DSV_Strongs(i)
1
H157 H8804
Ik heb lief
H3068
, want de HEERE
H8085 H8799
hoort
H6963
mijn stem
H8469
, mijn smekingen;
2
H5186 H8689
Want Hij neigt
H241
Zijn oor
H3117
tot mij; dies zal ik [Hem] in mijn dagen
H7121 H8799
aanroepen.
3
H2256
De banden
H4194
des doods
H661 H8804
hadden mij omvangen
H4712
, en de angsten
H7585
der hel
H4672 H8804
hadden mij getroffen
H4672 H8799
; ik vond
H6869
benauwdheid
H3015
en droefenis.
4
H7121 H8799
Maar ik riep
H8034
den Naam
H3068
des HEEREN
H577
aan, [zeggende]: Och
H3068
HEERE
H4422 H8761
! bevrijd
H5315
mijn ziel.
5
H3068
De HEERE
H2587
is genadig
H6662
en rechtvaardig
H430
, en onze God
H7355 H8764
is ontfermende.
6
H3068
De HEERE
H8104 H8802
bewaart
H6612
de eenvoudigen
H1809 H8804
; ik was uitgeteerd
H3467 H8686
, doch Hij heeft mij verlost.
7
H5315
Mijn ziel
H7725 H8798
! keer weder
H4494
tot uw rust
H3068
, want de HEERE
H1580 H8804
heeft aan u welgedaan.
8
H5315
Want Gij, HEERE! hebt mijn ziel
H2502 H8765
gered
H4194
van den dood
H5869
, mijn ogen
H1832
van tranen
H7272
, mijn voet
H1762
van aanstoot.
9
H1980 H8691
Ik zal wandelen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H776
, in de landen
H2416
der levenden.
10
H539 H8689
Ik heb geloofd
H1696 H8762
, daarom sprak ik
H3966
; ik ben zeer
H6031 H8804
bedrukt geweest.
12
H3068
Wat zal ik den HEERE
H7725 H8686
vergelden
H8408
[voor] al Zijn weldaden aan mij [bewezen]?
13
H3563
Ik zal den beker
H3444
der verlossingen
H5375 H8799
opnemen
H8034
, en den Naam
H3068
des HEEREN
H7121 H8799
aanroepen.
14
H5088
Mijn geloften
H3068
zal ik den HEERE
H7999 H8762
betalen
H5971
, nu, in de tegenwoordigheid van al Zijn volk.
16
H3068
Och, HEERE
H577
! zekerlijk
H5650
ik ben Uw knecht
H5650
, ik ben Uw knecht
H1121
, een zoon
H519
Uwer dienstmaagd
H4147
; Gij hebt mijn banden
H6605 H8765
losgemaakt.
17
H2076 H8799
Ik zal U offeren
H2077
een offerande
H8426
van dankzegging
H8034
, en den Naam
H3068
des HEEREN
H7121 H8799
aanroepen.