Judges 13

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 En de kinderen H3478 Israels H3254 H8686 voeren voort H6213 H8800 te doen H7451 , dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H5414 H8799 ; zo gaf H3068 de HEERE H3027 hen in de hand H6430 der Filistijnen H705 veertig H8141 jaren.
  2 H1961 H8799 En er was H259 een H376 man H4480 van H6881 Zora H4480 , uit H4940 het geslacht H1839 van een Daniet H8034 , wiens naam H4495 was Manoach H802 ; en zijn huisvrouw H6135 was onvruchtbaar H3205 H8804 en baarde H3808 niet.
  3 H4397 En een Engel H3068 des HEEREN H7200 H8735 verscheen H413 aan H802 deze vrouw H559 H8799 , en Hij zeide H413 tot H2009 haar: Zie H4994 nu H859 , gij H6135 zijt onvruchtbaar H3808 , en hebt niet H3205 H8804 gebaard H2029 H8804 ; maar gij zult zwanger worden H1121 , en een zoon H3205 H8804 baren.
  4 H8104 H8734 Zo wacht u H4994 toch H6258 nu H8354 H8799 , en drink H408 geen H3196 wijn H7941 noch sterken drank H398 H8799 , en eet H408 H3605 niets H2931 onreins.
  5 H3588 want H2009 zie H2030 , gij zult zwanger worden H1121 , en een zoon H3205 H8802 baren H5921 , op H7218 wiens hoofd H3808 geen H4177 scheermes H5927 H8799 zal komen H3588 ; want H5288 dat knechtje H5139 zal een Nazireer H430 Gods H1961 H8799 zijn H4480 , van H990 [moeders] buik H1931 af; en hij H2490 H8686 zal beginnen H3478 Israel H3467 H8687 te verlossen H4480 uit H6430 der Filistijnen H3027 hand.
  6 H935 H8799 Toen kwam H802 deze vrouw H559 H8799 in, en sprak H376 tot haar man H559 H8800 , zeggende H935 H8804 : Er kwam H376 een Man H430 Gods H413 tot H4758 mij, Wiens aangezicht H4758 was als het aangezicht H4397 van een Engel H430 Gods H3966 , zeer H3372 H8737 vreselijk H7592 H8804 ; en ik vraagde H3808 Hem niet H4480 , van H335 H2088 waar H1931 Hij H8034 was, en Zijn naam H3808 gaf Hij mij niet H5046 H8689 te kennen.
  7 H559 H8799 Maar Hij zeide H2009 tot mij: Zie H2030 , gij zult zwanger worden H1121 , en een zoon H3205 H8802 baren H8354 H8799 ; zo drink H6258 nu H408 geen H3196 wijn H7941 noch sterken drank H398 H8799 , en eet H408 H3605 niets H2932 onreins H3588 ; want H5288 dat knechtje H5139 zal een Nazireer H430 Gods H1961 H8799 zijn H4480 , van H990 [moeders] buik H5704 af tot op H3117 den dag H4194 zijns doods.
  8 H6279 H0 Toen aanbad H4495 Manoach H413 den H3068 HEERE H6279 H8799 vuriglijk H559 H8799 , en zeide H994 : Och H136 , HEERE H4994 ! dat toch H376 de Man H430 Gods H834 , Dien H7971 H8804 Gij gezonden hebt H5750 , weder H413 tot H935 H8799 ons kome H3384 H8686 , en ons lere H4100 , wat H5288 we dat knechtje H6213 H8799 doen zullen H3205 H8795 , dat geboren zal worden.
  9 H430 En God H8085 H8799 verhoorde H6963 de stem H4495 van Manoach H4397 ; en de Engel H430 Gods H935 H8799 kwam H5750 wederom H413 tot H802 de vrouw H1931 . Zij H3427 H8802 nu zat H7704 in het veld H376 , doch haar man H4495 Manoach H369 was niet H5973 bij haar.
  10 H4116 H8762 Zo haastte H802 de vrouw H7323 H8799 , en liep H376 , en gaf het haar man H5046 H8686 te kennen H559 H8799 ; en zij zeide H413 tot H2009 hem: Zie H376 , die Man H413 is mij H7200 H8738 verschenen H834 , Welke H3117 op dien dag H413 tot H935 H8804 mij kwam.
  11 H6965 H0 Toen stond H4495 Manoach H6965 H8799 op H3212 H8799 , en ging H802 zijn huisvrouw H310 na H935 H8799 ; en hij kwam H413 tot H376 dien Man H559 H8799 , en zeide H859 tot Hem: Zijt gij H376 die Man H834 , Dewelke H413 tot H802 deze vrouw H1696 H8765 gesproken hebt H559 H8799 ? En Hij zeide H589 : Ik ben het.
