DSV_Strongs(i)
1
H8123
Simson
H3212 H8799
nu ging heen
H5804
naar Gaza
H7200 H8799
; en hij zag
H8033
aldaar
H802
een vrouw
H2181 H8802
, die een hoer was
H413
; en hij ging tot
H935 H8799
haar in.
2
H5841
Toen werd den Gazieten
H559 H8800
gezegd
H8123
: Simson
H2008
is hier
H935 H8804
ingekomen
H5437 H8799
; zo gingen zij rondom
H693 H0
, en leiden
H3605
hem den ganse
H3915
nacht
H693 H8799
lagen
H8179 H5892
in de stadspoort
H2790 H0
; doch zij hielden zich
H3605
den ganse
H3915
nacht
H2790 H8691
stil
H559 H8800
, zeggende
H5704
: Tot aan
H1242 H216
het morgenlicht
H2026 H8804
, dan zullen wij hem doden.
3
H8123
Maar Simson
H7901 H8799
lag
H5704
tot
H2677 H3915
middernacht
H6965 H8799
toe; toen stond hij op
H2677 H3915
ter middernacht
H270 H8799
, en hij greep
H1817
de deuren
H8179 H5892
der stadspoort
H8147
met de beide
H4201
posten
H5265 H8799
, en nam ze weg
H5973
met
H1280
den grendelboom
H7760 H8799
, en leide
H5921
ze op
H3802
zijn schouderen
H5927 H8686
, en droeg ze opwaarts
H413
op
H7218
de hoogte
H2022
des bergs
H5921
, die in
H6440
het gezicht
H2275
van Hebron is.
4
H1961 H8799
En het geschiedde
H310 H3651
daarna
H802
, dat hij een vrouw
H157 H8799
lief kreeg
H5158
, aan de beek
H7796
Sorek
H8034
, welker naam
H1807
was Delila.
5
H5927 H0
Toen kwamen
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H413
tot
H5927 H8799
haar op
H559 H8799
, en zeiden
H6601 H8761
tot haar: Overreed
H853
hem
H7200 H8798
, en zie
H4100
, waarin
H1419
zijn grote
H3581
kracht
H4100
zij, en waarmede
H3201 H8799
wij hem zouden machtig worden
H631 H8804
, en hem binden
H6031 H8763
, om hem te plagen
H587
; zo zullen wij
H5414 H8799
u geven
H376
, een iegelijk
H505
, duizend
H3967
en honderd
H3701
zilverlingen.
6
H1807
Delila
H559 H8799
dan zeide
H413
tot
H8123
Simson
H5046 H8685
: Verklaar
H4994
mij toch
H4100
, waarin
H1419
uw grote
H3581
kracht
H4100
zij, en waarmede
H631 H8735
gij zoudt kunnen gebonden worden
H6031 H8763
, dat men u plage.
7
H8123
En Simson
H559 H8799
zeide
H413
tot
H518
haar: Indien
H631 H8799
zij mij bonden
H7651
met zeven
H3892
verse
H3499
zelen
H438
, die
H3808
niet
H2717 H8795
verdroogd zijn
H2470 H8804
, zo zou ik zwak worden
H1961 H8804
, en wezen
H259
als een ander
H120
mens.
8
H5927 H8686
Toen brachten
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H7651
tot haar op zeven
H3892
verse
H3499
zelen
H834
, die
H3808
niet
H2717 H8795
verdroogd waren
H631 H8799
; en zij bond hem daarmede.
9
H693 H8802
De achterlage
H3427 H8802
nu zat
H2315
bij haar in een kamer
H559 H8799
. Zo zeide zij
H413
tot
H6430
hem: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H5423 H8762
! Toen verbrak hij
H3499
de zelen
H834
, gelijk als
H6616
een snoertje
H5296
van grof vlas
H5423 H8735
verbroken wordt
H784
, als het vuur
H7306 H8687
riekt
H3581
. Alzo werd zijn kracht
H3808
niet
H3045 H8738
bekend.
10
H559 H8799
Toen zeide
H1807
Delila
H413
tot
H8123
Simson
H2009
: Zie
H2048 H8765
, gij hebt met mij gespot
H3577
, en leugenen
H413
tot
H1696 H8762
mij gesproken
H5046 H8685
; verklaar
H4994
mij toch
H6258
nu
H4100
, waarmede
H631 H8735
gij zoudt kunnen gebonden worden?
11
H559 H8799
En hij zeide
H413
tot
H518
haar: Indien
H631 H8799 H631 H8800
zij mij vastbonden
H2319
met nieuwe
H5688
touwen
H834
, met dewelke
H3808
geen
H4399
werk
H6213 H8738
gedaan is
H2470 H8804
, zo zou ik zwak worden
H1961 H8804
, en wezen
H259
als een ander
H120
mens.
