Psalms 2

DSV_Strongs(i)
  1 H4100 Waarom H7283 H8804 woeden H1471 de heidenen H1897 H8799 , en bedenken H3816 de volken H7385 ijdelheid?
  2 H4428 De koningen H776 der aarde H3320 H8691 stellen zich op H7336 H8802 , en de vorsten H3245 H8738 beraadslagen H3162 te zamen H5921 tegen H3068 den HEERE H5921 , en tegen H4899 Zijn Gezalfde, [zeggende]:
  3 H853 Laat ons hun H4147 banden H5423 H8762 verscheuren H5688 , en hun touwen H4480 van ons H7993 H8686 werpen.
  4 H8064 Die in den hemel H3427 H8802 woont H7832 H8799 , zal lachen H136 ; de HEERE H3932 H8799 zal hen bespotten.
  5 H227 Dan H413 zal Hij tot H1696 H8762 hen spreken H639 in Zijn toorn H2740 , en in Zijn grimmigheid H926 H8762 zal Hij hen verschrikken.
  6 H589 Ik H4428 toch heb Mijn Koning H5258 H8804 gezalfd H5921 over H6726 Sion H2022 , den berg H6944 Mijner heiligheid.
  7 H413 Ik zal van H2706 het besluit H5608 H8762 verhalen H3068 : de HEERE H413 heeft tot H559 H8804 Mij gezegd H859 : Gij H1121 zijt Mijn Zoon H3117 , heden H3205 H8804 heb Ik U gegenereerd.
  8 H7592 H8798 Eis H4480 van H1471 Mij, en Ik zal de heidenen H5414 H8799 geven H5159 tot Uw erfdeel H657 , en de einden H776 der aarde H272 [tot] Uw bezitting.
  9 H7489 H8799 Gij zult hen verpletteren H1270 met een ijzeren H7626 scepter H5310 H8762 ; Gij zult hen in stukken slaan H3335 H8802 H3627 als een pottenbakkersvat.
  10 H6258 Nu dan H4428 , gij koningen H7919 H8685 , handelt verstandiglijk H3256 H8734 ; laat u tuchtigen H8199 H8802 , gij rechters H776 der aarde!
  11 H5647 H8798 Dient H853 den H3068 HEERE H3374 met vreze H1523 H8798 , en verheugt u H7461 met beving.
  12 H5401 H8761 Kust H1248 den Zoon H6435 H0 , opdat H6435 Hij niet H599 H8799 toorne H1870 , en gij [op] den weg H6 H8799 vergaat H3588 , wanneer H639 Zijn toorn H4592 maar een weinig H1197 H8799 zou ontbranden H835 . Welgelukzalig H3605 zijn allen H2620 H8802 , die op Hem betrouwen.