Hosea 4

DSV_Strongs(i)
  1 H8085 Hoort H3068 des HEEREN H1697 woord H1121 , gij kinderen H3478 Israels H3068 ! want de HEERE H7379 heeft een twist H3427 met de inwoners H776 des lands H571 , omdat er geen trouw H2617 , en geen weldadigheid H1847 , en geen kennis H430 van God H776 in het land is;
  2 H422 [Maar] vloeken H3584 en liegen H7523 , en doodslaan H1589 , en stelen H5003 , en overspel doen H6555 ; zij breken door H1818 , en bloedschulden H5060 raken H1818 aan bloedschulden.
  3 H776 Daarom zal het land H56 treuren H3427 , en een iegelijk, die daarin woont H535 , kwelen H2416 , met het gedierte H7704 des velds H5775 , en met het gevogelte H8064 des hemels H1709 ; ja, ook de vissen H3220 der zee H622 zullen weggeraapt worden.
  4 H376 Doch niemand H7378 twiste H3198 noch bestraffe H376 iemand H5971 ; want uw volk H3548 is als die met den priester H7378 twisten.
  5 H3782 Daarom zult gij vallen H3117 bij dag H5030 , ja, zelfs de profeet H3782 zal met u vallen H3915 bij nacht H517 ; en Ik zal uw moeder H1820 uitroeien.
  6 H5971 Mijn volk H1820 is uitgeroeid H1847 , omdat het zonder kennis is H1847 ; dewijl gij de kennis H3988 verworpen hebt H3988 , heb Ik u ook verworpen H3547 , dat gij Mij het priesterambt H8451 niet zult bedienen; dewijl gij de wet H430 uws Gods H7911 vergeten hebt H1121 , zal Ik ook uw kinderen H7911 vergeten.
  7 H7230 Gelijk zij meerder geworden zijn H2398 , alzo hebben zij tegen Mij gezondigd H3519 ; Ik zal hunlieder eer H7036 in schande H4171 veranderen.
  8 H398 Zij eten H2403 de zonde H5971 Mijns volks H5375 , en verlangen H5315 , een ieder met zijn ziel H5771 , naar hun ongerechtigheid.
  9 H5971 Daarom, gelijk het volk H3548 , alzo zal de priester zijn H1870 ; en Ik zal zijn wegen H6485 over hem bezoeken H4611 , en zijn handelingen H7725 hem vergelden.
  10 H398 En zij zullen eten H7646 , maar niet zat worden H2181 , zullen hoereren H6555 , maar niet uitbreken H5800 [in] [menigte]; want zij hebben nagelaten H3068 den HEERE H8104 in acht te nemen.
  11 H2184 Hoererij H3196 , en wijn H8492 , en most H3947 neemt H3820 het hart weg.
  12 H5971 Mijn volk H7592 vraagt H6086 zijn hout H4731 , en zijn stok H5046 zal het hem bekend maken H7307 ; want de geest H2183 der hoererijen H8582 verleidt H430 hen, dat zij van onder hun God H2181 weghoereren.
  13 H7218 Op de hoogten H2022 der bergen H2076 offeren H1389 zij, en op de heuvelen H6999 roken H437 zij, onder een eik H3839 , en populier H424 , en iepeboom H6738 , omdat derzelver schaduw H2896 goed H2181 is; daarom hoereren H1323 uw dochteren H3618 , en uw bruiden H5003 bedrijven overspel.
  14 H1323 Ik zal over uw dochteren H6485 geen bezoeking doen H2181 , omdat zij hoereren H3618 , en over uw bruiden H5003 , omdat zij overspel doen H6504 ; want zij zelven scheiden zich af H2181 met de hoeren H2076 , en offeren H6948 met de snoodste hoeren H5971 ; het volk dan H995 , [dat] geen verstand heeft H3832 , zal omgekeerd worden.
  15 H3478 Zo gij, o Israel H2181 ! wilt hoereren H3063 , dat [immers] Juda H816 niet schuldig worde H935 ; komt H1537 gij toch niet te Gilgal H5927 , en gaat niet op H1007 naar Beth-aven H7650 , en zweert niet H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft.
  16 H3478 Want Israel H5637 is onbandig H5637 , als een onbandige H6510 koe H3068 ; nu zal hen de HEERE H7462 weiden H3532 , als een lam H4800 in de ruimte.
  17 H669 Efraim H2266 is vergezeld H6091 met de afgoden H3240 ; laat hem varen.
  18 H5435 Hunlieder zuiperij H5493 is afvallig H2181 ; zij doen niet dan H2181 hoereren H4043 ; hun schilden H7036 (het is een schande!) H157 beminnen H3051 [het] [woord]: Geeft.
  19 H7307 Een wind H6887 heeft hen gebonden H3671 in zijn vleugelen H954 , en zij zullen beschaamd worden H2077 vanwege hun offeranden.