DSV_Strongs(i)
1
H1961 H8799
En het geschiedde
H8085 H8800
, toen [dit] hoorden
H3605
al
H4428
de koningen
H834
, die
H5676
aan deze zijde
H3383
van de Jordaan
H2022
waren, op het gebergte
H8219
, en in de laagte
H3605
, en aan alle
H2348
havens
H1419
der grote
H3220
zee
H413 H4136
, tegenover
H3844
den Libanon
H2850
: de Hethieten
H567
, en de Amorieten
H3669
, de Kanaanieten
H6522
, de Ferezieten
H2340
, de Hevieten
H2983
, en de Jebusieten;
2
H6908 H8691
Zo vergaderden zij zich
H3162
samen
H5973
, om tegen
H3091
Jozua
H5973
en tegen
H3478
Israel
H3898 H8736
te krijgen
H259 H6310
, eenmoediglijk.
3
H3427 H8802
Als de inwoners
H1391
te Gibeon
H8085 H8804
hoorden
H834
, wat
H3091
Jozua
H3405
met Jericho
H5857
en met Ai
H6213 H8804
gedaan had,
4
H6213 H8799
Zo handelden
H1992
zij
H1571
ook
H6195
arglistiglijk
H3212 H8799
, en gingen heen
H6737 H8691
, en veinsden zich gezanten te zijn
H3947 H8799
, en zij namen
H1087
oude
H8242
zakken
H2543
op hun ezels
H1087
, en oude
H1234 H8794
en gescheurde
H6887 H8794
, en samengebonden
H3196 H4997
lederen wijnzakken;
5
H1087
Ook oude
H2921 H8794
en bevlekte
H5275
schoenen
H7272
aan hun voeten
H5921 H0
, en zij hadden
H1087
oude
H8008
klederen
H5921
aan
H3605
, en al
H3899
het brood
H6718
, dat zij op hun reize
H1961 H8804
hadden, was
H3001 H8804
droog
H5350
[en] beschimmeld.
6
H3212 H8799
En zij gingen
H413
tot
H3091
Jozua
H413
in
H4264
het leger
H1537
te Gilgal
H559 H8799
, en zij zeiden
H413
tot
H413
hem en tot
H376
de mannen
H3478
van Israel
H935 H8804
: Wij zijn gekomen
H4480
uit
H7350
een ver
H776
land
H3772 H8798
, zo maakt
H6258
nu
H1285
een verbond met ons.
7
H559 H8799
Toen zeiden
H376
de mannen
H3478
van Israel
H413
tot
H2340
de Hevieten
H194
: Misschien
H3427 H8802
woont
H859
gijlieden
H7130
in het midden
H349
van ons, hoe
H1285
zullen wij dan een verbond
H3772 H8799
met u maken?
8
H559 H8799
Zij dan zeiden
H413
tot
H3091
Jozua
H587
: Wij
H5650
zijn uw knechten
H559 H8799
. Toen zeide
H3091
Jozua
H413
tot
H4310
hen: Wie
H859
zijt gijlieden
H4480
, en van
H370
waar
H935 H8799
komt gij?
9
H559 H8799
Zij nu zeiden
H413
tot
H5650
hem: Uw knechten
H4480
zijn uit
H3966
een zeer
H7350
ver
H776
land
H935 H8804
gekomen
H8034
, om den Naam
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H3588
; want
H8089
wij hebben Zijn gerucht
H8085 H8804
gehoord
H3605
, en alles
H834
wat
H4714
Hij in Egypte
H6213 H8804
gedaan heeft;
10
H3605
En alles
H834
wat
H6213 H8804
Hij gedaan heeft
H8147
aan de twee
H4428
koningen
H567
der Amorieten
H834
die
H5676
aan gene zijde
H3383
van de Jordaan
H5511
waren, Sihon
H4428
, den koning
H2809
van Hesbon
H5747
, en Og
H4428
, den koning
H1316
van Bazan
H834
, die
H6252
te Astharoth [woonde].
11
H559 H8799
Daarom spraken
H413
tot
H2205
ons onze oudsten
H3605
, en al
H3427 H8802
de inwoners
H776
onzes lands
H559 H8800
, zeggende
H3947 H8798
: Neemt
H6720
reiskost
H3027
met u in uw handen
H1870
op de reize
H3212 H8798
, en gaat
H7125 H8800
hun tegemoet
H559 H8804
, en zegt
H413
tot
H587
hen: Wij
H5650
zijn ulieder knechten
H3772 H8798
, zo maakt
H6258
nu
H1285
een verbond met ons.
12
H2088
Dit
H3899
ons brood
H2525
hebben wij warm
H6679 H0
tot onzen teerkost
H4480
uit
H1004
onze huizen
H6679 H8694
genomen
H3117
, ten dage
H3318 H8800
, toen wij uittogen
H413
om tot
H3212 H8800
ulieden te reizen
H2009
; maar ziet
H6258
, nu
H3001 H8804
is het droog
H1961 H8804
, en het is
H5350
beschimmeld;
13
H428
En deze
H4997 H3196
lederen wijnzakken
H834
, die
H4390 H8765
wij gevuld hebben
H2319
, waren nieuw
H2009
, maar ziet
H1234 H8694
, zij zijn gescheurd
H428
; en deze
H8008
onze klederen
H5275
, en onze schoenen
H1086 H8804
zijn oud geworden
H4480
, vanwege
H3966
deze zeer
H7230
lange
H1870
reis.
