Jeremiah 49:1-6

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 Tegen de kinderen H5983 Ammons H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H3478 alzo: Heeft dan Israel H1121 geen kinderen H3423 H8802 ? Heeft hij geen erfgenaam H4428 ? Waarom is dan Malcham H3423 H8804 erfgenaam H1410 van Gad H3427 H8804 , en [waarom] woont H5971 zijn volk H5892 in deszelfs steden?
  2 H3117 Daarom ziet, de dagen H935 H8802 komen H559 H8804 , spreekt H3068 de HEERE H7237 , dat Ik over Rabba H1121 der kinderen H5983 Ammons H8643 H4421 een krijgsgeschrei H8085 H8689 zal doen horen H8077 , en zij zal tot een woesten H8510 hoop H1323 worden, en haar onderhorige plaatsen H784 zullen met vuur H3341 H8799 aangestoken worden H3478 ; en Israel H3423 H8804 zal erven H3423 H8802 degenen, die hem geerfd hadden H5002 H8803 , zegt H3068 de HEERE.
  3 H3213 H8685 Huil H2809 , o Hesbon H5857 ! want Ai H7703 H8795 is verstoord H6817 H8798 ; krijt H1323 , gij dochteren H7237 van Rabba H2296 H8798 , gordt H8242 zakken H5594 H8798 aan, drijft misbaar H7751 H8708 , en loopt om H1448 bij de tuinen H4428 ; want Malcham H3212 H8799 zal wandelen H1473 in gevangenis H3548 , zijn priesteren H8269 en zijn vorsten H3162 te zamen.
  4 H1984 H8691 Wat roemt gij H6010 op [uw] dalen H6010 ? Uw dal H2100 H8802 is weggevloten H7728 , gij afkerige H1323 dochter H214 ! die op haar schatten H982 H8802 vertrouwt H935 H8799 , [zeggende]: Wie zou tegen mij komen?
  5 H6343 Ziet, Ik zal vreze H935 H8688 over u brengen H5002 H8803 , spreekt H136 de Heere H3069 , de HEERE H6635 der heirscharen H5439 , van allen, die rondom H376 u zijn, en gijlieden zult, een iegelijk H6440 voor zich H5080 H8738 henen, uitgedreven worden H5074 H8802 , en niemand zal den omdolende H6908 H8764 vergaderen.
  6 H310 Maar daarna H7622 zal Ik de gevangenis H1121 der kinderen H5983 Ammons H7725 H8686 wenden H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.