Jeremiah 26:20-24

DSV_Strongs(i)
  20 H376 Er was ook een man H8034 , die in den Naam H3068 des HEEREN H5012 H8693 profeteerde H223 , Uria H1121 , de zoon H8098 van Semaja H7157 , van Kirjath-jearim H5012 H8735 ; die profeteerde H5892 tegen deze stad H776 en tegen dit land H1697 , naar al de woorden H3414 van Jeremia.
  21 H4428 En als de koning H3079 Jojakim H1368 , mitsgaders al zijn geweldigen H8269 , en al de vorsten H1697 zijn woorden H8085 H8799 hoorden H1245 H8762 , zocht H4428 de koning H4191 H8687 hem te doden H223 ; als Uria H8085 H8799 [dat] hoorde H3372 H8799 , zo vreesde hij H1272 H8799 , en vluchtte H935 H8799 , en kwam H4714 in Egypte;
  22 H4428 Maar de koning H3079 Jojakim H7971 H8799 zond H582 mannen H4714 [naar] Egypte H494 , Elnathan H1121 , den zoon H5907 van Achbor H582 , en [andere] mannen H4714 met hem, in Egypte;
  23 H3318 H8686 Die voerden H223 Uria H4714 uit Egypte H935 H8686 , en brachten H4428 hem tot den koning H3079 Jojakim H5221 H8686 , en hij sloeg H2719 hem met het zwaard H7993 H8686 , en hij wierp H5038 zijn dood lichaam H6913 in de graven H1121 van de kinderen H5971 des volks.
  24 H3027 Maar de hand H296 van Ahikam H1121 , den zoon H8227 van Safan H3414 , was met Jeremia H5414 H8800 , dat men hem niet overgaf H3027 in de hand H5971 des volk H4191 H8687 , om hem te doden.