  12 H559 H8799 Toen zeide H4495 Manoach H6258 : Nu H1697 , dat Uw woorden H935 H8799 komen H4100 ; [maar] wat H5288 zal des knechtjes H4941 wijze H4639 en zijn werk H1961 H8799 zijn?
  13 H4397 En de Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 zeide H413 tot H4495 Manoach H4480 : Van H3605 alles H834 , wat H413 Ik tot H802 de vrouw H559 H8804 gezegd heb H8104 H8735 , zal zij zich wachten.
  14 H3808 Zij zal niet H398 H8799 eten H4480 van H3605 iets H834 , dat H4480 van H1612 den wijnstok H3318 H8799 des wijns voortkomt H3196 ; en wijn H7941 en sterken drank H3808 zal zij niet H8354 H8799 drinken H408 , noch H3605 iets H2932 onreins H398 H8799 eten H3605 ; al H834 wat H6680 H8765 Ik haar geboden heb H8104 H8799 , zal zij onderhouden.
  15 H559 H8799 Toen zeide H4495 Manoach H413 tot H4397 den Engel H3068 des HEEREN H853 : Laat ons U H4994 toch H6113 H8799 ophouden H1423 H5795 , en een geitenbokje H6440 voor Uw aangezicht H6213 H8799 bereiden.
  16 H4397 Maar de Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 zeide H413 tot H4495 Manoach H518 : Indien H6113 H8799 gij Mij zult ophouden H3899 , Ik zal van uw brood H3808 niet H398 H8799 eten H518 ; en indien H5930 gij een brandoffer H6213 H8799 zult doen H3068 , dat zult gij den HEERE H5927 H8686 offeren H3588 . Want H4495 Manoach H3045 H8804 wist H3808 niet H3588 , dat H1931 het H4397 een Engel H3068 des HEEREN was.
  17 H4495 En Manoach H559 H8799 zeide H413 tot H4397 den Engel H3068 des HEEREN H4310 : Wat H8034 is Uw naam H3513 H8765 , opdat wij U vereren H3588 , wanneer H1697 Uw woord H935 H8799 zal komen.
  18 H4397 En de Engel H3068 des HEEREN H559 H8799 zeide H4100 H2088 tot hem: Waarom H7592 H8799 vraagt gij H8034 dus naar Mijn naam H1931 ? Die H6383 H8675 H6383 is toch Wonderlijk.
  19 H3947 H8799 Toen nam H4495 Manoach H1423 H5795 een geitenbokje H4503 , en het spijsoffer H5927 H8799 , en offerde H5921 het op H6697 den rotssteen H3068 , den HEERE H6213 H8800 . En Hij handelde H6381 H8688 wonderlijk H4495 in [Zijn] doen; en Manoach H802 en zijn huisvrouw H7200 H8802 zagen toe.
  20 H1961 H8799 En het geschiedde H3851 , als de vlam H4480 H5921 van H4196 het altaar H5927 H8800 opvoer H8064 naar den hemel H5927 H0 , zo voer H4397 de Engel H3068 des HEEREN H5927 H8799 op H3851 in de vlam H4196 des altaars H4495 . Als Manoach H802 en zijn huisvrouw H7200 H8802 [dat] zagen H5307 H8799 , zo vielen zij H5921 op H6440 hun aangezichten H776 ter aarde.
  21 H4397 En de Engel H3068 des HEEREN H7200 H8736 verscheen H3808 H5750 niet H3254 H8804 meer H413 aan H4495 Manoach H413 , en aan H802 zijn huisvrouw H227 . Toen H3045 H8804 bekende H4495 Manoach H3588 , dat H1931 het H4397 een Engel H3068 des HEEREN was.
  22 H4495 En Manoach H559 H8799 zeide H413 tot H802 zijn huisvrouw H4191 H8800 : Wij zullen zekerlijk H4191 H8799 sterven H3588 , omdat H430 wij God H7200 H8804 gezien hebben.
  23 H802 Maar zijn huisvrouw H559 H8799 zeide H3863 tot hem: Zo H3068 de HEERE H2654 H8804 lust had H4191 H8687 ons te doden H5930 , Hij had het brandoffer H4503 en spijsoffer H4480 van H3027 onze hand H3808 niet H3947 H8804 aangenomen H3808 , noch H428 ons dit H3605 alles H7200 H8689 getoond H3808 , noch H6256 ons om dezen tijd H8085 H8689 laten horen H2063 , [zulks] als dit is.
  24 H3205 H8799 Daarna baarde H802 deze vrouw H1121 een zoon H7121 H8799 , en zij noemde H8034 zijn naam H8123 Simson H5288 ; en dat knechtje H1431 H8799 werd groot H3068 , en de HEERE H1288 H8762 zegende het.
  25 H7307 En de Geest H3068 des HEEREN H2490 H8686 begon H6470 H8800 hem bij wijlen te drijven H4264 in het leger H1835 van Dan H996 , tussen H6881 Zora H996 en tussen H847 Esthaol.