Isaiah 44

DSV_Strongs(i)
  1 H8085 H8798 Maar hoor H5650 nu Mijn knecht H3290 Jakob H3478 , en Israel H977 H8804 , dien Ik verkoren heb!
  2 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6213 H8802 , uw Maker H3335 H8802 , en uw Formeerder H990 van den buik H5826 H8799 af, Die u helpt H3372 H8799 : Vrees H3290 niet, o Jakob H5650 , Mijn knecht H3484 , en gij, Jeschurun H977 H8804 , dien Ik uitverkoren heb!
  3 H4325 Want Ik zal water H3332 H8799 gieten H6771 op de dorstigen H5140 H8802 , en stromen H3004 op het droge H7307 ; Ik zal Mijn Geest H2233 op uw zaad H3332 H8799 gieten H1293 , en Mijn zegen H6631 op uw nakomelingen.
  4 H6779 H8804 En zij zullen uitspruiten H996 tussen H2682 in het gras H6155 , als de wilgen H4325 H2988 aan de waterbeken.
  5 H559 H8799 Deze zal zeggen H3068 : Ik ben des HEEREN H7121 H8799 ; en die zal [zich] noemen H8034 met den naam H3290 van Jakob H3027 ; en gene zal [met] zijn hand H3789 H8799 schrijven H3068 : [Ik] [ben] des HEEREN H3655 H8762 , en zich toenoemen H8034 met den naam H3478 van Israel.
  6 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H4428 , de Koning H3478 van Israel H1350 H8802 , en zijn Verlosser H3068 , de HEERE H6635 der heirscharen H7223 : Ik ben de Eerste H314 , en Ik ben de Laatste H1107 , en behalve H430 Mij is er geen God.
  7 H7121 H8799 En wie zal, gelijk als Ik, roepen H5046 H8686 en het verkondigen H6186 H8799 , en het ordentelijk voor Mij stellen H5769 , sedert dat Ik een eeuwig H5971 volk H7760 H8800 gesteld heb H857 H8802 ? en laat ze de toekomstige dingen H935 H8799 , en die komen zullen H5046 H8686 , hun verkondigen.
  8 H6342 H8799 Verschrikt H7297 H8799 H8676 H7297 H8804 niet, en vreest H227 niet; heb Ik het u van toen H8085 H8689 af niet doen horen H5046 H8689 en verkondigd H5707 ? Want gijlieden zijt Mijn getuigen H3426 : is er H433 ook een God H1107 behalve H6697 Mij? Immers, is er geen [andere] rotssteen H3045 H8804 : Ik ken er geen?
  9 H3335 H8802 De formeerders H6459 van gesneden beelden H8414 zijn al te zamen ijdelheid H2530 H8803 , en hun gewenste dingen H3276 H8686 doen geen nut H5707 ; ja, zij zelven zijn hun getuigen H7200 H8799 ; zij zien H3045 H8799 niet, en zij weten H954 H8799 niet, daarom zullen zij beschaamd worden.
  10 H3335 H8804 Wie formeert H410 een god H5258 H8804 , en giet H6459 een beeld H1115 , dat geen H3276 H8687 nut doet?
  11 H2270 Ziet, al hun medegenoten H954 H8799 zullen beschaamd worden H2796 , want de werkmeesters H120 zijn uit de mensen H6908 H8691 ; dat zij zich altemaal vergaderen H5975 H8799 , dat zij opstaan H6342 H8799 , zij zullen verschrikken H3162 , zij zullen te zamen H954 H8799 beschaamd worden.
  12 H1270 H2796 De ijzersmid H4621 [maakt] een bijl H6466 H8804 , en werkt H6352 in den gloed H3335 H8799 , en formeert H4717 het met hamers H6466 H8799 , en werkt H3581 het met zijn sterken H2220 arm H7457 ; ook lijdt hij honger H3581 H369 , totdat hij krachteloos H8354 H8804 wordt, hij drinkt H4325 geen water H3286 H8799 , totdat hij amechtig wordt.
  13 H2796 H6086 De timmerman H5186 H8804 trekt H6957 het richtsnoer H8388 H8762 uit, hij tekent het af H8279 met den draad H6213 H8799 , hij maakt H4741 het [effen] met de schaven H8388 H8762 , en tekent H4230 het met den passer H6213 H8799 , en maakt H8403 het naar de beeltenis H376 eens mans H8597 , naar de schoonheid H120 van een mens H1004 , dat het in het huis H3427 H8800 blijve.
  14 H730 Als hij zich cederen H3772 H8800 afhouwt H3947 H8799 , zo neemt hij H8645 een cypressenboom H437 of een eik H553 H8762 , en hij versterkt zich H6086 onder de bomen H3293 des wouds H5193 H8804 ; hij plant H766 een olmboom H1653 , en de regen H1431 H8762 maakt [dien] groot.
  15 H120 Dan is het voor den mens H1197 H8763 om te verbranden H3947 H8799 , dan neemt hij H2552 H8799 daarvan, en warmt er zich H5400 H8686 bij; ook ontsteekt hij H644 H8804 het, en bakt H3899 er brood H6466 H8799 bij; daarenboven maakt hij H410 er een god H7812 H8691 van, en buigt zich H6213 H8804 [daarvoor], hij maakt H6459 er een gesneden beeld H5456 H8799 van, en knielt er voor neder.
