Joshua 9

DSV_Strongs(i)
  1 H1961 H8799 En het geschiedde H8085 H8800 , toen [dit] hoorden H3605 al H4428 de koningen H834 , die H5676 aan deze zijde H3383 van de Jordaan H2022 waren, op het gebergte H8219 , en in de laagte H3605 , en aan alle H2348 havens H1419 der grote H3220 zee H413 H4136 , tegenover H3844 den Libanon H2850 : de Hethieten H567 , en de Amorieten H3669 , de Kanaanieten H6522 , de Ferezieten H2340 , de Hevieten H2983 , en de Jebusieten;
  2 H6908 H8691 Zo vergaderden zij zich H3162 samen H5973 , om tegen H3091 Jozua H5973 en tegen H3478 Israel H3898 H8736 te krijgen H259 H6310 , eenmoediglijk.
  3 H3427 H8802 Als de inwoners H1391 te Gibeon H8085 H8804 hoorden H834 , wat H3091 Jozua H3405 met Jericho H5857 en met Ai H6213 H8804 gedaan had,
  4 H6213 H8799 Zo handelden H1992 zij H1571 ook H6195 arglistiglijk H3212 H8799 , en gingen heen H6737 H8691 , en veinsden zich gezanten te zijn H3947 H8799 , en zij namen H1087 oude H8242 zakken H2543 op hun ezels H1087 , en oude H1234 H8794 en gescheurde H6887 H8794 , en samengebonden H3196 H4997 lederen wijnzakken;
  5 H1087 Ook oude H2921 H8794 en bevlekte H5275 schoenen H7272 aan hun voeten H5921 H0 , en zij hadden H1087 oude H8008 klederen H5921 aan H3605 , en al H3899 het brood H6718 , dat zij op hun reize H1961 H8804 hadden, was H3001 H8804 droog H5350 [en] beschimmeld.
  6 H3212 H8799 En zij gingen H413 tot H3091 Jozua H413 in H4264 het leger H1537 te Gilgal H559 H8799 , en zij zeiden H413 tot H413 hem en tot H376 de mannen H3478 van Israel H935 H8804 : Wij zijn gekomen H4480 uit H7350 een ver H776 land H3772 H8798 , zo maakt H6258 nu H1285 een verbond met ons.
  7 H559 H8799 Toen zeiden H376 de mannen H3478 van Israel H413 tot H2340 de Hevieten H194 : Misschien H3427 H8802 woont H859 gijlieden H7130 in het midden H349 van ons, hoe H1285 zullen wij dan een verbond H3772 H8799 met u maken?
  8 H559 H8799 Zij dan zeiden H413 tot H3091 Jozua H587 : Wij H5650 zijn uw knechten H559 H8799 . Toen zeide H3091 Jozua H413 tot H4310 hen: Wie H859 zijt gijlieden H4480 , en van H370 waar H935 H8799 komt gij?
  9 H559 H8799 Zij nu zeiden H413 tot H5650 hem: Uw knechten H4480 zijn uit H3966 een zeer H7350 ver H776 land H935 H8804 gekomen H8034 , om den Naam H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3588 ; want H8089 wij hebben Zijn gerucht H8085 H8804 gehoord H3605 , en alles H834 wat H4714 Hij in Egypte H6213 H8804 gedaan heeft;
  10 H3605 En alles H834 wat H6213 H8804 Hij gedaan heeft H8147 aan de twee H4428 koningen H567 der Amorieten H834 die H5676 aan gene zijde H3383 van de Jordaan H5511 waren, Sihon H4428 , den koning H2809 van Hesbon H5747 , en Og H4428 , den koning H1316 van Bazan H834 , die H6252 te Astharoth [woonde].
  11 H559 H8799 Daarom spraken H413 tot H2205 ons onze oudsten H3605 , en al H3427 H8802 de inwoners H776 onzes lands H559 H8800 , zeggende H3947 H8798 : Neemt H6720 reiskost H3027 met u in uw handen H1870 op de reize H3212 H8798 , en gaat H7125 H8800 hun tegemoet H559 H8804 , en zegt H413 tot H587 hen: Wij H5650 zijn ulieder knechten H3772 H8798 , zo maakt H6258 nu H1285 een verbond met ons.
  12 H2088 Dit H3899 ons brood H2525 hebben wij warm H6679 H0 tot onzen teerkost H4480 uit H1004 onze huizen H6679 H8694 genomen H3117 , ten dage H3318 H8800 , toen wij uittogen H413 om tot H3212 H8800 ulieden te reizen H2009 ; maar ziet H6258 , nu H3001 H8804 is het droog H1961 H8804 , en het is H5350 beschimmeld;
  13 H428 En deze H4997 H3196 lederen wijnzakken H834 , die H4390 H8765 wij gevuld hebben H2319 , waren nieuw H2009 , maar ziet H1234 H8694 , zij zijn gescheurd H428 ; en deze H8008 onze klederen H5275 , en onze schoenen H1086 H8804 zijn oud geworden H4480 , vanwege H3966 deze zeer H7230 lange H1870 reis.
