DSV_Strongs(i)
13
G1161
En
G2962
de heer
G290
des wijngaards
G2036 G5627
zeide
G5101
: Wat
G4160 G5661
zal ik doen
G3450
? Ik zal mijn
G27
geliefden
G5207
zoon
G3992 G5692
zenden
G2481
; mogelijk
G5126
dezen
G1492 G5631
ziende
G1788 G5691
, zullen zij [hem] ontzien.
14
G1161
Maar
G1092
als de landlieden
G846
hem
G1492 G5631
zagen
G1260 G5711
, overleiden zij
G4314
onder
G1438
elkander
G3004 G5723
, en zeiden
G3778
: Deze
G2076 G5748
is
G2818
de erfgenaam
G1205 G5773
; komt
G615 G
, laat ons
G846
hem
G615 G5725
doden
G2443
, opdat
G2817
de erfenis
G2257
onze
G1096 G5638
worde.