Luke 15:1-32

DSV_Strongs(i)
  1 G1161 En G3956 al G5057 de tollenaars G2532 en G268 de zondaars G2258 G5713 G1448 G5723 naderden G846 tot Hem G846 , om Hem G191 G5721 te horen.
  2 G2532 En G5330 de Farizeen G2532 en G1122 de Schriftgeleerden G1234 G5707 murmureerden G3004 G5723 , zeggende G3754 : G3778 Deze G4327 G5736 ontvangt G268 de zondaars G2532 , en G4906 G5719 eet met G846 hen.
  3 G1161 En G2036 G5627 Hij sprak G4314 tot G846 hen G5026 deze G3850 gelijkenis G3004 G5723 , zeggende:
  4 G5101 Wat G444 mens G1537 onder G5216 u G2192 G5723 , hebbende G1540 honderd G4263 schapen G2532 ; en G1520 een G1537 van G846 die G622 G5660 verliezende G2641 G5719 , verlaat G3756 niet G1768 de negen en negentig G1722 in G2048 de woestijn G2532 , en G4198 G5736 gaat G1909 naar G622 G5756 het verlorene G2193 , totdat G846 hij hetzelve G2147 G5632 vinde?
  5 G2532 En G2147 G5631 als hij het gevonden heeft G2007 G5719 , legt hij G1909 het op G1438 zijn G5606 schouders G5463 G5723 , verblijd zijnde.
  6 G2532 En G1519 te G3624 huis G2064 G5631 komende G4779 G , roept hij G5384 de vrienden G2532 en G1069 de geburen G4779 G5719 samen G3004 G5723 , zeggende G846 tot hen G4796 G5645 : Weest blijde G3427 met mij G3754 ; want G3450 ik heb mijn G4263 schaap G2147 G5627 gevonden G3588 , dat G622 G5756 verloren was.
  7 G3004 G5719 Ik zeg G5213 ulieden G3754 , dat G3779 er alzo G5479 blijdschap G2071 G5704 zal zijn G1722 in G3772 den hemel G1909 over G1520 een G268 zondaar G3340 G5723 , die zich bekeert G2228 , [meer] dan G1909 over G1768 negen en negentig G1342 rechtvaardigen G3748 , die G3341 de bekering G3756 niet G5532 van node G2192 G5719 hebben.
  8 G2228 Of G5101 wat G1135 vrouw G2192 G5723 , hebbende G1176 tien G1406 penningen G1437 , indien G3391 zij een G1406 penning G622 G5661 verliest G681 G5719 , ontsteekt G3780 niet G3088 een kaars G2532 , en G4563 G5719 keert G3614 het huis G2532 [met] [bezemen], en G2212 G5719 zoekt G1960 naarstiglijk G2193 G3755 , totdat G2147 G5632 zij [dien] vindt?
  9 G2532 En G2147 G5631 als zij [dien] gevonden heeft G4779 G , roept zij G5384 de vriendinnen G2532 en G1069 de geburinnen G4779 G5731 samen G3004 G5723 , zeggende G4796 G5645 : Weest blijde G3427 met mij G3754 ; want G1406 ik heb den penning G2147 G5627 gevonden G3739 , dien G622 G5656 ik verloren had.
  10 G3779 Alzo G3004 G5719 , zeg Ik G5213 ulieden G1096 G5736 , is er G5479 blijdschap G1799 voor G32 de engelen G2316 Gods G1909 over G1520 een G268 zondaar G3340 G5723 , die zich bekeert.
  11 G1161 En G2036 G5627 Hij zeide G5100 : Een zeker G444 mens G2192 G5707 had G1417 twee G5207 zonen.
  12 G2532 En G3501 de jongste G846 van hen G2036 G5627 zeide G3962 tot den vader G3962 : Vader G1325 G5628 , geef G3427 mij G3313 het deel G3776 des goeds G1911 G5723 , dat [mij] toekomt G2532 . En G1244 G5627 hij deelde G846 hun G979 het goed.
  13 G2532 En G3756 niet G4183 vele G2250 dagen G3326 daarna G3501 , de jongste G5207 zoon G537 , alles G4863 G5631 bijeenvergaderd hebbende G589 G5656 , is weggereisd G1519 in G3117 een ver G5561 [gelegen] land G2532 , en G1563 heeft aldaar G846 zijn G3776 goed G1287 G5656 doorgebracht G2198 G5723 , levende G811 overdadiglijk.
  14 G1161 En G846 als hij G3956 het alles G1159 G5660 verteerd had G1096 G5633 , werd er G2478 een grote G3042 hongersnood G2596 in G1565 datzelve G5561 land G2532 , en G756 G5662 hij begon G5302 G5745 gebrek te lijden.
  15 G2532 En G4198 G5679 hij ging heen G2853 G5681 , en voegde zich G1520 bij G4177 een van de burgers G1565 deszelven G5561 lands G2532 ; en G3992 G5656 die zond G846 hem G1519 op G846 zijn G68 land G5519 om de zwijnen G1006 G5721 te weiden.
  16 G2532 En G1937 G5707 hij begeerde G846 zijn G2836 buik G1072 G5658 te vullen G575 met G2769 den draf G3739 , dien G5519 de zwijnen G2068 G5707 aten G2532 ; en G3762 niemand G1325 G5707 gaf G846 hem dien.
  17 G1161 En G1519 tot G1438 zichzelven G2064 G5631 gekomen zijnde G2036 G5627 , zeide hij G4214 : Hoe vele G3407 huurlingen G3450 mijns G3962 vaders G4052 G5719 hebben overvloed G740 van brood G1161 , en G1473 ik G622 G5731 verga G3042 van honger!
