DSV_Strongs(i)
11
H376
En een man
H1
, die bij zijns vaders
H802
huisvrouw
H7901 H8799
zal gelegen hebben
H1
, heeft zijns vaders
H6172
schaamte
H1540 H8765
ontdekt
H8147
; zij beiden
H4191 H8800
zullen zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H1818
; hun bloed is op hen!
12
H376
Insgelijks, als de man
H3618
bij de vrouw zijns zoons
H7901 H8799
zal gelegen hebben
H8147
, zij zullen beiden
H4191 H8800
zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H8397
; zij hebben een gruwelijke vermenging
H6213 H8804
gedaan
H1818
; hun bloed is op hen!
13
H376
Wanneer ook een man
H2145
bij een manspersoon
H7901 H8799
zal gelegen hebben
H802
, met vrouwelijke
H4904
bijligging
H8147
, zij hebben beiden
H8441
een gruwel
H6213 H8804
gedaan
H4191 H8800
; zij zullen zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H1818
; hun bloed is op hen!
14
H376
En wanneer een man
H802
een vrouw
H517
en haar moeder
H3947 H8799
zal genomen hebben
H2154
, het is een schandelijke daad
H784
; men zal hem, en diezelve met vuur
H8313 H8799
verbranden
H2154
, opdat geen schandelijke daad
H8432
in het midden van u zij.
15
H376
Daartoe als een man
H929
bij enig vee
H5414 H8799 H7903
zal gelegen hebben
H4191 H8800
, hij zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H929
; ook zult gijlieden het beest
H2026 H8799
doden.
16
H802
Alzo wanneer een vrouw
H929
tot enig beest
H7126 H8799
genaderd zal zijn
H7250 H8800
, om daarmede te doen te hebben
H802
, zo zult gij die vrouw
H929
en dat beest
H2026 H8804
doden
H4191 H8800
; zij zullen zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H1818
; hun bloed is op hen!
17
H376
En als een man
H269
zijn zuster
H1323
, de dochter
H1
zijns vaders
H176
, of
H1323
de dochter
H517
zijner moeder
H3947 H8799
, zal genomen hebben
H6172
, en hij haar schaamte
H7200 H8804
gezien
H6172
, en zij zijn schaamte
H7200 H8799
zal gezien hebben
H2617
, het is een schandvlek
H5869
; daarom zullen zij voor de ogen
H1121
van de kinderen
H5971
huns volks
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H6172
; hij heeft de schaamte
H269
zijner zuster
H1540 H8765
ontdekt
H5771
, hij zal zijn ongerechtigheid
H5375 H8799
dragen.
18
H376
En als een man
H802
bij een vrouw
H1739
, die haar krankheid
H7901 H8799
heeft, zal gelegen
H6172
en haar schaamte
H1540 H8765
ontdekt
H4726
, haar fontein
H6168 H8689
ontbloot
H4726
, en zij zelve de fontein
H1818
haars bloeds
H1540 H8765
ontdekt zal hebben
H8147
, zo zullen zij beiden
H7130
uit het midden
H5971
huns volks
H3772 H8738
uitgeroeid worden.
19
H6172
Daartoe zult gij de schaamte
H269
van de zuster
H517
uwer moeder
H269
, en van de zuster
H1
uws vaders
H1540 H8762
niet ontdekken
H7607
; dewijl hij zijn nabestaande
H6168 H8689
ontbloot heeft
H5771
, zullen zij hun ongerechtigheid
H5375 H8799
dragen.
20
H376
Als ook een man
H1733
bij zijn moei
H7901 H8799
zal gelegen hebben
H6172
, hij heeft de schaamte
H1730
zijns ooms
H1540 H8765
ontdekt
H2399
; zij zullen hun zonde
H5375 H8799
dragen
H6185
; zonder kinderen
H4191 H8799
zullen zij sterven.
21
H376
En wanneer een man
H251
zijns broeders
H802
huisvrouw
H3947 H8799
zal genomen hebben
H5079
, het is onreinigheid
H6172
; hij heeft de schaamte
H251
zijns broeders
H1540 H8765
ontdekt
H6185
; zij zullen zonder kinderen zijn.
22
H8104 H8804
Onderhoudt
H2708
dan al Mijn inzettingen
H4941
en al Mijn rechten
H6213 H8804
, en doet
H776
dezelve; opdat u dat land
H935 H8688
, waarheen Ik u brenge
H3427 H8800
, om daarin te wonen
H6958 H8686
, niet uitspuwe.
23
H3212 H8799
En wandelt
H2708
niet in de inzettingen
H1471
des volks
H6440
, hetwelk Ik voor uw aangezicht
H7971 H8764
uitwerp
H6213 H8804
; want al deze dingen hebben zij gedaan
H6973 H8799
; daarom ben Ik op hen verdrietig geworden.
24
H559 H8799
En Ik heb u gezegd
H127
: Gij zult hun land
H3423 H8799
erfelijk bezitten
H5414 H8799
, en Ik zal u dat geven
H3423 H8800
, opdat gij hetzelve erfelijk bezit
H776
, een land
H2100 H8802
vloeiende
H2461
van melk
H1706
en honig
H3068
; Ik ben de HEERE
H430
, uw God
H5971
, Die u van de volken
H914 H8689
afgezonderd heb!
25
H914 H8689
Daarom zult gij onderscheid maken
H2889
tussen reine
H2931
en onreine
H929
beesten
H2931
, en tussen het onreine
H2889
en reine
H5775
gevogelte
H5315
; en gij zult uw zielen
H8262 H8762
niet verfoeilijk maken
H929
aan de beesten
H5775
en aan het gevogelte
H127
, en aan al wat op den aardbodem
H7430 H8799
kruipt
H914 H8689
, hetwelk Ik voor u afgezonderd heb
H2930 H8763
, opdat gij het onrein houdt.