14
H3947 H8799
Toen namen
H582
de mannen
H4480
van
H6718
hun reiskost
H7592 H8804
; en zij vraagden
H6310
het den mond
H3068
des HEEREN
H3808
niet.
15
H3091
En Jozua
H6213 H8799
maakte
H7965
vrede
H3772 H8799
met hen, en hij maakte
H1285
een verbond
H1961 H8800 H2421 H8763
met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude
H5387
; en de oversten
H5712
der vergadering
H7650 H8735
zwoeren hun.
16
H1961 H8799
En het geschiedde
H4480
ten
H7097
einde
H7969
van drie
H3117
dagen
H310 H834
, nadat
H1285
zij het verbond
H3772 H8804
met hen gemaakt hadden
H8085 H8799
, zo hoorden zij
H3588
, dat
H1992
zij
H413
hun
H7138
naburen
H1992
waren, en dat zij
H7130
in het midden
H3427 H8802
van hen waren wonende.
17
H1121
Want toen de kinderen
H3478
Israels
H5265 H8799
voorttogen
H935 H8799
, zo kwamen zij
H7992
ten derden
H3117
dage
H413
aan
H5892
hun steden
H5892
; hun steden
H1391
nu waren Gibeon
H3716
, en Chefira
H881
, en Beeroth
H7157
, en Kirjath-jearim.
18
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H5221 H8689
sloegen
H3808
ze niet
H3588
, omdat
H5387
de oversten
H5712
der vergadering
H7650 H8738
hun gezworen hadden
H3068
bij den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H3885 H8735
; daarom murmureerde
H3605
de ganse
H5712
vergadering
H5921
tegen
H5387
de oversten.
19
H559 H8799
Toen zeiden
H3605
al
H5387
de oversten
H413
tot
H3605
de ganse
H5712
vergadering
H587
: Wij
H7650 H8738
hebben hun gezworen
H3068
bij den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H6258
; daarom
H3201 H8799
kunnen
H3808
wij hen niet
H5060 H8800
aantasten.
20
H2063
Dit
H6213 H8799
zullen wij hun doen
H853
, dat wij hen
H2421 H8687
bij het leven behouden
H3808
, opdat geen
H7110
grote toorn
H5921
over
H1961 H8799
ons zij
H5921
, om
H7621
des eeds
H834
wil, dien
H7650 H8738
wij hun gezworen hebben.
21
H559 H8799
Verder zeiden
H5387
de oversten
H413
tot
H2421 H8799
hen: Laat hen leven
H2404 H8802 H6086
, en laat ze houthouwers
H7579 H8802 H4325
en waterputters
H1961 H8799
zijn
H3605
der ganse
H5712
vergadering
H834
, gelijk
H5387
de oversten
H1696 H8765
tot hen gezegd hebben.
22
H3091
En Jozua
H7121 H8799
riep
H1696 H8762
hen, en sprak
H413
tot
H559 H8800
hen, zeggende
H4100
: Waarom
H853
hebt gijlieden ons
H7411 H8765
bedrogen
H559 H8800
, zeggende
H587
: Wij
H3966
zijn zeer
H7350
verre
H4480
van
H859
ulieden gezeten, daar gij
H7130
in het midden
H3427 H8802
van ons zijt wonende?
23
H6258
Nu dan
H779 H8803
, vervloekt zijt
H859
gijlieden
H4480
! en onder
H3808
ulieden zullen niet
H3772 H8735
afgesneden worden
H5650
knechten
H2404 H8802 H6086
, noch houthouwers
H7579 H8802 H4325
, noch waterputters
H1004
ten huize
H430
mijns Gods.
24
H6030 H8799
Zij dan antwoordden
H3091
Jozua
H559 H8799
, en zeiden
H3588
: Dewijl
H5650
het aan uw knechten
H5046 H8715
zekerlijk
H5046 H8717
was te kennen gegeven
H834
, dat
H3068
de HEERE
H430
, uw God
H5650
, Zijn knecht
H4872
Mozes
H6680 H8765
geboden heeft
H3605
, dat Hij ulieden al
H776
dit land
H5414 H8800
geven
H3605
, en al
H3427 H8802
de inwoners
H776
des lands
H4480
voor
H6440
ulieder aangezicht
H8045 H8687
verdelgen zoude
H3372 H8799
, zo vreesden wij
H5315
onzes levens
H3966
zeer
H4480
voor
H6440
ulieder aangezichten
H2088
; daarom hebben wij deze
H1697
zaak
H6213 H8799
gedaan.
25
H6258
En nu
H2009
, zie
H3027
, wij zijn in uw hand
H6213 H8798
; doe
H2896
, gelijk het goed
H3477
en gelijk het recht
H5869
is in uw ogen
H6213 H8800
ons te doen.
26
H6213 H8799
Zo deed hij
H3651
hun alzo
H5337 H8686
, en hij verloste
H853
hen
H4480
van
H3027
de hand
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3808
, dat zij hen niet
H2026 H8804
doodsloegen.
27
H5414 H8799
Alzo gaf
H3091
Jozua
H1931
hen over ten zelven
H3117
dage
H2404 H8802 H6086
tot houthouwers
H7579 H8802 H4325
en waterputters
H5712
der vergadering
H4196
, en dat tot het altaar
H3068
des HEEREN
H5704
, tot
H2088
dezen
H3117
dag
H413
toe, aan
H4725
de plaats
H834
, die
H977 H8799
Hij verkiezen zoude.