DSV_Strongs(i)
1
H8085
Hoort
H3068
des HEEREN
H1697
woord
H1121
, gij kinderen
H3478
Israels
H3068
! want de HEERE
H7379
heeft een twist
H3427
met de inwoners
H776
des lands
H571
, omdat er geen trouw
H2617
, en geen weldadigheid
H1847
, en geen kennis
H430
van God
H776
in het land is;
2
H422
[Maar] vloeken
H3584
en liegen
H7523
, en doodslaan
H1589
, en stelen
H5003
, en overspel doen
H6555
; zij breken door
H1818
, en bloedschulden
H5060
raken
H1818
aan bloedschulden.
3
H776
Daarom zal het land
H56
treuren
H3427
, en een iegelijk, die daarin woont
H535
, kwelen
H2416
, met het gedierte
H7704
des velds
H5775
, en met het gevogelte
H8064
des hemels
H1709
; ja, ook de vissen
H3220
der zee
H622
zullen weggeraapt worden.
4
H376
Doch niemand
H7378
twiste
H3198
noch bestraffe
H376
iemand
H5971
; want uw volk
H3548
is als die met den priester
H7378
twisten.
5
H3782
Daarom zult gij vallen
H3117
bij dag
H5030
, ja, zelfs de profeet
H3782
zal met u vallen
H3915
bij nacht
H517
; en Ik zal uw moeder
H1820
uitroeien.
6
H5971
Mijn volk
H1820
is uitgeroeid
H1847
, omdat het zonder kennis is
H1847
; dewijl gij de kennis
H3988
verworpen hebt
H3988
, heb Ik u ook verworpen
H3547
, dat gij Mij het priesterambt
H8451
niet zult bedienen; dewijl gij de wet
H430
uws Gods
H7911
vergeten hebt
H1121
, zal Ik ook uw kinderen
H7911
vergeten.
7
H7230
Gelijk zij meerder geworden zijn
H2398
, alzo hebben zij tegen Mij gezondigd
H3519
; Ik zal hunlieder eer
H7036
in schande
H4171
veranderen.
8
H398
Zij eten
H2403
de zonde
H5971
Mijns volks
H5375
, en verlangen
H5315
, een ieder met zijn ziel
H5771
, naar hun ongerechtigheid.
9
H5971
Daarom, gelijk het volk
H3548
, alzo zal de priester zijn
H1870
; en Ik zal zijn wegen
H6485
over hem bezoeken
H4611
, en zijn handelingen
H7725
hem vergelden.
10
H398
En zij zullen eten
H7646
, maar niet zat worden
H2181
, zullen hoereren
H6555
, maar niet uitbreken
H5800
[in] [menigte]; want zij hebben nagelaten
H3068
den HEERE
H8104
in acht te nemen.
12
H5971
Mijn volk
H7592
vraagt
H6086
zijn hout
H4731
, en zijn stok
H5046
zal het hem bekend maken
H7307
; want de geest
H2183
der hoererijen
H8582
verleidt
H430
hen, dat zij van onder hun God
H2181
weghoereren.
13
H7218
Op de hoogten
H2022
der bergen
H2076
offeren
H1389
zij, en op de heuvelen
H6999
roken
H437
zij, onder een eik
H3839
, en populier
H424
, en iepeboom
H6738
, omdat derzelver schaduw
H2896
goed
H2181
is; daarom hoereren
H1323
uw dochteren
H3618
, en uw bruiden
H5003
bedrijven overspel.
14
H1323
Ik zal over uw dochteren
H6485
geen bezoeking doen
H2181
, omdat zij hoereren
H3618
, en over uw bruiden
H5003
, omdat zij overspel doen
H6504
; want zij zelven scheiden zich af
H2181
met de hoeren
H2076
, en offeren
H6948
met de snoodste hoeren
H5971
; het volk dan
H995
, [dat] geen verstand heeft
H3832
, zal omgekeerd worden.
15
H3478
Zo gij, o Israel
H2181
! wilt hoereren
H3063
, dat [immers] Juda
H816
niet schuldig worde
H935
; komt
H1537
gij toch niet te Gilgal
H5927
, en gaat niet op
H1007
naar Beth-aven
H7650
, en zweert niet
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft.
16
H3478
Want Israel
H5637
is onbandig
H5637
, als een onbandige
H6510
koe
H3068
; nu zal hen de HEERE
H7462
weiden
H3532
, als een lam
H4800
in de ruimte.