  16 H2677 Zijn helft H8313 H8804 brandt hij H1119 in H784 het vuur H2677 , bij de [andere] helft H398 H8799 daarvan eet hij H1320 vlees H6740 H8799 ; hij braadt H6748 een gebraad H7646 H8799 , en hij wordt verzadigd H2552 H8799 ; ook warmt hij H559 H8799 zichzelven, en hij zegt H1889 : Hei H2552 H8804 ! ik ben warm geworden H217 , ik heb het vuur H7200 H8804 gezien!
  17 H7611 Het overige H6213 H8804 nu daarvan maakt hij H410 tot een god H6459 , tot zijn gesneden beeld H5456 H8799 ; hij knielt er voor neder H7812 H8691 , en buigt zich H6419 H8691 , en bidt het aan H559 H8799 , en zegt H5337 H8685 : Red H410 mij, want gij zijt mijn god!
  18 H3045 H8804 Zij weten H995 H8799 niet, en verstaan H5869 niet, want het heeft hun ogen H2902 H8804 bestreken H7200 H8800 , dat zij niet zien H3826 , [en] hun harten H7919 H8687 , dat zij niet verstaan.
  19 H7725 H8686 En niemand [van] [hen] brengt H3820 het in zijn hart H1847 , en er is noch kennis H8394 noch verstand H559 H8800 , dat hij zeggen zou H2677 : De helft H8313 H8804 daarvan heb ik verbrand H1119 in H784 het vuur H1513 , ja, ook op de kolen H3899 daarvan heb ik brood H644 H8804 gebakken H1320 , ik heb vlees H6740 H8799 [daarbij] gebraden H398 H8799 , en heb het gegeten H3499 ; en zou ik het overblijfsel H8441 daarvan tot een gruwel H6213 H8799 maken H5456 H8799 , zou ik nederknielen H6086 voor hetgeen van een boom H944 gekomen is?
  20 H7462 H8802 Hij voedt zich H665 met as H2048 H8795 , het bedrogen H3820 hart H5186 H8689 heeft hem [ter] [zijde] afgeleid H5315 ; zodat hij zijn ziel H5337 H8686 niet redden kan H559 H8799 , noch zeggen H8267 : Is er niet een leugen H3225 in mijn rechterhand?
  21 H2142 H8798 Gedenk H3290 aan deze dingen, o Jakob H3478 , en Israel H5650 ! Want gij zijt Mijn knecht H3335 H8804 , Ik heb u geformeerd H5650 ; gij zijt Mijn knecht H3478 , Israel H5382 H8735 , gij zult van Mij niet vergeten worden.
  22 H4229 H8804 Ik delg H6588 uw overtredingen H5645 uit als een nevel H2403 , en uw zonden H6051 als een wolk H7725 H8798 ; keer weder H1350 H8804 tot Mij, want Ik heb u verlost.
  23 H7442 H8798 Zingt met vreugde H8064 , gij hemelen H3068 ! want de HEERE H6213 H8804 heeft het gedaan H7321 H8685 ; juicht H8482 , gij benedenste delen H776 der aarde H2022 ! gij bergen H6476 H8798 ! maakt een groot gedreun H7440 met vreugdegezang H3293 , gij bossen H6086 , en alle geboomte H3068 daarin! Want de HEERE H3290 heeft Jakob H1350 H8804 verlost H6286 H8691 , en Zich heerlijk gemaakt H3478 in Israel.
  24 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H1350 H8802 , uw Verlosser H3335 H8802 , en Die u geformeerd heeft H990 van den buik H3068 af: Ik ben de HEERE H6213 H8802 , Die alles doet H8064 , Die den hemel H5186 H8802 uitbreidt H776 , Ik alleen, en Die de aarde H7554 H8802 uitspant door Mijzelven;
  25 H226 Die de tekenen H907 der leugendichters H6565 H8688 vernietigt H7080 H8802 , en de waarzeggers H1984 H8779 dol maakt H2450 ; Die de wijzen H268 achterwaarts H7725 H8688 doet keren H1847 , en [Die] hun wetenschap H5528 H8762 verdwaast;
  26 H1697 Die het woord H5650 Zijns knechts H6965 H8688 bevestigt H6098 , en den raad H4397 Zijner boden H7999 H8686 volbrengt H3389 ; Die tot Jeruzalem H559 H8802 zegt H3427 H8714 : Gij zult bewoond worden H5892 ; en tot de steden H3063 van Juda H1129 H8735 : Gij zult herbouwd worden H2723 , en Ik zal haar verwoeste plaatsen H6965 H8787 oprichten.
  27 H6683 Die tot de diepte H559 H8802 zegt H2717 H8798 : Verdroog H5104 , en uw rivieren H3001 H8686 zal Ik verdrogen.
  28 H3566 Die van Cores H559 H8802 zegt H7462 H8802 : Hij is Mijn herder H2656 , en hij zal al Mijn welgevallen H7999 H8686 volbrengen H559 H8800 ; zeggende H3389 ook tot Jeruzalem H1129 H8735 : Word gebouwd H1964 ; en [tot] den tempel H3245 H8735 : Word gegrond.