Judges 4:6-24

DSV_Strongs(i)
  6 H7971 H8799 En zij zond heen H7121 H8799 en riep H1301 Barak H1121 , den zoon H42 van Abinoam H6943 , van Kedes-nafthali H559 H8799 ; en zij zeide H413 tot H3068 hem: Heeft de HEERE H430 , de God H3478 Israels H3808 , niet H6680 H8765 geboden H3212 H8798 : Ga heen H4900 H8804 en trek op H2022 den berg H8396 Thabor H3947 H8804 , en neem H5973 met H6235 u tien H505 duizend H376 man H4480 , van H1121 de kinderen H5321 van Nafthali H4480 , en van H1121 de kinderen H2074 van Zebulon?
  7 H413 En Ik zal aan H5158 de beek H7028 Kison H413 tot H4900 H8804 u trekken H5516 Sisera H8269 H6635 , den krijgsoverste H2985 van Jabin H7393 , met zijn wagenen H1995 en zijn menigte H3027 ; en Ik zal hem in uw hand H5414 H8804 geven?
  8 H559 H8799 Toen zeide H1301 Barak H413 tot H518 haar: Indien H5973 gij met H3212 H8799 mij trekken zult H1980 H8804 , zo zal ik heen trekken H518 ; maar indien H3808 gij niet H5973 met H3212 H8799 mij zult trekken H3808 , zo zal ik niet H3212 H8799 trekken.
  9 H559 H8799 En zij zeide H1980 H8800 : Ik zal zekerlijk H5973 met H3212 H8799 u trekken H657 , behalve H3588 dat H8597 de eer H3808 de uwe niet H1961 H8799 zal zijn H5921 op H1870 dezen weg H834 , dien H859 gij H1980 H8802 wandelt H3588 ; want H3068 de HEERE H5516 zal Sisera H4376 H8799 verkopen H3027 in de hand H802 ener vrouw H6965 H0 . Alzo maakte H1683 Debora H6965 H8799 zich op H3212 H8799 , en toog H5973 met H1301 Barak H6943 naar Kedes.
  10 H2199 H0 Toen riep H1301 Barak H2074 Zebulon H5321 en Nafthali H2199 H8686 bijeen H6943 te Kedes H5927 H8799 , en hij toog op H7272 , op zijn voeten H6235 , [met] tien H505 duizend H376 man H5927 H0 ; ook toog H1683 Debora H5973 met H5927 H8799 hem op.
  11 H2268 Heber H7017 nu, de Keniet H6504 H8737 , had zich afgezonderd H4480 van H7017 Kain H4480 , uit H1121 de kinderen H2246 van Hobab H4872 , Mozes' H2859 H8802 schoonvader H168 ; en hij had zijn tenten H5186 H8799 opgeslagen H5704 tot H436 aan den eik H6815 in Zaanaim H834 , die H6943 bij Kedes is.
  12 H5046 H8686 Toen boodschapten zij H5516 Sisera H3588 , dat H1301 Barak H1121 , de zoon H42 van Abinoam H2022 , op den berg H8396 Thabor H5927 H8804 getogen was.
  13 H2199 H0 Zo riep H5516 Sisera H3605 al H7393 zijn wagenen H2199 H8686 bijeen H8672 H3967 , negenhonderd H1270 ijzeren H7393 wagenen H3605 , en al H5971 het volk H834 , dat H854 met H4480 hem was, van H2800 Haroseth H1471 der heidenen H413 tot H5158 de beek H7028 Kison.
  14 H1683 Debora H559 H8799 dan zeide H413 tot H1301 Barak H6965 H8798 : Maak u op H3588 ; want H2088 dit H3117 is de dag H834 , in welken H3068 de HEERE H5516 Sisera H3027 in uw hand H5414 H8804 gegeven heeft H3068 ; is de HEERE H3808 niet H6440 voor uw aangezicht H3318 H8804 henen uitgetogen H3381 H0 ? Zo trok H1301 Barak H4480 van H2022 den berg H8396 Thabor H3381 H8799 af H6235 , en tien H505 duizend H376 man H310 achter hem.
