Joshua 2:9-11

DSV_Strongs(i)
  9 H559 H8799 En zij sprak H413 tot H582 die mannen H3045 H8804 : Ik weet H3588 , dat H3068 de HEERE H776 u dit land H5414 H8804 gegeven heeft H3588 , en dat H367 ulieder verschrikking H5921 op H5307 H8804 ons gevallen is H3588 , en dat H3605 al H3427 H8802 de inwoners H776 dezes lands H4480 voor H6440 ulieder aangezicht H4127 H8738 gesmolten zijn.
  10 H3588 Want H8085 H8804 wij hebben gehoord H834 , dat H3068 de HEERE H4325 de wateren H5488 H3220 der Schelfzee H3001 H8689 uitgedroogd heeft H4480 voor H6440 ulieder aangezicht H4480 , toen gij uit H4714 Egypte H3318 H8800 gingt H834 ; en wat H8147 gijlieden aan de twee H4428 koningen H567 der Amorieten H5511 , Sihon H5747 en Og H6213 H8804 , gedaan hebt H834 , die H5676 op gene zijde H3383 van de Jordaan H834 waren, dewelke H2763 H8689 gijlieden verbannen hebt.
  11 H8085 H8799 Als wij het hoorden H4549 H8735 , zo versmolt H3824 ons hart H6965 H8804 , en er bestaat H3808 geen H7307 moed H5750 meer H376 in iemand H4480 , vanwege H6440 ulieder tegenwoordigheid H3588 ; want H3068 de HEERE H430 , ulieder God H1931 , is H430 een God H4480 H4605 boven H8064 in den hemel H4480 H8478 , en beneden H5921 op H776 de aarde.