6440 aangezicht H7200 H8735 verschijnen?
  3 H1832 [042:4] Mijn tranen H3899 zijn mij tot spijs H3119 dag H3915 en nacht H3117 ; omdat zij den gansen dag H559 H8800 tot mij zeggen H430 : Waar is uw God?
  4 H2142 H8799 [042:5] Ik gedenk H8210 H8799 daaraan, en stort H5315 mijn ziel H5674 H8799 uit in mij, omdat ik placht heen te gaan H5519 onder de schare H1718 H8691 , [en] met hen te treden H430 naar Gods H1004 huis H6963 , met een stem H7440 van vreugdegezang H8426 en lof H2287 H8802 , [onder] de feesthoudende H1995 menigte.
  5 H7817 H8709 [042:6] Wat buigt gij u neder H5315 , o mijn ziel H1993 H8799 ! en zijt onrustig H3176 H8685 in mij? Hoop H430 op God H3034 H8686 , want ik zal Hem nog loven H3444 voor de verlossingen H6440 Zijns aangezichts.
  6 H430 [042:7] O mijn God H5315 ! mijn ziel H7817 H8709 buigt zich neder H2142 H8799 in mij, daarom gedenk ik H776 Uwer uit het land H3383 van de Jordaan H2769 , en Hermon H4706 , uit het klein H2022 gebergte.
  7 H8415 [042:8] De afgrond H7121 H8802 roept H8415 tot den afgrond H6963 , bij het gedruis H6794 Uwer watergoten H4867 ; al Uw baren H1530 en Uw golven H5674 H8804 zijn over mij heengegaan.
  8 H3068 [042:9] [Maar] de HEERE H3119 zal des daags H2617 Zijn goedertierenheid H6680 H8762 gebieden H3915 , en des nachts H7892 zal Zijn lied H8605 bij mij zijn; het gebed H410 tot den God H2416 mijns levens.
  9 H559 H8799 [042:10] Ik zal zeggen H410 tot God H5553 : Mijn Steenrots H7911 H8804 ! waarom vergeet Gij H3212 H8799 mij? Waarom ga ik H6937 H8802 in het zwart H341 H8802 , vanwege des vijands H3906 onderdrukking?
  10 H7524 [042:11] Met een doodsteek H6106 in mijn beenderen H2778 H8765 honen H6887 H8802 mij mijn wederpartijders H3117 , als zij den gansen dag H559 H8800 tot mij zeggen H430 : Waar is uw God?
  11 H7817 H8709 [042:12] Wat buigt gij u neder H5315 , o mijn ziel H1993 H8799 ! en wat zijt gij onrustig H3176 H8685 in mij? Hoop op H430 God H3034 H8686 , want ik zal Hem nog loven H3444 ; Hij is de menigvuldige Verlossing H6440 mijns aangezichts H430 , en mijn God.