Psalms 109:5-20

DSV_Strongs(i)
  5 H7451 En zij hebben mij kwaad H2896 voor goed H7760 H8799 opgelegd H8135 , en haat H160 voor mijn liefde.
  6 H6485 H8685 Stel H7563 een goddeloze H7854 over hem, en de satan H5975 H8799 sta H3225 aan zijn rechterhand.
  7 H8199 H8736 Als hij gericht wordt H3318 H8799 , zo ga hij H7563 schuldig H8605 uit, en zijn gebed H2401 zij tot zonde.
  8 H3117 Dat zijn dagen H4592 weinig H312 zijn; een ander H3947 H8799 neme H6486 zijn ambt;
  9 H1121 Dat zijn kinderen H3490 wezen H802 worden, en zijn vrouw H490 weduwe.
  10 H1121 En dat zijn kinderen H5128 H8800 hier en daar H5128 H8799 omzwerven H7592 H8765 , en bedelen H2723 , en [de] [nooddruft] uit hun verwoeste plaatsen H1875 H8804 zoeken.
  11 H5383 H8802 Dat de schuldeiser H5367 H8762 aansla H2114 H8801 al wat hij heeft, en dat de vreemden H3018 zijn arbeid H962 H8799 roven.
  12 H2617 Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid H4900 H8802 [over] [hem] uitstrekke H3490 , en dat er niemand zij, die zijn wezen H2603 H8802 genadig zij.
  13 H319 Dat zijn nakomelingen H3772 H8687 uitgeroeid worden H8034 ; hun naam H4229 H8735 worde uitgedelgd H312 in het andere H1755 geslacht.
  14 H5771 De ongerechtigheid H1 zijner vaderen H2142 H8735 worde gedacht H3068 bij den HEERE H2403 , en de zonde H517 zijner moeder H4229 H8735 worde niet uitgedelgd.
  15 H8548 Dat zij gedurig H3068 voor den HEERE H3772 H0 zijn; en Hij roeie H2143 hun gedachtenis H3772 H8686 uit H776 van de aarde.
  16 H2142 H8804 Omdat hij niet gedacht heeft H2617 weldadigheid H6213 H8800 te doen H6041 , maar heeft den ellendigen H34 en den nooddruftigen H376 man H7291 H8799 vervolgd H3512 H8737 , en den verslagene H3824 van hart H4191 H8788 , om [hem] te doden.
  17 H7045 Dewijl hij den vloek H157 H8799 heeft liefgehad H935 H8799 , dat die hem overkome H2654 H8804 , en geen lust gehad heeft H1293 tot den zegen H7368 H8799 , zo zij die verre van hem.
  18 H3847 H8799 En hij zij bekleed H7045 met den vloek H4055 , als met zijn kleed H935 H8799 , en dat die ga H7130 tot in het binnenste H4325 van hem als het water H8081 , en als de olie H6106 in zijn beenderen.
  19 H899 Die zij hem als een kleed H5844 H8799 , [waarmede] hij zich bedekt H4206 , en tot een gordel H8548 , waarmede hij zich steeds H2296 H8799 omgordt.
  20 H6468 Dit zij het werkloon H7853 H8802 mijner tegenstanders H3068 van den HEERE H7451 , en dergenen, die kwaad H1696 H8802 spreken H5315 tegen mijn ziel.