Leviticus 22

DSV_Strongs(i)
  1 H1696 H8762 Daarna sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  2 H1696 H8761 Spreek H175 tot Aaron H1121 en tot zijn zonen H6944 , dat zij zich van de heilige dingen H1121 der kinderen H3478 Israels H6942 H8688 , die zij Mij heiligen H5144 H8735 , afzonderen H8034 , opdat zij de Naam H6944 Mijner heiligheid H2490 H8762 niet ontheiligen H3068 ; Ik ben de HEERE!
  3 H559 H8798 Zeg H376 tot hen: Alle man H1755 onder uw geslachten H2233 , die uit uw ganse zaad H6944 tot de heilige dingen H1121 , die de kinderen H3478 Israels H3068 den HEERE H6942 H8686 heiligen H7126 H8799 , naderen zal H2932 , als zijn onreinigheid H5315 op hem is; diezelve mens H6440 zal van voor Mijn aangezicht H3772 H8738 uitgeroeid worden H3068 ; Ik ben de HEERE!
  4 H376 Niemand H2233 van het zaad H175 van Aaron H6879 H8803 , die melaats is H2100 H8802 , of een vloed heeft H6944 , zal van die heilige dingen H398 H8799 eten H2891 H8799 , totdat hij rein is H5060 H8802 ; mitsgaders die iets aanroert H2931 , dat onrein H5315 is van een dood lichaam H376 , of iemand H2233 , wien het zaad H7902 der bijligging H3318 H8799 ontgaat.
  5 H376 Of zo wie H5060 H8799 aangeroerd zal hebben H8318 enig kruipend gedierte H2930 H8799 , waarvan hij onrein is H120 , of een mens H2930 H8799 , waarvan hij onrein is H2932 , naar al zijn onreinigheid;
  6 H5315 De mens H5060 H8799 , die dat aangeroerd zal hebben H2930 H8804 , zal onrein zijn H6153 tot aan den avond H6944 , en hij zal van die heilige dingen H398 H8799 niet eten H518 , maar H1320 zal zijn vlees H4325 met water H7364 H8804 baden.
  7 H8121 Als de zon H935 H8804 zal ondergegaan zijn H2891 H8804 , dan zal hij rein zijn H310 ; en daarna H6944 zal hij van die heilige dingen H398 H8799 eten H3899 ; want dat is zijn spijze.
  8 H5038 Het dode aas H2966 , en het verscheurde H398 H8799 zal hij niet eten H2930 H8800 , om daarmede onrein te worden H3068 ; Ik ben de HEERE!
  9 H4931 Zij zullen dan Mijn bevel H8104 H8804 onderhouden H2399 , opdat zij geen zonde H5375 H8799 daarover dragen H4191 H8804 en daarin sterven H2490 H8762 , als zij die ontheiligd zouden hebben H3068 ; Ik ben de HEERE H6942 H8764 , die hen heilige!
  10 H2114 H8801 Ook zal geen vreemde H6944 het heilige H398 H8799 eten H8453 ; een bijwoner H3548 des priesters H7916 , en een dagloner H6944 , zullen het heilige H398 H8799 niet eten.
  11 H3548 Wanneer dan nog de priester H5315 een ziel H7075 met H3701 zijn geld H7069 H8799 zal gekocht hebben H398 H8799 , die zal daarvan eten H3211 ; en de ingeborene H1004 van zijn huis H3899 , die zullen van zijn spijze H398 H8799 eten.
  12 H3548 Maar als des priesters H1323 dochter H2114 H0 een vreemden H376 man H2114 H8801 zal toebehoren H8641 , zij zal van het hefoffer H6944 der heilige dingen H398 H8799 niet eten.
  13 H3548 Doch als des priesters H1323 dochter H490 een weduwe H1644 H8803 of een verstotene H2233 zal zijn, en geen zaad H1 hebben, en tot haars vaders H1004 huis H5271 , als in haar jonkheid H7725 H8804 , zal wedergekeerd zijn H3899 , zo zal zij van de spijze H1 haars vaders H398 H8799 eten H2114 H8801 ; maar geen vreemde H398 H8799 zal daarvan eten.
  14 H376 En wanneer iemand H6944 het heilige H7684 door dwaling H398 H8799 zal gegeten hebben H2549 , zo zal hij deszelfs vijfde H3254 H8804 deel daarboven toedoen H3548 , en zal het den priester H6944 met het heilige H5414 H8804 wedergeven.
