DSV_Strongs(i)
6
H3213 H8685
Huilt gijlieden
H3117
, want de dag
H3068
des HEEREN
H7138
is nabij
H935 H8799
; hij komt
H7701
als een verwoesting
H7706
van den Almachtige.
7
H3027
Daarom zullen alle handen
H7503 H8799
slap worden
H582
, en aller mensen
H3824
hart
H4549 H8735
zal versmelten;
8
H926 H8738
En zij zullen verschrikt worden
H6735
, smarten
H2256
en weeen
H270 H8799
zullen hen aangrijpen
H2342 H8799
, zij zullen bang zijn
H3205 H8802
als een barende vrouw
H376
; een iegelijk
H7453
zal over zijn naaste
H8539 H8799
verbaasd zijn
H6440
; hun aangezichten
H3851
zullen vlammende aangezichten zijn.
9
H3117
Ziet, de dag
H3068
des HEEREN
H935 H8804
komt
H394
, gruwelijk
H5678
, met verbolgenheid
H2740
en hittigen
H639
toorn
H776
, om het land
H7760 H8800
te stellen
H8047
tot verwoesting
H2400
, en deszelfs zondaars
H8045 H8686
daaruit te verdelgen.
10
H3556
Want de sterren
H8064
des hemels
H3685
en zijn gesternten
H216
zullen haar licht
H1984 H8686
niet laten lichten
H8121
; de zon
H2821 H8804
zal verduisterd worden
H3318 H8800
, wanneer zij zal opgaan
H3394
, en de maan
H216
zal haar licht
H5050 H8686
niet laten schijnen.
11
H8398
Want Ik zal over de wereld
H7451
de boosheid
H6485 H8804
bezoeken
H7563
, en over de goddelozen
H5771
hun ongerechtigheid
H1347
; en Ik zal den hoogmoed
H2086
der stouten
H7673 H8689
doen ophouden
H1346
, en de hovaardij
H6184
der tirannen
H8213 H8686
zal Ik vernederen.
12
H582
Ik zal maken, dat een man
H3365 H8686
dierbaarder zal zijn
H6337
dan dicht goud
H120
, en een mens
H3800
dan fijn goud
H211
van Ofir.
13
H8064
Daarom zal Ik den hemel
H7264 H8686
beroeren
H776
, en de aarde
H7493 H8799
zal bewogen worden
H4725
van haar plaats
H5678
, vanwege de verbolgenheid
H3068
des HEEREN
H6635
der heirscharen
H3117
, en vanwege den dag
H2740
Zijns hittigen
H639
toorns.
14
H5080 H8716
En [een] [iegelijk] zal zijn als een verjaagde
H6643
ree
H6629
, en als een schaap
H6908 H8764
, dat niemand vergadert
H376
; een iegelijk
H5971
zal naar zijn volk
H6437 H8799
omzien
H376
, en een iegelijk
H776
zal naar zijn land
H5127 H8799
vluchten.
15
H4672 H8737
Al wie gevonden wordt
H1856 H8735
, zal doorstoken worden
H5595 H8737
, en al wie daarbij gevoegd is
H2719
, zal door het zwaard
H5307 H8799
vallen.
16
H5768
Ook zullen hun kinderkens
H5869
voor hun ogen
H7376 H8792
verpletterd worden
H1004
; hun huizen
H8155 H8735
zullen geplunderd
H802
, en hun vrouwen
H7901 H8735 H8675 H7693 H8735
geschonden worden.
17
H4074
Ziet, Ik zal de Meden
H5782 H8688
tegen hen verwekken
H3701
, die het zilver
H2803 H8799
niet zullen achten
H2091
, en aan het goud
H2654 H8799
zullen zij geen lust hebben.
18
H7198
Maar [hun] bogen
H5288
zullen de jongelingen
H7376 H8762
verpletteren
H7355 H8762
, en zij zullen zich niet ontfermen
H6529
over de vrucht
H990
des buiks
H5869
; hun oog
H1121
zal de kinderen
H2347 H8799
niet verschonen.
19
H894
Alzo zal Babel
H6643
, het sieraad
H4467
der koninkrijken
H8597
, de heerlijkheid
H1347
, de hovaardigheid
H3778
der Chaldeen
H430
, zijn gelijk als God
H5467
Sodom
H6017
en Gomorra
H4114
omgekeerd heeft.
20
H3427 H8799
Daar zal geen woonplaats zijn
H5331
in der eeuwigheid
H7931 H8799
, en zij zal niet bewoond worden
H1755
van geslacht
H1755
tot geslacht
H6163
; en de Arabier
H167 H8762
zal daar geen tent spannen
H7462 H8802
, en de herders
H7257 H8686
zullen er niet legeren.