  18 G450 G5631 Ik zal opstaan G4314 en tot G3450 mijn G3962 vader G4198 G5695 gaan G2532 , en G846 ik zal tot hem G2046 G5692 zeggen G3962 : Vader G264 G5627 , ik heb gezondigd G1519 tegen G3772 den Hemel G2532 , en G1799 voor G4675 u;
  19 G2532 En G1510 G5748 ik ben G3765 niet meer G514 waardig G4675 uw G5207 zoon G2564 G5683 genaamd te worden G4160 G5657 ; maak G3165 mij G5613 als G1520 een G4675 van uw G3407 huurlingen.
  20 G2532 En G450 G5631 opstaande G2064 G5627 ging hij G4314 naar G1438 zijn G3962 vader G1161 . En G846 als hij G2089 nog G3112 ver G568 G5723 [van] [hem] was G1492 G5627 , zag G846 hem G846 zijn G3962 vader G2532 , en G4697 G5675 werd met innerlijke ontferming bewogen G2532 ; en G5143 G5631 [toe] lopende G1968 G5627 , viel G1909 hem om G846 zijn G5137 hals G2532 , en G2705 G5656 kuste G846 hem.
  21 G1161 En G5207 de zoon G2036 G5627 zeide G846 tot hem G3962 : Vader G264 G5627 , ik heb gezondigd G1519 tegen G3772 den Hemel G2532 , en G1799 voor G4675 u G2532 , en G1510 G5748 ben G3765 niet meer G514 waardig G4675 uw G5207 zoon G2564 G5683 genaamd te worden.
  22 G1161 Maar G3962 de vader G2036 G5627 zeide G4314 tot G846 zijn G1401 dienstknechten G1627 G5657 : Brengt [hier] voor G4413 het beste G4749 kleed G2532 , en G1746 G doet G846 het hem G1746 G5657 aan G2532 , en G1325 G5628 geeft G1146 hem een ring G1519 aan G846 zijn G5495 hand G2532 , en G5266 schoenen G1519 aan G4228 de voeten;
  23 G2532 En G5342 G5660 brengt G4618 het gemeste G3448 kalf G2380 G5657 , en slacht G2532 het; en G5315 G5631 laat ons eten G2165 G5686 en vrolijk zijn.
  24 G3754 Want G3778 deze G3450 mijn G5207 zoon G2258 G5713 was G3498 dood G2532 , en G326 G5656 is weder levend geworden G2532 ; en G2258 G5713 hij was G622 G5756 verloren G2532 , en G2147 G5681 is gevonden G2532 ! En G756 G5662 zij begonnen G2165 G5745 vrolijk te zijn.
  25 G1161 En G846 zijn G4245 oudste G5207 zoon G2258 G5713 was G1722 in G68 het veld G2532 ; en G5613 als G2064 G5740 hij kwam G3614 , en het huis G1448 G5656 genaakte G191 G5656 , hoorde hij G4858 het gezang G2532 en G5525 het gerei,
  26 G2532 En G4341 G5666 tot zich geroepen hebbende G1520 een G3816 van de knechten G4441 G5711 , vraagde G5101 , wat G5023 dat G1498 G5751 mocht zijn.
  27 G1161 En G2036 G5627 deze zeide G846 tot hem G3754 : G4675 Uw G80 broeder G2240 G5719 is gekomen G2532 , en G4675 uw G3962 vader G4618 heeft het gemeste G3448 kalf G2380 G5656 geslacht G3754 , omdat G846 hij hem G5198 G5723 gezond G618 G5627 weder ontvangen heeft.
  28 G1161 Maar G3710 G5681 hij werd toornig G2532 , en G2309 G5707 wilde G3756 niet G1525 G5629 ingaan G1831 G . Zo ging G3767 dan G846 zijn G3962 vader G1831 G5631 uit G3870 G5707 , en bad G846 hem.
  29 G1161 Doch G611 G5679 hij, antwoordende G2036 G5627 , zeide G3962 tot den vader G2400 G5628 : Zie G1398 G5719 , ik dien G4671 u G5118 [nu] zo vele G2094 jaren G2532 , en G3763 heb nooit G4675 uw G1785 gebod G3928 G5627 overtreden G2532 , en G1698 gij hebt mij G3763 nooit G2056 een bokje G1325 G5656 gegeven G2443 , opdat G3326 ik met G3450 mijn G5384 vrienden G2165 G5686 mocht vrolijk zijn.
  30 G1161 Maar G3753 als G3778 deze G4675 uw G5207 zoon G2064 G5627 gekomen is G3588 , die G4675 uw G979 goed G3326 met G4204 hoeren G2719 G5631 doorgebracht heeft G846 , zo hebt gij hem G4618 het gemeste G3448 kalf G2380 G5656 geslacht.
  31 G1161 En G2036 G5627 hij zeide G846 tot hem G5043 : Kind G4771 , gij G1488 G5748 zijt G3842 altijd G3326 bij G1700 mij G2532 , en G3956 al G1699 het mijne G2076 G5748 is G4674 uwe.
  32 G1163 G5713 Men behoorde G1161 dan G2165 G5683 vrolijk G2532 en G5463 G5646 blijde te zijn G3754 ; want G3778 deze G4675 uw G80 broeder G2258 G5713 was G3498 dood G2532 , en G326 G5656 is weder levend geworden G2532 ; en G2258 G5713 hij was G622 G5756 verloren G2532 , en G2147 G5681 is gevonden.