  14 H3947 H8799 Toen namen H582 de mannen H4480 van H6718 hun reiskost H7592 H8804 ; en zij vraagden H6310 het den mond H3068 des HEEREN H3808 niet.
  15 H3091 En Jozua H6213 H8799 maakte H7965 vrede H3772 H8799 met hen, en hij maakte H1285 een verbond H1961 H8800 H2421 H8763 met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude H5387 ; en de oversten H5712 der vergadering H7650 H8735 zwoeren hun.
  16 H1961 H8799 En het geschiedde H4480 ten H7097 einde H7969 van drie H3117 dagen H310 H834 , nadat H1285 zij het verbond H3772 H8804 met hen gemaakt hadden H8085 H8799 , zo hoorden zij H3588 , dat H1992 zij H413 hun H7138 naburen H1992 waren, en dat zij H7130 in het midden H3427 H8802 van hen waren wonende.
  17 H1121 Want toen de kinderen H3478 Israels H5265 H8799 voorttogen H935 H8799 , zo kwamen zij H7992 ten derden H3117 dage H413 aan H5892 hun steden H5892 ; hun steden H1391 nu waren Gibeon H3716 , en Chefira H881 , en Beeroth H7157 , en Kirjath-jearim.
  18 H1121 En de kinderen H3478 Israels H5221 H8689 sloegen H3808 ze niet H3588 , omdat H5387 de oversten H5712 der vergadering H7650 H8738 hun gezworen hadden H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H3885 H8735 ; daarom murmureerde H3605 de ganse H5712 vergadering H5921 tegen H5387 de oversten.
  19 H559 H8799 Toen zeiden H3605 al H5387 de oversten H413 tot H3605 de ganse H5712 vergadering H587 : Wij H7650 H8738 hebben hun gezworen H3068 bij den HEERE H430 , den God H3478 Israels H6258 ; daarom H3201 H8799 kunnen H3808 wij hen niet H5060 H8800 aantasten.
  20 H2063 Dit H6213 H8799 zullen wij hun doen H853 , dat wij hen H2421 H8687 bij het leven behouden H3808 , opdat geen H7110 grote toorn H5921 over H1961 H8799 ons zij H5921 , om H7621 des eeds H834 wil, dien H7650 H8738 wij hun gezworen hebben.
  21 H559 H8799 Verder zeiden H5387 de oversten H413 tot H2421 H8799 hen: Laat hen leven H2404 H8802 H6086 , en laat ze houthouwers H7579 H8802 H4325 en waterputters H1961 H8799 zijn H3605 der ganse H5712 vergadering H834 , gelijk H5387 de oversten H1696 H8765 tot hen gezegd hebben.
  22 H3091 En Jozua H7121 H8799 riep H1696 H8762 hen, en sprak H413 tot H559 H8800 hen, zeggende H4100 : Waarom H853 hebt gijlieden ons H7411 H8765 bedrogen H559 H8800 , zeggende H587 : Wij H3966 zijn zeer H7350 verre H4480 van H859 ulieden gezeten, daar gij H7130 in het midden H3427 H8802 van ons zijt wonende?
  23 H6258 Nu dan H779 H8803 , vervloekt zijt H859 gijlieden H4480 ! en onder H3808 ulieden zullen niet H3772 H8735 afgesneden worden H5650 knechten H2404 H8802 H6086 , noch houthouwers H7579 H8802 H4325 , noch waterputters H1004 ten huize H430 mijns Gods.
  24 H6030 H8799 Zij dan antwoordden H3091 Jozua H559 H8799 , en zeiden H3588 : Dewijl H5650 het aan uw knechten H5046 H8715 zekerlijk H5046 H8717 was te kennen gegeven H834 , dat H3068 de HEERE H430 , uw God H5650 , Zijn knecht H4872 Mozes H6680 H8765 geboden heeft H3605 , dat Hij ulieden al H776 dit land H5414 H8800 geven H3605 , en al H3427 H8802 de inwoners H776 des lands H4480 voor H6440 ulieder aangezicht H8045 H8687 verdelgen zoude H3372 H8799 , zo vreesden wij H5315 onzes levens H3966 zeer H4480 voor H6440 ulieder aangezichten H2088 ; daarom hebben wij deze H1697 zaak H6213 H8799 gedaan.
  25 H6258 En nu H2009 , zie H3027 , wij zijn in uw hand H6213 H8798 ; doe H2896 , gelijk het goed H3477 en gelijk het recht H5869 is in uw ogen H6213 H8800 ons te doen.
  26 H6213 H8799 Zo deed hij H3651 hun alzo H5337 H8686 , en hij verloste H853 hen H4480 van H3027 de hand H1121 der kinderen H3478 Israels H3808 , dat zij hen niet H2026 H8804 doodsloegen.
  27 H5414 H8799 Alzo gaf H3091 Jozua H1931 hen over ten zelven H3117 dage H2404 H8802 H6086 tot houthouwers H7579 H8802 H4325 en waterputters H5712 der vergadering H4196 , en dat tot het altaar H3068 des HEEREN H5704 , tot H2088 dezen H3117 dag H413 toe, aan H4725 de plaats H834 , die H977 H8799 Hij verkiezen zoude.