12
H3947 H8799
Toen nam
H1807
Delila
H2319
nieuwe
H5688
touwen
H631 H8799
, en bond
H559 H8799
hem daarmede, en zeide
H413
tot
H6430
hem: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H693 H8802
! (De achterlage
H3427 H8802
nu was zittende
H2315
in een kamer
H5423 H8762
.) Toen verbrak hij
H4480 H5921
ze van
H2220
zijn armen
H2339
als een draad.
13
H1807
En Delila
H559 H8799
zeide
H413
tot
H8123
Simson
H5704
: Tot
H2008
hiertoe
H2048 H8765
hebt gij met mij gespot
H3577
, en leugenen
H413
tot
H1696 H8762
mij gesproken
H5046 H8685
; verklaar
H4100
mij [toch] [nu], waarmede
H631 H8735
gij zoudt kunnen gebonden worden
H559 H8799
. En hij zeide
H413
tot
H518
haar: Indien
H7651
gij de zeven
H4253
haarlokken
H7218
mijns hoofds
H707 H8799
vlochtet
H5973
aan
H4545
een weversboom.
14
H8628 H8799
En zij maakte ze vast
H3489
met een pin
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H6430
hem: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H3364 H8799
! Toen waakte hij op
H4480
uit
H8142
zijn slaap
H5265 H8799
, en nam weg
H3489
de pin
H708
der gevlochten
H4545
[haarlokken], en den weversboom.
15
H559 H8799
Toen zeide zij
H413
tot
H349
hem: Hoe
H559 H8799
zult gij zeggen
H157 H8804
: Ik heb u lief
H3820
, daar uw hart
H369
niet
H854
met
H2088
mij is? Gij hebt nu
H7969 H6471
driemaal
H2048 H8765
met mij gespot
H3808
, en mij niet
H5046 H8689
verklaard
H4100
, waarin
H1419
uw grote
H3581
kracht zij.
16
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H3605
zij hem alle
H3117
dagen
H1697
met haar woorden
H6693 H8689
perste
H509 H8762
, en hem moeilijk viel
H5315
, dat zijn ziel
H7114 H8799
verdrietig werd
H4191 H8800
tot stervens toe;
17
H5046 H8686
Zo verklaarde hij
H3605
haar zijn ganse
H3820
hart
H559 H8799
, en zeide
H3808
tot haar: Er is nooit
H4177
een scheermes
H5921
op
H7218
mijn hoofd
H5927 H8804
gekomen
H3588
, want
H589
ik
H5139
ben een Nazireer
H430
Gods
H4480
van
H517
mijn moeders
H990
buik
H518
af; indien
H1548 H8795
ik geschoren wierd
H3581
, zo zou mijn kracht
H4480
van
H5493 H8804
mij wijken
H2470 H8804
, en ik zou zwak worden
H1961 H8804
, en wezen
H3605
als alle
H120
de mensen.
18
H1807
Als nu Delila
H7200 H8799
zag
H3588
, dat
H3605
hij haar zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard had
H7971 H8799
, zo zond zij heen
H7121 H8799
, en riep
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H559 H8800
, zeggende
H5927 H0
: Komt
H6471
ditmaal
H5927 H8798
op
H3588
, want
H3605
hij heeft mij zijn ganse
H3820
hart
H5046 H8689
verklaard
H5633
. En de vorsten
H6430
der Filistijnen
H413
kwamen tot
H5927 H8804
haar op
H5927 H8686
, en brachten
H3701
dat geld
H3027
in hun hand.
19
H3462 H8762
Toen deed zij hem slapen
H5921
op
H1290
haar knieen
H7121 H8799
, en riep
H376
een man
H7651
en liet hem de zeven
H4253
haarlokken
H7218
zijns hoofds
H1548 H8762
afscheren
H2490 H8686
, en zij begon
H6031 H8763
hem te plagen
H3581
; en zijn kracht
H5493 H8799
week
H4480 H5921
van hem.
20
H559 H8799
En zij zeide
H6430
: De Filistijnen
H5921
over
H8123
u, Simson
H3364 H8799
! En hij ontwaakte
H4480
uit
H8142
zijn slaap
H559 H8799
, en zeide
H3318 H8799
: Ik zal ditmaal uitgaan
H6471 H6471
, als op andere malen
H5287 H8735
, en mij uitschudden
H3588
; want
H1931
hij
H3045 H8804
wist
H3808
niet
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H4480 H5921
van
H5493 H8804
hem geweken was.
21
H270 H8799
Toen grepen
H6430
hem de Filistijnen
H5365 H0
, en groeven
H5869
zijn ogen
H5365 H8762
uit
H3381 H0
; en zij voerden
H853
hem
H3381 H8686
af
H5804
naar Gaza
H631 H8799
, en bonden
H5178
hem met twee koperen ketenen
H1961 H8799
, en hij was
H2912 H8802
malende
H631 H8803 H1004
in het gevangenhuis.
