DSV_Strongs(i)
1
H1697
Het woord
H3068
des HEEREN
H834
, dat
H1961 H8804
geschied is
H413
tot
H3100
Joel
H1121
, den zoon
H6602
van Pethuel:
2
H8085 H8798
Hoort
H2063
dit
H2205
, gij oudsten
H238 H8685
! en neemt ter oren
H3605
, alle
H3427 H8802
inwoners
H776
des lands
H2063
! Is dit
H1961 H8804
geschied
H3117
in uw dagen
H518
, of ook
H3117
in de dagen
H1
uwer vaderen?
3
H5608 H8761
Vertelt
H1121
uw kinderen
H5921
daarvan
H1121
, en [laat] [het] uw kinderen
H1121
hun kinderen
H1121
[vertellen], en derzelver kinderen
H312
aan een ander
H1755
geslacht.
4
H1501
Wat de rups
H3499
heeft overgelaten
H697
, heeft de sprinkhaan
H398 H8804
afgegeten
H697
, en wat de sprinkhaan
H3499
heeft overgelaten
H3218
, heeft de kever
H398 H8804
afgegeten
H3218
, en wat de kever
H3499
heeft overgelaten
H2625
, heeft de kruidworm
H398 H8804
afgegeten.
5
H6974 H8685
Waakt op
H7910
, gij dronkenen
H1058 H8798
! en weent
H3213 H8685
, en huilt
H3605
, alle
H8354 H8802 H3196
gij wijnzuipers
H5921
! om
H6071
den nieuwen wijn
H3588
, dewijl
H6310
hij van uw mond
H3772 H8738
is afgesneden.
6
H3588
Want
H1471
een volk
H5927 H8804
is opgekomen
H5921
over
H776
mijn land
H6099
, machtig
H369
en zonder
H4557
getal
H8127
; zijn tanden
H8127 H738
zijn leeuwentanden
H4973
, en het heeft baktanden
H3833
eens ouden leeuws.
7
H1612
Het heeft mijn wijnstok
H7760 H8804
gesteld
H8047
tot een verwoesting
H8384
, en mijn vijgeboom
H7111
tot schuim
H2834 H8800
; het heeft hem ganselijk
H2834 H8804
ontbloot
H7993 H8689
en nedergeworpen
H8299
, zijn ranken
H3835 H8689
zijn wit geworden.
8
H421 H8798
Kermt
H1330
, als een jonkvrouw
H8242
, die met een zak
H2296 H8803
omgord is
H5921
vanwege
H1167
den man
H5271
van haar jeugd.
9
H4503
Spijsoffer
H5262
en drankoffer
H1004
is van het huis
H3068
des HEEREN
H3772 H8717
afgesneden
H3548
; de priesters
H3068
, des HEEREN
H8334 H8764
dienaars
H56 H8804
, treuren.
10
H7704
Het veld
H7703 H8795
is verwoest
H127
, het land
H56 H8804
treurt
H3588
; want
H1715
het koren
H7703 H8795
is verwoest
H8492
, de most
H3001 H8689
is verdroogd
H3323
, de olie
H535 H8797
is flauw.
11
H406
De akkerlieden
H3001 H8685
zijn beschaamd
H3755
, de wijngaardeniers
H3213 H8685
huilen
H5921
, om
H2406
de tarwe
H5921
en om
H8184
de gerst
H3588
, want
H7105
de oogst
H7704
des velds
H6 H8804
is vergaan.
12
H1612
De wijnstok
H3001 H8689
is verdord
H8384
, de vijgeboom
H535 H8797
is flauw
H7416
; de granaatappelboom
H1571
, ook
H8558
de palmboom
H8598
en appelboom
H3605
; alle
H6086
bomen
H7704
des velds
H3001 H8804
zijn verdord
H3588
; ja
H8342
de vrolijkheid
H3001 H8689
is verdord
H4480
van
H1121 H120
de mensenkinderen.
13
H2296 H8798
Omgordt u
H5594 H8798
, en rouwklaagt
H3548
, gij priesters
H3213 H8685
! huilt
H8334 H8764
, gij dienaars
H4196
des altaars
H935 H8798
! gaat in
H3885 H8798
, vernacht
H8242
in zakken
H8334 H8764
, gij dienaars
H430
mijns Gods
H3588
! want
H4503
spijsoffer
H5262
en drankoffer
H4513 H8738
is geweerd
H4480
van
H1004
het huis
H430
uws Gods.
14
H6942 H8761
Heiligt
H6685
een vasten
H7121 H0
, roept
H6116
een verbodsdag
H7121 H8798
uit
H622 H8798
, verzamelt
H2205
de oudsten
H3605
, en alle
H3427 H8802
inwoners
H776
dezes lands
H1004
, [ten] huize
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H2199 H8798
, en roept
H413
tot
H3068
den HEERE.
15
H162
Ach
H3117
, die dag
H3588
! want
H3117
de dag
H3068
des HEEREN
H7138
is nabij
H7701
, en zal als een verwoesting
H935 H8799
komen
H7706
van den Almachtige.
16
H3808
Is niet
H400
de spijze
H5048
voor
H5869
onze ogen
H3772 H8738
afgesneden
H8057
? Blijdschap
H1524
en verheuging
H1004
van het huis
H430
onzes Gods?
17
H6507
De granen
H8478
zijn onder
H4053
hun kluiten
H5685 H8804
verrot
H214
, de schathuizen
H8074 H8738
zijn verwoest
H4460
, de schuren
H2040 H8738
zijn afgebroken
H3588
, want
H1715
het koren
H3001 H8689
is verdord.
18
H4100
O, hoe
H584 H8737
zucht
H929
het vee
H5739 H1241
, de runderkudden
H943 H8738
zijn bedwelmd
H3588
, want
H369
zij hebben geen
H4829
weide
H1571
, ook
H5739 H6629
zijn de schaapskudden
H816 H8738
verwoest.