DSV_Strongs(i)
13
H1697
Het woord
H3068
, dat de HEERE
H5030
tot den profeet
H3414
Jeremia
H1696 H8765
sprak
H935 H8800
, van de aankomst
H5019
van Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H776 H4714
, om Egypteland
H5221 H8687
te slaan.
14
H5046 H8685
Verkondigt
H4714
in Egypte
H8085 H8685
, en doet het horen
H4024
te Migdol
H8085 H8685
; doet het ook horen
H5297
te Nof
H8471
en Tachpanhes
H559 H8798
; zegt
H3320 H8690
: Stelt er u naar
H3559 H8685
, en maakt u gereed
H2719
, want het zwaard
H398 H8804
heeft verteerd
H5439
, wat rondom u is.
15
H47
Waarom zijn uw sterken
H5502 H8738
weggeveegd
H5975 H8804
? Zij stonden
H3068
niet, omdat hen de HEERE
H1920 H8804
voortdreef.
16
H7235 H0
Hij maakte
H3782 H8802
der struikelenden
H7235 H8689
veel
H376
; ja, de een
H5307 H8804
viel
H7453
op den ander
H559 H8799
; zodat zij zeiden
H6965 H8798
: Staat op
H7725 H8799
en laat ons wederkeren
H5971
tot ons volk
H776
, en tot het land
H4138
onzer geboorte
H6440
, vanwege
H3238 H8802
het verdrukkende
H2719
zwaard.
17
H7121 H8804
Daar riepen zij
H6547
: Farao
H4428
, de koning
H4714
van Egypte
H7588
, is [maar] een gedruis
H4150
; hij heeft den gezetten tijd
H5674 H8689
laten voorbijgaan.
18
H2416
[Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H5002 H8803
, spreekt
H4428
de Koning
H8034
, Wiens Naam
H3068
is HEERE
H6635
der heirscharen
H8396
; hij zal voorzeker, als Thabor
H2022
onder de bergen
H3760
, en als Karmel
H3220
bij de zee
H935 H8799
, aankomen!
19
H6213 H8798
Maak
H3627
voor u gereedschap
H1473
der gevankelijke wegvoering
H3427 H8802
, gij inwoneres
H1323
, gij dochter
H4714
van Egypte
H5297
! want Nof
H8047
zal ter verwoesting
H3341 H8738
worden, en zal verbrand worden
H3427 H8802
, dat er niemand in wone.
20
H4714
Egypte
H3304
is een zeer schone
H5697
vaarze
H7171
; de slachter
H935 H8804
komt
H935 H8804
, hij komt
H6828
van het noorden.
21
H7916
Zelfs haar gehuurden
H7130
in haar midden
H4770
zijn als gemeste
H5695
kalveren
H6437 H8689
; maar die hebben zich ook gewend
H3162
, zij zijn te zamen
H5127 H8804
gevlucht
H5975 H8804
, zij hebben niet gestaan
H3117
; want de dag
H343
huns verderfs
H935 H8804
is over hen gekomen
H6256
, de tijd
H6486
hunner bezoeking.
22
H6963
Haar stem
H3212 H8799
zal gaan
H5175
als van een slang
H2428
; want zij zullen met krijgsmacht
H3212 H8799
daarhenen trekken
H7134
, en tot haar met bijlen
H935 H8804
komen
H2404 H8802 H6086
, gelijk houthouwers.
23
H3293
Zij hebben haar woud
H3772 H8804
afgehouwen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H2713 H8735
, hoewel het niet is te onderzoeken
H7231 H8804
; want zij zijn meerder
H697
dan de sprinkhanen
H369
, zodat men hen niet
H4557
tellen kan.
24
H1323
De dochter
H4714
van Egypte
H3001 H8689
is beschaamd
H5414 H8738
; zij is gegeven
H3027
in de hand
H5971
des volks
H6828
van het noorden.
25
H3068
De HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8804
, zegt
H6485 H8802
: Ziet, Ik zal bezoeking doen
H527 H8676 H528
over de menigte
H4996
van No
H6547
, en over Farao
H4714
, en over Egypte
H430
, en over haar goden
H4428
, en over haar koningen
H6547
, ja, over Farao
H982 H8802
, en over degenen, die op hem vertrouwen.
26
H5414 H8804
En Ik zal hen geven
H3027
in de hand
H5315
dergenen, die hunlieder ziel
H1245 H8764
zoeken
H3027
, en in de hand
H5019
van Nebukadrezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H3027
, en in de hand
H5650
zijner knechten
H310
. Maar daarna
H7931 H8799
zal zij bewoond worden
H3117
als [in] de dagen
H6924
van ouds
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.