Judges 20:31-33 Toen togen de kinderen van Benjamin uit, het volk tegemoet , en werden van de stad afgetrokken ; en zij begonnen te slaan van het volk , en te doorsteken , gelijk de andere malen , op de straten , waarvan de een opgaat naar het huis Gods , en de ander naar Gibea , in het veld , omtrent dertig man van Israel.

DSV_Strongs⁽ⁱ⁾

31 H3318 H8799 Toen togen H1121 de kinderen H1144 van Benjamin H5971 uit, het volk H7125 H8800 tegemoet H4480 , [en] werden van H5892 de stad H5423 H8717 afgetrokken H2490 H8686 ; en zij begonnen H5221 H8687 te slaan H4480 van H5971 het volk H2491 , [en] te doorsteken H6471 H6471 , gelijk de andere malen H4546 , op de straten H834 , waarvan H259 de een H5927 H8802 opgaat H1004 naar het huis H430 H8677 H1008 Gods H259 , en de ander H1390 naar Gibea H7704 , in het veld H7970 , omtrent dertig H376 man H3478 van Israel.

32 H559 H8799 Toen zeiden H1121 de kinderen H1144 van Benjamin H1992 : Zij H6440 zijn voor ons aangezicht H5062 H8737 geslagen H7223 , als te voren H1121 ; maar de kinderen H3478 Israels H559 H8804 zeiden H5127 H8799 : Laat ons vlieden H4480 , en hen van H5892 de stad H5423 H8804 aftrekken H413 naar H4546 de straten.

33 H6965 H0 Toen maakten zich H3605 alle H376 mannen H3478 van Israel H6965 H8804 op H4480 uit H4725 hun plaatsen H6186 H8799 , en schikten H1193 [den] [strijd] te Baal-thamar H1518 H0 ; ook brak H3478 Israels H693 H8802 achterlage H1518 H8688 op H4480 uit H4725 haar plaats H4480 , na H4629 de ontbloting H1387 van Gibea.