DSV_Strongs(i)
7
H3820
En mijn hart
H4427 H8735
beraadslaagde
H5921
in
H7378 H8799
mij; daarna twistte ik
H2715
met de edelen
H5461
, en met de overheden
H559 H8799
, en zeide
H859
tot hen: Gijlieden
H5378 H8801 H8678 H5383 H8802 H8675 H5375 H8802
vordert
H4855
een last
H376
, een iegelijk
H251
van zijn broeder
H5414 H8799
. Voorts belegde ik
H1419
een grote
H6952
vergadering
H5921
tegen hen.
8
H559 H8799
En ik zeide
H587
tot hen: Wij
H251
hebben onze broederen
H3064
, de Joden
H1471
, die aan de heidenen
H4376 H8737
verkocht waren
H1767
, naar ons vermogen
H7069 H8804
wedergekocht
H859
; en zoudt gijlieden
H1571
ook
H251
uw broederen
H4376 H8799
verkopen
H4376 H8738
, of zouden zij aan ons verkocht worden
H2790 H8686
? Toen zwegen zij
H4672 H8804
, en vonden
H3808
geen
H1697
antwoord.
9
H559 H8799
Voorts zeide ik
H1697
: De zaak
H3808
is niet
H2896
goed
H834
, die
H859
gijlieden
H6213 H8802
doet
H3808
; zoudt gij niet
H3212 H8799
wandelen
H3374
in de vreze
H430
onzes Gods
H4480
, om
H2781
de versmading
H1471
der heidenen
H341 H8802
, onze vijanden?
10
H589
Ik
H251
, mijn broederen
H5288
, en mijn jongens
H5383 H8802
, vorderen wij
H1571
ook
H3701
geld
H1715
en koren
H4994
van hen? Laat ons toch
H2088
dezen
H4855
last
H5800 H8799
nalaten.
11
H7725 H0
Geeft
H4994
hun toch
H3117
als heden
H7725 H8685
weder
H7704
hun akkers
H3754
, hun wijngaarden
H2132
, hun olijfgaarden
H1004
en hun huizen
H3967
; en het honderdste
H3701
[deel] van het geld
H1715
, en van het koren
H8492
, den most
H3323
en de olie
H834
, die
H589
gij
H5383 H8802
hun hebt afgevorderd.