Jonah 2:5-10

DSV_Strongs(i)
  5 H4325 De wateren H661 H8804 hadden mij omgeven H5704 tot H5315 de ziel H8415 toe, de afgrond H5437 H8779 omving H5488 mij; het wier H7218 was aan mijn hoofd H2280 H8803 gebonden.
  6 H3381 H8804 Ik was nedergedaald H7095 tot de gronden H2022 der bergen H1280 ; de grendelen H776 der aarde H1157 waren om H5769 mij henen in eeuwigheid H2416 ; maar Gij hebt mijn leven H7845 uit het verderf H5927 H8686 opgevoerd H3068 , o HEERE H430 , mijn God!
  7 H5315 Als mijn ziel H5921 in H5848 H8692 mij overstelpt was H2142 H8804 , dacht ik H3068 aan den HEERE H8605 , en mijn gebed H935 H8799 kwam H413 tot H413 U, in H1964 den tempel H6944 Uwer heiligheid.
  8 H7723 Die de valse H1892 ijdelheden H8104 H8764 onderhouden H5800 H8799 , verlaten H2617 hunlieder weldadigheid.
  9 H589 Maar ik H2076 H8799 zal U offeren H6963 met de stem H8426 der dankzegging H834 ; wat H5087 H8804 ik beloofd heb H7999 H8762 , zal ik betalen H3444 . Het heil H3068 is des HEEREN.
  10 H3068 De HEERE H559 H8799 nu sprak H1709 tot den vis H6958 H0 ; en hij spuwde H3124 Jona H6958 H8686 uit H413 op H3004 het droge.