  15 H2490 H8762 Zo zullen zij niet ontheiligen H6944 de heilige dingen H1121 der kinderen H3478 Israels H3068 , die zij den HEERE H7311 H8686 zullen gegeven hebben;
  16 H5375 H8689 En hen doen dragen H5771 de ongerechtigheid H819 der schuld H6944 , als zij hun heilige dingen H398 H8800 zouden eten H3068 ; want Ik ben de HEERE H6942 H8764 , Die hen heilige!
  17 H1696 H8762 Verder sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  18 H1696 H8761 Spreek H175 tot Aaron H1121 , en tot zijn zonen H1121 , en tot al de kinderen H3478 Israels H559 H8804 , en zeg H376 tot hen: Zo wie H1004 uit het huis H3478 van Israel H1616 , en uit de vreemdelingen H3478 in Israel H7133 is, die zijn offerande H7126 H8686 zal offeren H5088 naar al hun geloften H5071 , en naar al hun vrijwillige offeren H3068 , die zij den HEERE H5930 ten brandoffer H7126 H8686 zullen offeren;
  19 H7522 Het zal naar uw welgevallen H8549 zijn, een volkomen H2145 mannetje H1241 , van de runderen H3775 , van de lammeren H5795 , of van de geiten.
  20 H7126 H8686 Gij zult niet offeren H3971 iets, waarin een gebrek H7522 is; want het zou niet aangenaam zijn voor u.
  21 H376 En als iemand H2077 H8002 een dankoffer H3068 den HEERE H7126 H8686 zal offeren H6381 H8763 , uitzonderende H1241 van de runderen H6629 of van de schapen H5088 een gelofte H5071 , of vrijwillig offer H8549 , het zal volkomen H7522 zijn, opdat het aangenaam H3971 zij; geen gebrek zal daarin zijn.
  22 H5788 Het blinde H7665 H8803 , of gebrokene H2782 H8803 , of verlamde H2990 , of wratte H1618 , of droge schurftheid H3217 , of etterige schurftheid H3068 hebbende, deze zult gij den HEERE H7126 H8686 niet offeren H3068 , en daarvan zult gij den HEERE H801 geen vuuroffer H4196 op het altaar H5414 H8799 geven.
  23 H7794 Doch een os H7716 , of klein vee H8311 H8803 , te lang H7038 H8803 of te verkrompen in leden H5071 , die zult gij tot een vrijwillig offer H6213 H8799 bereiden H5088 ; doch tot een gelofte H7521 H8735 zou het niet aangenaam zijn.
  24 H4600 H8803 Het gedrukte H3807 H8803 , of gestotene H5423 H8803 , of gescheurde H3772 H8803 , of gesnedene H3068 , zult gij den HEERE H7126 H8686 niet offeren H776 ; dat zult gij in uw land H6213 H8799 niet doen.
  25 H3027 Gij zult ook uit de hand H1121 H5236 des vreemden H430 van al deze dingen uw God H3899 geen spijs H7126 H8686 offeren H4893 ; want hun verdorvenheid H3971 is in hen, in dezelve is gebrek H7521 H8735 , zij zouden niet aangenaam zijn voor u.
  26 H1696 H8762 Wijders sprak H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H559 H8800 , zeggende:
  27 H7794 Wanneer een os H3775 , of lam H5795 , of geit H3205 H8735 zal geboren zijn H7651 , zo zal die zeven H3117 dagen H517 onder zijn moeder H8066 zijn; daarna, van den achtsten H3117 dag H1973 en daarover H7521 H8735 , zal hij aangenaam zijn H7133 tot offerande H801 des vuuroffers H3068 den HEERE.
  28 H7794 Gij zult ook een os H7716 , of klein vee H1121 , hem en zijn jong H259 , op een H3117 dag H7819 H8799 niet slachten.
  29 H2077 H8426 En als gij een lofoffer H3068 den HEERE H2076 H8799 zult slachten H7522 , naar uw wil H2076 H8799 zult gij het slachten.
  30 H3117 Het zal op denzelfden dag H398 H8735 gegeten worden H3498 H8686 ; gij zult daarvan niet overlaten H1242 tot op den morgen H3068 ; Ik ben de HEERE!
  31 H4687 Daarom zult gij Mijn geboden H8104 H8804 houden H6213 H8804 , en dezelve doen H3068 ; Ik ben de HEERE!
  32 H6944 En gij zult Mijn heiligen H8034 Naam H2490 H8762 niet ontheiligen H8432 , opdat Ik in het midden H1121 der kinderen H3478 Israels H6942 H8738 geheiligd worde H3068 ; Ik ben de HEERE H6942 H8762 , die u heilige!
  33 H776 H4714 Die u uit Egypteland H3318 H8688 uitgevoerd heb H430 , opdat Ik u tot een God H3068 zij; Ik ben de HEERE!