  15 H3068 En de HEERE H2000 H8799 versloeg H5516 Sisera H3605 , met al H7393 [zijn] wagenen H3605 , en het ganse H4264 heirleger H6310 , door de scherpte H2719 des zwaards H6440 , voor het aangezicht H1301 van Barak H5516 ; dat Sisera H4480 H5921 van H4818 den wagen H3381 H8799 afklom H5127 H8799 , en vluchtte H7272 op zijn voeten.
  16 H1301 En Barak H7291 H8804 jaagde ze na H310 , achter H7393 de wagenen H310 en achter H4264 het heirleger H5704 , tot H2800 aan Haroseth H1471 der heidenen H3605 . En het ganse H4264 heirleger H5516 van Sisera H5307 H8799 viel H6310 door de scherpte H2719 des zwaards H3808 , dat er niet H7604 H8738 overbleef H5704 tot H259 een toe.
  17 H5516 Maar Sisera H5127 H8804 vluchtte H7272 op zijn voeten H413 naar H168 de tent H3278 van Jael H802 , de huisvrouw H2268 van Heber H7017 , den Keniet H3588 ; want H7965 er was vrede H996 tussen H2985 Jabin H4428 , den koning H2674 van Hazor H996 , en tussen H1004 het huis H2268 van Heber H7017 , den Keniet.
  18 H3278 Jael H3318 H8799 nu ging uit H5516 , Sisera H7125 H8800 tegemoet H559 H8799 , en zeide H413 tot H5493 H8798 hem: Wijk in H113 , mijn heer H5493 H8798 , wijk in H413 tot H3372 H8799 mij, vrees H408 niet H5493 H8799 ! En hij week H413 tot H168 haar in de tent H3680 H8762 , en zij bedekte H8063 hem met een deken.
  19 H559 H8799 Daarna zeide hij H413 tot H8248 H0 haar: Geef H4994 mij toch H4592 een weinig H4325 waters H8248 H8685 te drinken H3588 , want H6770 H8804 mij dorst H6605 H8799 . Toen opende zij H4997 H2461 een melkfles H8248 H8686 , en gaf hem te drinken H3680 H8762 , en dekte hem toe.
  20 H559 H8799 Ook zeide hij H413 tot H5975 H8798 haar: Sta H6607 in de deur H168 der tent H1961 H8804 ; en het zij H518 , zo H376 iemand H935 H8799 zal komen H7592 H8804 , en u vragen H559 H8804 , en zeggen H3426 : Is hier H376 iemand H559 H8804 ? dat gij zegt H369 : Niemand.
  21 H3947 H8799 Daarna nam H3278 Jael H802 , de huisvrouw H2268 van Heber H3489 , een nagel H168 der tent H7760 H8799 , en greep H4718 een hamer H3027 in haar hand H935 H8799 , en ging H3814 stilletjes H413 tot H8628 H8799 hem in, en dreef H3489 den nagel H7541 in den slaap zijns hoofds H776 , dat hij in de aarde H6795 H8799 vast werd H1931 ; hij H7290 H8738 nu was met een diepen slaap bevangen H5774 H8799 en vermoeid H4191 H8799 , en stierf.
  22 H2009 En ziet H1301 , Barak H7291 H8802 vervolgde H5516 Sisera H3278 ; en Jael H3318 H8799 ging uit H7125 H8800 hem tegemoet H559 H8799 , en zeide H3212 H8798 tot hem: Kom H376 , en ik zal u den man H7200 H8686 wijzen H834 , dien H859 gij H1245 H8764 zoekt H935 H8799 . Zo kwam hij H413 tot H2009 haar in, en ziet H5516 , Sisera H5307 H8802 lag H4191 H8801 dood H3489 , en de nagel H7541 was in den slaap zijns hoofds.
  23 H430 Alzo heeft God H1931 te dien H3117 dage H2985 Jabin H4428 , den koning H3667 van Kanaan H3665 H8686 , te ondergebracht H6440 , voor het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels.
  24 H3027 En de hand H1121 der kinderen H3478 Israels H3212 H8799 ging H1980 H8800 steeds voort H7186 , en werd hard H5921 over H2985 Jabin H4428 , den koning H3667 van Kanaan H5704 H834 , totdat H2985 zij Jabin H4428 , den koning H3667 van Kanaan H3772 H8689 , hadden uitgeroeid.