Isaiah 1:4-6

DSV_Strongs(i)
  4 H1945 Wee H2398 H8802 het zondige H1471 volk H5971 , het volk H3515 van zware H5771 ongerechtigheid H2233 , het zaad H7489 H8688 der boosdoeners H7843 H8688 , de verdervende H1121 kinderen H853 ! Zij hebben den H3068 HEERE H5800 H8804 verlaten H853 , zij hebben den H6918 Heilige H3478 Israels H5006 H8765 gelasterd H2114 H8738 , zij hebben zich vervreemd H268 , [wijkende] achterwaarts.
  5 H5221 H8714 Waartoe zoudt gij meer geslagen worden H5627 ? Gij zoudt des afvals H3254 H8686 des te meer maken H7218 ; het ganse hoofd H2483 is krank H3824 , en het ganse hart H1742 is mat.
  6 H3709 H7272 Van de voetzool H7218 af tot het hoofd H4974 toe is er niets geheels H6482 aan hetzelve; [maar] wonden H2250 , en striemen H2961 H4347 , en etterbuilen H2115 H8804 , [die] niet uitgedrukt H2280 H8795 noch verbonden zijn H8081 , en geen derzelve is met olie H7401 H8795 verzacht.