DSV_Strongs(i)
1
H2403
De zonde
H3063
van Juda
H3789 H8803
is geschreven
H1270
met een ijzeren
H5842
griffie
H6856
, met de punt
H8068
eens diamants
H2790 H8803
; gegraven
H3871
in de tafel
H3820
van hunlieder hart
H7161
, en aan de hoornen
H4196
uwer altaren;
2
H1121
Gelijk hun kinderen
H4196
hunner altaren
H2142 H8800
gedenken
H842
, en hunner bossen
H7488
, bij het groen
H6086
geboomte
H1364
, op de hoge
H1389
heuvelen.
3
H2042
Ik zal Mijn berg
H7704
met het veld
H2428
, uw vermogen
H214
[en] al uw schatten
H957
ten roof
H5414 H8799
geven
H1116
, [mitsgaders] uw hoogten
H2403
, om de zonde
H1366
in al uw landpalen.
4
H8058 H8804
Alzo zult gij aflaten
H5159
(en dat om u zelven) van uw erfenis
H5414 H8804
, die Ik u gegeven heb
H341 H8802
, en Ik zal u uw vijanden
H5647 H8689
doen dienen
H776
in een land
H3045 H8804
, dat gij niet kent
H784
; want gijlieden hebt een vuur
H6919 H8804
aangestoken
H639
in Mijn toorn
H5704
, tot
H5769
in eeuwigheid
H3344 H8714
zal het branden.
5
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H779 H8803
: Vervloekt
H1397
is de man
H120
, die op een mens
H982 H8799
vertrouwt
H1320
, en vlees
H2220
[tot] zijn arm
H7760 H8804
stelt
H3820
, en wiens hart
H3068
van den HEERE
H5493 H8799
afwijkt!
6
H6199
Want hij zal zijn als de heide
H6160
in de wildernis
H7200 H8799
, die het niet gevoelt
H2896
, wanneer het goede
H935 H8799
komt
H7931 H8804
; maar blijft
H2788
[in] dorre plaatsen
H4057
in de woestijn
H4420
, [in] zout
H3427 H8799
en onbewoond
H776
land.
7
H1288 H8803
Gezegend
H1397
[daarentegen] is de man
H3068
, die op den HEERE
H982 H8799
vertrouwt
H4009
, en wiens vertrouwen
H3068
de HEERE is!
8
H6086
Want hij zal zijn als een boom
H4325
, die aan het water
H8362 H8803
geplant is
H8328
, en zijn wortelen
H7971 H8762
uitschiet
H3105
aan een rivier
H7200 H8799
, en gevoelt
H2527
het niet, wanneer er een hitte
H935 H8799
komt
H5929
, maar zijn loof
H7488
blijft groen
H8141
; en in een jaar
H1226
van droogte
H1672 H8799
zorgt hij
H4185 H8686
niet, en houdt niet op
H6529
van vrucht
H6213 H8800
te dragen.
9
H6121
Arglistig
H3820
is het hart
H605 H8803
, meer dan enig ding, ja, dodelijk
H3045 H8799
is het, wie zal het kennen?
10
H3068
Ik, de HEERE
H2713 H8802
, doorgrond
H3820
het hart
H974 H8802
, [en] proef
H3629
de nieren
H376
; en dat, om een iegelijk
H5414 H8800
te geven
H1870
naar zijn wegen
H6529
, naar de vrucht
H4611
zijner handelingen.
11
H7124
[Gelijk] een veldhoen
H1716 H8804
[eieren] vergadert
H3205 H8804
, maar broedt
H6239
ze niet uit, [alzo] is hij, die rijkdom
H6213 H8802
vergadert
H4941
, doch niet met recht
H2677
; in de helft
H3117
zijner dagen
H5800 H8799
zal hij dien moeten verlaten
H319
, en in zijn laatste
H5036
een dwaas zijn.
12
H3678
Een troon
H3519
der heerlijkheid
H4791
, een hoogheid
H7223
van het eerste
H4725
aan, is de plaats
H4720
onzes heiligdoms.
13
H3068
O HEERE
H3478
, Israels
H4723
Verwachting
H5800 H8802
! allen, die U verlaten
H954 H8799
, zullen beschaamd worden
H5493 H8803 H8676 H3249
; en die van mij afwijken
H776
, zullen in de aarde
H3789 H8735
geschreven worden
H5800 H8804
; want zij verlaten
H3068
den HEERE
H4726
, den Springader
H2416
des levenden
H4325
waters.
14
H7495 H8798
Genees
H3068
mij, HEERE
H7495 H8735
! zo zal ik genezen worden
H3467 H8685
, behoud
H3467 H8735
mij, zo zal ik behouden worden
H8416
; want Gij zijt mijn Lof.
15
H559 H8802
Ziet, zij zeggen
H1697
tot mij: Waar is het woord
H3068
des HEEREN
H935 H8799
? Laat het nu komen!