22
H8181
En het haar
H7218
zijns hoofds
H2490 H8686
begon
H6779 H8763
[weder] te wassen
H834
, gelijk
H1548 H8795
toen hij geschoren werd.
23
H622 H8738
Toen verzamelden zich
H5633
de vorsten
H6430
der Filistijnen
H430
, om hun god
H1712
Dagon
H1419
een groot
H2077
offer
H2076 H8800
te offeren
H8057
, en tot vrolijkheid
H559 H8799
; en zij zeiden
H430
: Onze god
H341 H8802
heeft onze vijand
H8123
Simson
H3027
in onze hand
H5414 H8804
gegeven.
24
H853
Desgelijks als hem
H5971
het volk
H7200 H8799
zag
H1984 H8762
, loofden zij
H430
hun god
H3588
, want
H559 H8804
zij zeiden
H430
: Onze god
H3027
heeft in onze hand
H5414 H8804
gegeven
H341 H8802
onzen vijand
H776
, en die ons land
H2717 H8688
verwoestte
H834
, en die
H2491
onzer verslagenen
H7235 H8689
velen maakte!
25
H1961 H8799
En het geschiedde
H3588
, als
H3820
hun hart
H2896
vrolijk was
H559 H8799
, dat zij zeiden
H7121 H8798
: Roept
H8123
Simson
H7832 H8762
, dat hij voor ons spele
H7121 H8799
. En zij riepen
H8123
Simson
H4480
uit
H631 H8803 H1004
het gevangenhuis
H6711 H8762
; en hij speelde
H6440
voor hun aangezichten
H853
, en zij deden hem
H5975 H8686
staan
H996
tussen
H5982
de pilaren.
26
H559 H8799
Toen zeide
H8123
Simson
H413
tot
H5288
den jongen
H3027
, die hem bij de hand
H2388 H8688
hield
H853
: Laat mij
H3240 H8685
gaan
H5982
, dat ik de pilaren
H4184 H8685 H8675 H3237 H8685
betaste
H5921
, op
H834
dewelke
H1004
het huis
H3559 H8737
gevestigd is
H5921
, dat ik daaraan
H8172 H8735
leune.
27
H1004
Het huis
H4390 H8804
nu was vol
H582
mannen
H802
en vrouwen
H8033
; ook waren daar
H3605
alle
H5633
vorsten
H6430
der Filistijnen
H5921
; en op
H1406
het dak
H7969
waren omtrent drie
H505
duizend
H376
mannen
H802
en vrouwen
H7200 H8802
, die toezagen
H8123
, als Simson
H7832 H8800
speelde.
28
H7121 H8799
Toen riep
H8123
Simson
H413
tot
H3068
den HEERE
H559 H8799
, en zeide
H136
: Heere
H3069
, HEERE
H2142 H8798
! gedenk
H4994
toch
H2388 H8761
mijner, en sterk
H4994
mij toch
H389
alleenlijk
H6471 H2088
ditmaal
H430
, o God
H259
! dat ik mij met een
H5359
wrake
H4480
voor
H8147
mijn twee
H5869
ogen
H4480
aan
H6430
de Filistijnen
H5358 H8735
wreke.
29
H8123
En Simson
H3943 H8799
vatte
H8147
de twee
H8432
middelste
H5982
pilaren
H5921
, op
H834
dewelke
H1004
het huis
H3559 H8737
was gevestigd
H5921
, en waarop
H5564 H8735
het steunde
H259
, den enen
H3225
met zijn rechterhand
H259
, en den anderen
H8040
met zijn linkerhand;
30
H8123
En Simson
H559 H8799
zeide
H5315
: Mijn ziel
H4191 H8799
sterve
H5973
met
H6430
de Filistijnen
H5186 H8799
; en hij boog zich
H3581
met kracht
H1004
, en het huis
H5307 H8799
viel
H5921
op
H5633
de vorsten
H5921
, en op
H3605
al
H5971
het volk
H834
, dat
H4191 H8801
daarin was. En de doden
H834
, die
H4194
hij in zijn sterven
H4191 H8689
gedood heeft
H1961 H8799
, waren
H7227
meer
H4480
, dan
H834
die
H2416
hij in zijn leven
H4191 H8689
gedood had.
31
H3381 H0
Toen kwamen
H251
zijn broeders
H3381 H8799
af
H3605
, en het ganse
H1004
huis
H1
zijns vaders
H5375 H0
, en namen
H853
hem
H5375 H8799
op
H5927 H8799
, en brachten [hem] opwaarts
H6912 H8799
, en begroeven
H853
hem
H996
tussen
H6881
Zora
H996
en tussen
H847
Esthaol
H6913
, in het graf
H1
van zijn vader
H4495
Manoach
H1931
; hij
H3478
nu had Israel
H8199 H8804
gericht
H6242
twintig
H8141
jaren.