DSV_Strongs(i)
30
H3068
En de HEERE
H5414 H8799
gaf
H853
dezelve
H1571
ook
H3027
in de hand
H3478
van Israel
H4428
, met haar koning
H5221 H8686
; en hij sloeg
H6310
haar met de scherpte
H2719
des zwaards
H3605
, en alle
H5315
ziel
H834
, die
H3808
daarin was; hij liet daarin geen
H8300
overigen
H7604 H8689
overblijven
H6213 H8799
; en hij deed
H4428
derzelver koning
H834
, gelijk als
H4428
hij den koning
H3405
van Jericho
H6213 H8804
gedaan had.
31
H5674 H0
Toen toog
H3091
Jozua
H5674 H8799
voort
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H4480
hem, van
H3841
Libna
H3923
naar Lachis
H2583 H8799
; en hij belegerde
H5921
haar
H3898 H8735
en krijgde tegen haar.
32
H3068
En de HEERE
H5414 H8799
gaf
H3923
Lachis
H3027
in de hand
H3478
van Israel
H3920 H8799
; en hij nam
H8145
haar in op den tweeden
H3117
dag
H5221 H8686
, en hij sloeg
H6310
haar met de scherpte
H2719
des zwaards
H3605
, en alle
H5315
ziel
H834
, die
H3605
daarin was, naar alles
H834
, wat
H3841
hij Libna
H6213 H8804
gedaan had.
33
H227
Toen
H5927 H0
trok
H2036
Horam
H4428
, de koning
H1507
van Gezer
H5927 H8804
, op
H3923
, om Lachis
H5826 H8800
te helpen
H3091
; maar Jozua
H5221 H8686
sloeg
H5971
hem en zijn volk
H5704
, totdat
H1115
hij hem geen
H8300
overigen
H7604 H8689
overliet.
34
H3091
En Jozua
H5674 H8799
trok voort
H4480
van
H3923
Lachis
H5700
naar Eglon
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H2583 H8799
hem; en zij belegerden
H5921
haar
H3898 H8735
en krijgden
H5921
tegen haar.
35
H3920 H8799
En zij namen haar in
H1931
ten zelven
H3117
dage
H5221 H8686
, en sloegen
H6310
haar met de scherpte
H2719
des zwaards
H3605
, en alle
H5315
ziel
H834
, die
H2763 H8689
daarin was, verbande hij
H1931
op denzelven
H3117
dag
H3605
, naar alles
H834
, wat
H3923
hij aan Lachis
H6213 H8804
gedaan had.
36
H5927 H0
Daarna toog
H3091
Jozua
H5927 H8799
op
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H4480
hem; van
H5700
Eglon
H2275
naar Hebron
H3898 H8735
, en zij krijgden
H5921
tegen haar.
37
H3920 H8799
En zij namen haar in
H5221 H8686
, en sloegen
H6310
haar met de scherpte
H2719
des zwaards
H4428
, zo haar koning
H3605
als al
H5892
haar steden
H3605
, en alle
H5315
ziel
H834
, die
H8300 H3808
daarin was; hij liet niemand
H7604 H8689
in het leven overblijven
H3605
, naar alles
H834
, wat
H5700
hij Eglon
H6213 H8804
gedaan had
H2763 H8686
; en hij verbande
H853
haar
H3605
, en alle
H5315
ziel
H834
, die daarin was.
38
H7725 H8799
Toen keerde
H3091
Jozua
H3605
, en gans
H3478
Israel
H5973
met
H1688
hem, naar Debir
H3898 H8735
, en hij krijgde
H5921
tegen haar.
39
H3920 H8799
En hij nam haar in
H4428
, met haar koning
H3605
, en al
H5892
haar steden
H5221 H8686
, en zij sloegen
H6310
haar met de scherpte
H2719
des zwaards
H2763 H8686
, en verbanden
H3605
alle
H5315
ziel
H834
, die
H3808
daarin was; hij liet geen
H8300
overigen
H7604 H8689
overblijven
H834
; gelijk als
H2275
hij aan Hebron
H6213 H8804
gedaan had
H3651
, alzo
H6213 H8804
deed hij
H1688
aan Debir
H4428
en haar koning
H834
, en gelijk als
H3841
hij aan Libna
H4428
en haar koning
H6213 H8804
gedaan had;
40
H5221 H8686
Alzo sloeg
H3091
Jozua
H3605
het ganse
H776
land
H2022
, het gebergte
H5045
, en het zuiden
H8219
, en de laagte
H794
, en de aflopingen der wateren
H3605
, en al
H4428
hun koningen
H3808
; hij liet geen
H8300
overigen
H7604 H8689
overblijven
H2763 H8689
; ja, hij verbande
H3605
alles
H5397
, wat adem
H834
had, gelijk als
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H6680 H8765
, geboden had.