Jeremiah 52:8-11

DSV_Strongs(i)
  8 H2428 Doch het heir H3778 der Chaldeen H7291 H8799 jaagde H4428 den koning H310 na H5381 H8686 , en zij achterhaalden H6667 Zedekia H6160 in de vlakke velden H3405 van Jericho H2428 ; en al zijn heir H6327 H8738 werd van bij hem verstrooid.
  9 H8610 H8799 Zij dan grepen H4428 den koning H5927 H8686 , en voerden hem opwaarts H4428 tot den koning H894 van Babel H7247 naar Ribla H776 , in het land H2574 van Hamath H1696 H8762 ; die sprak H4941 oordelen tegen hem.
  10 H4428 En de koning H894 van Babel H7819 H8799 slachtte H1121 de zonen H6667 van Zedekia H5869 voor zijn ogen H7819 H8804 ; en hij slachtte H8269 ook al de vorsten H3063 van Juda H7247 te Ribla.
  11 H5786 H8765 En hij verblindde H5869 de ogen H6667 van Zedekia H631 H8799 , en hij bond H5178 hem met twee koperen ketenen H935 H8686 ; alzo bracht H4428 hem de koning H894 van Babel H894 naar Babel H5414 H8799 , en stelde H1004 H6486 hem in het gevangenhuis H3117 , tot den dag H4194 zijns doods toe.