16
H213 H8804
Ik heb toch niet aangedrongen
H7462 H8802
, meer dan een herder
H310
achter
H605 H8803
U [betaamde]; ook heb ik den dodelijken
H3117
dag
H183 H8694
niet begeerd
H3045 H8804
, Gij weet
H8193
[het]; wat uit mijn lippen
H4161
is gegaan
H5227
, is voor
H6440
Uw aangezicht geweest.
17
H4288
Wees Gij mij niet tot een verschrikking
H4268
; Gij zijt mijn Toevlucht
H3117
ten dage
H7451
des kwaads.
18
H7291 H8802
Laat mijn vervolgers
H954 H8799
beschaamd worden
H954 H8799
, maar laat mij niet beschaamd worden
H2865 H8735
; laat hen verschrikt worden
H2865 H8735
, maar laat mij niet verschrikt worden
H935 H8687
; breng
H3117
over hen den dag
H7451
des kwaads
H7665 H8798
, en verbreek
H4932
hen met een dubbele
H7670
verbreking.
19
H3068
Alzo heeft de HEERE
H559 H8804
tot mij gezegd
H1980 H8800
: Ga henen
H5975 H8804
en sta
H8179
in de poort
H1121
van de kinderen
H5971
des volks
H4428
, door dewelke de koningen
H3063
van Juda
H935 H8799
ingaan
H3318 H8799
, en door dewelke zij uitgaan
H8179
, ja, in alle poorten
H3389
van Jeruzalem;
20
H559 H8804
En zeg
H8085 H8798
tot hen: Hoort
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H4428
, gij koningen
H3063
van Juda
H3063
, en gans Juda
H3427 H8802
, en alle inwoners
H3389
van Jeruzalem
H8179
, die door deze poorten
H935 H8802
ingaat!
21
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H8104 H8734
: Wacht u
H5315
op uw zielen
H5375 H8799
, en draagt
H4853
geen last
H7676 H3117
op den sabbatdag
H935 H8689
, noch brengt
H8179
in door de poorten
H3389
van Jeruzalem.
22
H4853
Ook zult gijlieden geen last
H3318 H8686
uitvoeren
H1004
uit uw huizen
H7676 H3117
op den sabbatdag
H4399
, noch enig werk
H6213 H8799
doen
H7676 H3117
; maar gij zult den sabbatdag
H6942 H8765
heiligen
H1
, gelijk als Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb.
23
H8085 H8804
Maar zij hebben niet gehoord
H241
, noch hun oor
H5186 H8689
geneigd
H6203
; maar zij hebben hun nek
H7185 H8686
verhard
H8085 H8800
, om niet te horen
H4148
, en om de tucht
H3947 H8800
niet aan te nemen.
24
H8085 H8800
Het zal dan geschieden, indien gij vlijtiglijk
H8085 H8799
naar Mij zult horen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H4853
, dat gij geen last
H8179
door de poorten
H5892
dezer stad
H7676 H3117
op den sabbatdag
H935 H8687
inbrengt
H7676 H3117
, en gij den sabbatdag
H6942 H8763
heiligt
H1115
, dat gij geen
H4399
werk
H6213 H8800
daarop doet;
25
H8179
Zo zullen door de poorten
H5892
dezer stad
H935 H8804
ingaan
H4428
koningen
H8269
en vorsten
H3427 H8802
, zittende
H3678
op den troon
H1732
van David
H7392 H8802
, rijdende
H7393
op wagenen
H5483
en op paarden
H8269
, zij en hun vorsten
H376
, de mannen
H3063
van Juda
H3427 H8802
en de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H5892
; en deze stad
H3427 H8804
zal bewoond worden
H5769
in eeuwigheid.
26
H935 H8804
En zij zullen komen
H5892
uit de steden
H3063
van Juda
H5439
, en uit de plaatsen rondom
H3389
Jeruzalem
H776
, en uit het land
H1144
van Benjamin
H8219
, en uit de laagte
H2022
, en van het gebergte
H5045
, en van het zuiden
H935 H8688
, aanbrengende
H5930
brandoffer
H2077
, en slachtoffer
H4503
, en spijsoffer
H3828
, en wierook
H935 H8688
, en aanbrengende
H8426
lofoffer
H1004
, ten huize
H3068
des HEEREN.
27
H8085 H8799
Maar indien gij naar Mij niet zult horen
H7676 H3117
, om den sabbatdag
H6942 H8763
te heiligen
H4853
, en om geen last
H5375 H8800
te dragen
H7676 H3117
als gij op den sabbatdag
H8179
door de poorten
H3389
van Jeruzalem
H935 H8800
ingaat
H784
; zo zal Ik een vuur
H8179
in haar poorten
H3341 H8689
aansteken
H759
, dat de paleizen
H3389
van Jeruzalem
H398 H8804
zal verteren
H3518 H8799
, en niet worden uitgeblust.